We maken een tocht door het deel dat ten oosten van Salalah ligt. Vol met grote waterrijke gebieden, waar veel vogels graag vertoeven. In Oman kun je ruim vijfhonderd soorten spotten. Meer dan in Nederland. Ik begrijp nu waarom de overheid hier grote stenen uitkijktorens voor de vogelaars bouwt.
De ruïne van Sumharam, een stad die rond 2000 voor Christus werd gebouwd, is opvallend groot. Hij is voor een deel gerestaureerd. Vanuit de haven van deze stad floreerde de wierookhandel over de gehele wereld. Nu zie ik diverse flamingo’s en zie ik kamelen pootje baden.
Ik stap in de voetsporen van Marco Polo. Lopend zie ik de restanten van wat ooit een welvarende stad was. Ik zie de bewoners met hun beladen ezeltjes de stadspoort binnengaan, wachters op de torens en ik ruik bijna de houtvuren in de stad.
Handelaren verscheepten vanuit hier hun kostbare wierook naar Italië, Griekenland, het voormalige Indië en Mesopotamië en het Verre Oosten. Hmm, en de ‘drie wijzen uit het oosten’ brachten goud, wierook en mirre naar Jeruzalem.
Sommigen denken dat wierook bestaat uit geperste poederkegeltjes of stokjes. Maar wierook (of olibanum) is de gedroogde hars uit de frankinsence-boom, de Boswellia. Eeuwenlang werd de hars met kamelen door de woestijn naar het noorden gebracht waar het bijvoorbeeld in de Rooms-katholieke kerk terecht kwam.
Later ging dit met schepen over zee naar het westen en het oosten. De oude haven is hier nog steeds te zien. Bij de boom, die meer dan driehonderd jaar oud kan worden, wordt een inkeping in de schors gemaakt. De boom gaat ‘bloeden’ en na ongeveer twaalf dagen wordt de gekristalliseerde hars geoogst. Behalve dat het heerlijk ruikt, zou het ook een geneeskrachtige werking hebben.
Helemaal alleen loop ik door de restanten van deze eens zo machtige stad. Een eenzame boom heeft zich tussen de oude muren vastgezet en kijkt uit over wat eens was. Ineens voel ik in mijn broekzak een stukje hars dat ik op de markt van een vriendelijke Omani kreeg aangereikt. Even heb ik weer de geur van de frankenscense in mijn neus. Ik verdwaal zelfs een beetje in dit labyrint. Dat is helemaal niet erg hier.
Oman is net Afrika
Soms heb ik echt het gevoel dat ik in Afrika ben. Ik herken het als delen van Kenia en Tanzania, waar ik ooit was. Dat gevoel wordt alleen maar versterkt als ik Baobab-bomen zie. Vreemd, want eigenlijk groeien ze alleen op het Afrikaanse continent.
Wat een fenomenaal uitzicht. Zo’n 1600 meter beneden me zie ik zandwegen door het overweldigende landschap kronkelen. Ik loop verder langs de bergwand van Jabal Samhan en ook dit uitzicht doet me denken aan mijn bezoek aan the Great Rift Valley in Kenia. Maar ik word snel ‘teruggeroepen’ naar Oman.
‘As Salaam Aleikhum, welcome!’ klinkt het ineens. Ik kijk op en zie een man wat hoger op de rots staan. Hij wenkt me. Zijn tentje staat op een mooi uitgerold vloerkleed. ‘Ga zitten, wees welkom!’ klinkt het weer. Tegen zoveel onverwachte gastvrijheid kan ik niet op en we raken snel aan de praat.
De man kampeert hier een paar dagen en zit uitgebreid te eten. De grote schaal met rijst en kip wordt al snel in mijn richting geschoven. ‘Neem alsjeblieft, het is lekker!’ Blij verrast neem ik een handje rijst en een stukje kip. Het smaakt goed, niets van gelogen.
Daar zit ik dan. Op een rots in Oman, met een fenomenaal uitzicht, bij een vreemdeling een bord met kip en rijst te delen. Ik voel me intens gelukkig. Kon ik hier maar de hele middag blijven zitten. Als ik verder ga krijg ik een flesje water en wat dadels mee. ‘Een reiziger stuur je niet weg zonder eten en drinken,’ zegt hij als hij mijn wat verbaasde gezicht ziet. Het zal niet de laatste keer zijn dat me dat overkomt.
Er zijn meer interessante ontmoetingen. Zoals met een forse kameleon die me vorstelijk aankijkt vanaf een tak. Nu neemt toch wel even de fotograaf in me de overhand. Als ik naar hem toe loop laat hij me wel naderen, maar besluit toch maar om die gevaarlijk uitziende kale man met dat grote zwarte oog (mijn fotocamera) uit de weg te gaan.
Het dier zoekt de veiligheid van een steen in de warme zon en verandert daarbij van boomschorsbruin naar gevlekt geel van het zand en het grijs van de steen. Luipaardprinten zijn blijkbaar ook hier in de mode. Voorzichtig ga ik naast de steen in het hete zand om hem te observeren. Nu hij merkt dat ik niets kwaads in de zin heb, accepteert hij me. De zon brand op mijn bol, maar ik heb het er zo voor over.
Op weg naar huis komen we een grote kudde kamelen tegen, begeleid door een aantal herders. Alle auto’s gaan aan de kant en wachten gelaten af. Ik kom in actie en wil er meer van zien. Het tovert een lach op de gezichten van de herders als ze me zien mee rennen tussen de kamelen. Ook dat zal best een vreemd gezicht zijn geweest.
Lezer Maarten van der Voorde won de win-actie Op Reis Met Een Reisjournalist die National Geographic Traveler in samenwerking met reisjournalist Corno van den Berg van Droomplekken.nl heeft georganiseerd. Maarten won een 8-daagse workshop in Oman om te leren van Corno wat de beginselen van een reisverhaal (inclusief fotografie) zijn.