Koralen mogen er dan uitzien als versteende en onbeweeglijke objecten, maar in deze keiharde bastions leven zachte poliepen, die machtige riffen van calciumcarbonaat bouwen. De poliepen nemen de benodigde calciumionen op uit het omringende zeewater, maar naarmate de zuurgraad van het water stijgt, worden deze ionen zeldzamer en raken de poliepen door hun chemische metselspecie heen. Het resultaat is dat koralen in zure zeeën grote moeite hebben om hun versterkte behuizingen te bouwen.

Wetenschappers voorspellen dat een verdubbeling van het CO2-gehalte in de atmosfeer zal leiden tot een daling van tachtig procent in de constructie van koralen. Als koralen hun behuizingen niet snel genoeg kunnen repareren om natuurlijke processen van verval en erosie tegen te gaan, zullen hele riffen beginnen te verdwijnen.

Maar nu is uit onderzoek van Maoz Fine en Dan Tchernov van het Interuniversity Institute of Marine Science in Israël gebleken dat koralen een manier hebben om als ‘daklozen’ door het leven te gaan. De onderzoekers kweekten twee Europese koraalsoorten onder normale mediterrane omstandigheden en daarnaast enkele andere koralen in iets zuurder zeewater, met een pH-graad van 0,7.

De koralen die een maand in de tank met het zure zeewater hadden doorgebracht, pasten zich snel aan. Hun skeletjes losten op en de kolonie splitste zich op. De blootgestelde en losse poliepen – die er uitzien als anemoontjes – bleven zich wel aan rotsachtige oppervlakken vastklampen. Als het leven dus hard voor deze poliepen wordt, blijken ze voor een zachte oplossing te kiezen.

Zeebaarsjes verzamelen zich boven een koraalweide Het Tubbataharif werd in 1988 voor het eerst beschermd en vijf jaar later in de Unescowerelderfgoedlijst opgenomen
Zeebaarsjes verzamelen zich boven een koraalweide. Het Tubbataha-rif werd in 1988 voor het eerst beschermd en vijf jaar later in de Unesco-werelderfgoedlijst opgenomen.
David Doubilet, National Geographic

Zelfs zonder hun beschermende skeletjes wisten de poliepen langer dan een jaar te overleven en leken een normaal bestaan te leiden. Alles ging zijn gangetje, ze plantten zich normaal voort en bewaarden in hun binnenste nog steeds de symbiotische algen die de diertjes in staat stellen om door middel van fotosynthese energie op te nemen. En toen ze weer in normale omstandigheden werden geplaatst, gaven ze hun eenzame bestaan weer op en vormden opnieuw kolonies en harde skeletjes.

De bevindingen van Fine en Tchernov lijken erop te wijzen dat koralen weleens goed bestand kunnen zijn tegen de nakende klimaatverandering, namelijk door over te schakelen op een zachte en onafhankelijke versie van zichzelf. En er zijn bewijzen dat ze deze truc eerder hebben gebruikt. Harde schalen van koraalriffen raken snel gefossiliseerd, maar in het wereldwijde archief van gevonden fossielen zitten grote hiaten. Die zijn mogelijk ontstaan in perioden waarin koralen hun tijd uitzaten en als zachte en losse poliepen door het leven gingen.

Hoewel deze ontdekking nieuwe hoop biedt, is ze geen reden tot gemakzucht. Ook al zouden de koralen zelf in een andere gedaante kunnen overleven, dan nog zouden hele koraalriffen – waarvan een enorme diversiteit aan zeedieren afhankelijk is – voorgoed kunnen verdwijnen.

Bron: Fine en Tchenov, 2007. ‘Scleractinian coral species survive and recover from decalcification’, in: Science, 315: 1811.