Een analyse van de overblijfselen van een babylijkje uit een Italiaanse grot toont aan dat het om het tot dus ver oudste graf van een babymeisje van de Homo sapiens in Europa gaat. Deze ontdekking helpt bij het beantwoorden van vragen over de status van pasgeborenen en in het bijzonder over de ‘persoonlijkheid’ van babymeisjes duizenden jaren geleden.

Het meisje, dat ‘Neve’ werd genoemd naar een rivier in de regio, was slechts veertig tot vijftig dagen oud toen zij iets meer dan tienduizend jaar geleden stierf. De doodsoorzaak is niet bekend. Alles wat nu van haar over is, zijn enkele botjes en wat schelpenkralen van de lijkwade waarin ze was gewikkeld. Er werd ook een klauw van een oehoe gevonden, die als geschenk met haar werd begraven.

Archeologen vinden zelden botten van kinderen, omdat die vaak te klein en te fragiel zijn om millennia lang intact te blijven. Dat geldt vooral voor de botten van pasgeborenen. Ondanks dat regelmatig overblijfselen van volwassenen worden gevonden, vertoont het archeologische archief van prehistorische begravingen grote hiaten die duizenden jaren beslaan. Wanneer een eeuwenoud graf van een kind wordt gevonden, is het meestal onmogelijk om het geslacht vast te stellen. Dat komt doordat het DNA in de botten is aangetast.

Neve’s overblijfselen vormen echter een uitzondering. Ondanks dat ze meer dan tienduizend jaar in de grond zaten, bevatten ze nog genoeg DNA om door wetenschappers te kunnen worden geanalyseerd. Dat zegt Jamie Hodgkins, paleoarcheoloog aan de Universiteit van Colorado in Denver en National Geographic Explorer. Ze is ook de hoofdauteur van een onderzoek naar de overblijfselen dat vandaag is gepubliceerd in het tijdschrift Scientific Reports.

Lees ook: Archeologen vinden oudste menselijke graf in Afrika

Hodgkins: ‘Het aantal graven uit deze tijd, tussen ongeveer tien- en elfduizend jaar geleden, is zeer, zeer zeldzaam.’ Zulke oude menselijke resten bevatten nauwelijks bruikbaar DNA en ‘we zitten met een gat waar we zo goed als niets van hebben.’

Bij Neve werden ongeveer zestig kralen en hangers gevonden die van schelpen zijn gemaakt
Bij Neve werden ongeveer zestig kralen en hangers gevonden die van schelpen zijn gemaakt.
Jamie Hodgkins, PhD, CU Denver

Het overgebleven DNA is belangrijk, omdat daarmee kon worden vastgesteld dat de baby een meisje was. De onderzoekers stellen dat de zorgvuldige begraving bevestigt dat babymeisjes, en waarschijnlijk ook babyjongens, als een ‘persoonlijkheid’ werden gezien binnen de groep. Ze werden bij hun geboorte als een lid van de gemeenschap beschouwd.

‘Het suggereert dat persoonlijkheid, of erkenning van individuen binnen een samenleving, aan zeer jonge vrouwen werd doorgegeven,’ zegt Caley Orr, paleoantropoloog aan UC Denver, medeauteur van het nieuwe onderzoek en de man van Hodgkins.

Op welke leeftijd baby’s als individuen werden gezien en of meisjes hetzelfde werden behandeld als jongens, zijn vragen waarop wetenschappers het antwoord niet zeker weten. Dat komt deels doordat er zo weinig kan worden geleerd van de weinige kindergraven uit de oudheid. Maar antropoloog Michael Petraglia van het Max Planck Instituut voor de Wetenschap van de Menselijke Geschiedenis in Jena in Duitsland vindt dit een redelijke interpretatie. Hij was niet bij dit laatste onderzoek betrokken, maar heeft wel een ouder graf van een Homo sapiens-kind in Afrika bestudeerd. ‘Ik ben het ermee eens dat het bewijsmateriaal impliceert dat er sprake was van gelijke behandeling van jongens en meisjes’, schrijft hij in een e-mail. ‘Dit komt overeen met de [huidige] egalitaire jager-verzamelaarsamenlevingen.’

Hodgkins en Orr wijzen ook op een van de weinige bekende graven van een baby van dezelfde leeftijd als Neve. Die werd bijna rond dezelfde tijd begraven, ongeveer 11.500 jaar geleden, in wat nu Tanana Valley in Alaska is. Uit het eeuwenoude DNA bleek dat de baby ook een meisje was en ook dit graf toonde tekenen van zorg en bevatte grafgiften. ‘Dit impliceert dat de persoonlijkheid van baby’s, inclusief meisjes, zijn oorsprong heeft in een gemeenschappelijke voorouderlijke cultuur of dat dit fenomeen over de hele planeet in bijna gelijktijdige populaties parallel ontstond’, schrijven de onderzoekers in het onderzoek.

Volgens Hodgkins wordt archeologie van oudsher door een mannelijke bril bekeken. Ze maakt zich zorgen dat veel verhalen over vrouwen zijn gemist. ‘Van rijkversierde graven werd aangenomen dat deze van mannen waren. Dat paste in het West-Europese beeld dat mannen status hebben en vrouwen niet’, zegt ze. Maar recente archeologische vondsten wijzen uit dat er vrouwelijke Vikingstrijders, non-binaire leiders in de IJzertijd en vrouwelijke heersers in de Bronstijd waren. Hodgkins: ‘In de archeologie ontbreekt het vrouwelijke verhaal.’

Lees ook: Mysterieuze dame uit vroegchristelijk graf stelt archeologen voor raadsel

Voorlopig is het graf van Neve het oudste graf van een babymeisje in Europa. Hodgkins verwacht niet dat dit lang zo zal blijven. ‘Er zal steeds vaker DNA worden geanalyseerd en we zullen steeds meer vrouwen tegenkomen in het verleden’, zegt ze. Ze verwacht ook dat een groter aandeel vrouwen in de archeologie voor verandering zal zorgen. ‘Als we door een smalle, persoonlijke lens naar het archeologisch archief blijven kijken, dan missen we de diversiteit die er in de loop der tijd is geweest.....’

De grot in het noordwesten van Italië waar de overblijfselen van Neve zijn gevonden, de Arma Veirana, is befaamd bij wetenschappers die de menselijke evolutie bestuderen. Uit opgravingen die in 2014 begonnen, blijkt dat de grot tot 44.000 jaar geleden door Neanderthalers (Homo neanderthalensis) en op zijn vroegst zo’n 30.000 jaar geleden door de vroege moderne mens (Homo sapiens) werd bewoond. Dat betekent dat de artefacten en overblijfselen in de grot de overgangsperiode tussen de laatste Neanderthalers en de eerste Homo sapiens in kaart brengen. Over dit tijdperk willen wetenschappers meer te weten komen.

In 2017 waren teamleden bij Arma Veirana op zoek naar sporen van Neanderthalers, toen ze de eerste botten van de Homo sapiens-baby vonden. De vondst werd gedaan op de laatste dagen van het geplande veldwerk voor dat jaar. Het graf kon dus pas het volgende jaar volledig worden opgegraven. Tegen die tijd wist Hodgkins dat ze zwanger was van een meisje. Dat maakte de opgraving extra aangrijpend. ‘Ik was sediment aan het zeven en vond tanden en kleine handbeentjes’, zegt ze. ‘Het was echt hartverscheurend om te vinden, omdat de hand zo’n intiem deel van het lichaam is.’

Het team vond meer dan zestig kralen en hangers, gemaakt van twee soorten schelpen. Ze lijken vastgenaaid te hebben gezeten aan een (nu uiteengevallen) doek die om het kind was gewikkeld toen het werd begraven. Dit wijst erop dat iemand van de groep een afstand van ongeveer negentien kilometer over beboste heuvels had afgelegd om aan de kust schelpen te verzamelen voor ornamenten, of dat ze waren geruild. Verscheidene versieringen vertonen flinke slijtplekken. Claudine Gravel-Miguel, antropoloog aan Arizona State University en co-auteur van het onderzoek, denkt dat het ornamenten kunnen zijn geweest die ooit aan andere leden van de groep toebehoorden.

Paleoantropoloog María Martinón-Torres, directeur van het Spaanse Centro Nacional de Investigación sobre la Evolución Humana (CENIAH) in Burgos, zegt dat het graf in Arma Veirana ‘een schitterend voorbeeld is van de manier waarop de mens met de doden omgaat. Deze praktijk gaat honderdduizenden jaren terug en kwam zowel bij de Homo sapiens als bij de Neanderthaler voor.’

Martinón-Torres was niet betrokken bij het laatste onderzoek. Ze leidde wel het onderzoek naar een Homo sapiens-kind dat ongeveer 78.000 jaar geleden in Afrika werd begraven, tienduizenden jaren voordat onze soort in Europa aankwam.

Ze is het ermee eens dat de vondst in Arma Veirana het idee versterkt dat baby’s vanaf hun geboorte als leden van de samenleving werden beschouwd. ‘Van de vroege Homo sapiens- en Neanderthalerperiodes hebben we bewijs dat kinderen een persoonlijkheid hadden’, zegt ze in een e-mail. ‘Onder de vroegst gedocumenteerde graven in Afrika waren ook graven van kinderen. De manier waarop de lichamen waren begraven, wijst op een bewuste toewijding.’

Volgens Martinón-Torres lijkt het erop dat vroegtijdige sterfte van een kind intense gevoelens kan opwekken bij mensachtigen en sommige primaten. ‘Dit zien we in de moderne tijd, maar ook wanneer chimpansees rouwen om hun dode baby’s.’

De National Geographic Society zet zich in om de wonderen van onze wereld te delen en te beschermen en heeft het werk van Jamie Hodgkins gefinancierd.


Lees hier meer over de steun van de Society aan Explorers die zich inzetten om te inspireren, onderwijzen en beter inzicht te geven in de menselijke geschiedenis en culturen.

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.com