In de haven ontdekken Konini Rongo en Bella Smith, wier handen besmeurd zijn met de ingewanden van een geelvintonijn, dat ze in een van ’s werelds grootste haaienreservaten wonen. De zeventienjarige meiden verzamelen restjes afkomstig van de vissersbootjes in de haven van Rarotonga, het grootste van de vijftien Cookeilanden. Als vrijwilligers helpen ze de Amerikaanse marien bioloog Jessica Cramp met het plaatsen van onderwatercamera’s voor haaienonderzoek. Maar eerst moet het aas worden voorbereid. National Geographic en Rolex ondersteunen Cramp bij haar werk in het tweeduizend vierkante kilometer grote beschermde natuurgebied.
In 2011 verhuisde Cramp naar het zuiden van de Grote Oceaan, waar ze een campagne lanceerde voor het inrichten van een haaienreservaat, dat er anderhalf jaar later ook kwam. Sindsdien krijgen boten die delen van haaien verkopen of vervoeren binnen de exclusieve economische zone van de Cookeilanden (die horen bij Nieuw-Zeeland), een boete van minimaal zestigduizend euro opgelegd.
Nu wil Cramp 28 haaien volgen via een op de rugvin aangebrachte satellietzender, om te zien waar en hoe ver ze trekken. Die gegevens zijn belangrijk om de dieren effectief te kunnen beschermen.
Haaien binnenhalen voor de wetenschap
Op de boot laat Cramp de tieners zien hoe je een GoPro-camera en aas vastmaakt aan een apparaat waarmee haaien naar de oceaanbodem worden gelokt. Als de haai op het aas afkomt, legt ze uit, wordt het dier aangehaakt, naar de zijkant van de boot getild en van een satellietzender voorzien.
“Het klinkt wreed, maar die informatie hebben we nodig om ze effectief te kunnen beschermen”, vertelt Cramp. “Een reden waarom we haaien bestuderen, is dat ze worden bedreigd. Nu willen we weten of de wetgeving van de Cookeilanden voldoet.”
Voordat er een reservaat was, kon een schip gemakkelijk vijf of zes haaien per dag vangen, zegt Josh Mitchell, die namens de overheid toezicht hield op de beroepsvisserij. Bij het enteren van een schip gingen zijn inspecteurs af op de geur van ammonium, dat een haai afscheidt uit de huid. Haaienvangers verkochten de vinnen in delen van Azië waar haaienvinnensoep een delicatesse is.
Toen in 2012 het zerotolerancebeleid in werking trad, waren de inspecteurs opgelucht, aldus Mitchell, want er was geen ruimte meer voor interpretatie. Sindsdien is aan vier schepen in totaal ruim twee ton aan boetes opgelegd.
Cramp verzamelt al drie jaar lang informatie uit gebieden overal ter wereld om te kijken hoe effectief grote reservaten zijn, waaronder dat bij de Cooks. Natuurbeschermers en beleidsmakers kunnen zo gerichter stappen zetten.
“Ook in reservaten sterven er nog steeds haaien”, zegt Cramp. “Als blijkt dat reservaten toch niet werken, dan zou alle verdere moeite die we erin steken voor niets zijn.”
Verder is de wetgeving niet waterdicht. De autoriteiten op de Cookeilanden hebben al meerdere keren een overtreding door de vingers gezien, omdat boten volgens hen uitsluitend door de nationale wateren voeren en verder niets deden, of omdat ze om medische assistentie kwamen vragen.
De gemeenschap erbij betrekken
Traditioneel zien de Cookeilanders in haaien een soort beschermheer, een taura atua. Nu worden ze, vooral door commerciële vissers, juist beschouwd als concurrentie. Vissers lokken hun vangst met apparaatjes die aan een aantal boeien uit de kust zijn bevestigd. En daarop komen niet alleen vissen, maar ook hongerige haaien af.
Een paar dagen voordat de camera’s worden geplaatst, zoekt Cramp nog wat aas bij de haven.
“Iets gevangen vandaag?” vraagt ze een groep vissers die zich heeft verzameld bij een picknicktafel. “Haaien gezien?” Het antwoord op beide vragen is nee. Cramp heeft gehoord dat een van hen recentelijk een haai heeft gedood, en ze wijst hem terecht. “Hij solde met me!” antwoordt de man.
Inmiddels heeft Cramp een reputatie in de haven: vissers noemen haar de haaienvrouw. Ze besluit de man verder met rust te laten. “Hij zal minder gauw een haai doden, omdat hij zich er dan slecht over voelt”, weet ze.
Tijdens het plaatsen en het ophalen van de cameraatjes komen de jonge assistenten geen haaien tegen. De volgende dag bekijken ze de beelden: vissen zuigen op het lokaas en palingen vechten voor de camera. Twee uur later ziet Cramp iets bewegen op de achtergrond. “Een haai!” Overal worden high fives uitgedeeld. “Dat was mijn camera!” zegt Rongo trots.
Cramp hoopt haar werk ooit over te kunnen dragen aan een Cookeilander. Rongo en Smith, de twee scholieren, overwegen mariene biologie te gaan studeren. “In plaats van te zeggen: ik werk op kantoor, kun je nu zeggen: ik ben een haaienvrouw”, mijmert Smith. “Dat lijkt me wel wat.”
Natuurbeschermer en haaienonderzoeker Jessica Cramp draagt bij aan het partnerschap van Rolex en National Geographic, dat onder het motto ‘Committed to a Perpetual Planet’ natuurbescherming en verkenning van de oceanen, polen en Bergen wil bevorderen. Lees verder op de pagina Perpetual Planet >
Dit verhaal werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op NationalGeographic.com.