Dit verhaal kwam tot stand in het kader van onze samenwerking met Rolex, dat tot doel heeft onderzoek en natuurbescherming te promoten. De organisaties bundelden hun krachten ter ondersteuning van onderzoekers met baanbrekende ideeën en daadwerkelijke oplossingen voor de bescherming van natuurschoon.
Sylvia Earle is een van de meest vooraanstaande en bekendste milieuactivisten. Ze zet zich al een halve eeuw in voor de bescherming van de oceanen. Hoewel ze inmiddels dik in de tachtig is, staat haar agenda nog steeds vol met activiteiten op het gebied van onderzoek, voorlichting en activisme. Ze reist nog steeds de wereld rond voor bijeenkomsten met allerlei soorten mensen, van wereldleiders tot schoolkinderen.
Mensen realiseren het zich vaak niet, maar de oceaan speelt een cruciale rol in het leven op aarde, zegt Earle, die in haar lange loopbaan zo veel onderzoeksrecords brak dat ze nu ook wel ‘Her Deepness’ (Hare Diepheid) wordt genoemd.
“De oceaan is zo veel meer dan alleen vissen,” stelt Earle, die ook een Rolex Testimonee is. “Denk aan de koolstofkringloop, denk aan het klimaat, denk aan de chemische processen waaraan we het leven op aarde te danken hebben.”
Earle heeft wereldwijd miljoenen mensen geïnspireerd om zich bezig te houden met de oceanen, en met natuurbescherming in het algemeen. National Geographic-onderzoekster Jessica Cramp is een van hen. Cramp woont en werkt sinds 2011 op de Cookeilanden, waar ze haaien en mariene ecosystemen bestudeert en zich inzet voor hun bescherming. Met haar werk leverde ze een bijdrage aan het tot stand brengen van het grootste haaienreservaat ter wereld door de eilanden.
National Geographic ging met Earle en Cramp in gesprek over hun loopbanen en de belangrijkste problemen voor onze oceanen en planeet.
Jullie komen uit verschillende generaties van vrouwelijke mariene wetenschappers. Wat hebben jullie van elkaar geleerd?
SE:Ik ben een grote bewonderaar van het werk van Jessica. Ze is daar waar het gebeurt, op de eilanden, en doet het werk. Ze heeft haar kansen gegrepen en maakt het waar.
JC: Sylvia is een grote inspiratiebron voor mij. Mijn werk is alleen maar mogelijk dankzij haar en nog een handjevol anderen die het pad hebben geëffend. Het is nu makkelijker voor mij dan het voor jou was, Sylvia.
Met welke uitdagingen kregen jullie te maken?
SE: Het idee dat een vrouw net zo veel kan als een man, wordt nu meer geaccepteerd. Het begint te komen.
JC: Er is nog veel werk te doen, ook waar ik woon [de Cookeilanden]. Ik had daar onlangs de leiding over een expeditie, en sommige lokale bewoners hadden daar moeite mee. Ze bleven naar de mannen in het team kijken voor aanwijzingen. Ze zeiden dingen als: “Is zij de baas? Echt? Dan moet er wel iets bijzonders met haar zijn.” Of ze zeiden tegen mij: “Waarom laat je dat niet aan de mannen over, dan kan jij de hula gaan leren.”
SE: Ik kreeg vaak vragen over mijn haar en mijn lipstick. Ze vroegen waarom ik een haardroger meenam op expedities. Nou, dat was niet voor ons haar, maar voor onze oren. Maar ik dacht altijd: het levert in ieder geval aandacht op. Daar maakte ik gebruik van om mijn verhaal over de oceaan te doen.
JC: Ik kreeg onlangs van een verslaggever te horen dat die niet wist dat wetenschappers er uitzien zoals ik. Maar hoe ziet een wetenschapper eruit, dan?
JC: Sylvia, wat ik je wilde vragen: hoe is jouw loopbaan eigenlijk begonnen?
SE: Ik begon als toeschouwer. Als kind was ik er getuige van dat de bossen van New Jersey, waar ik woonde, werden opgeofferd aan projectontwikkeling. Toen ons gezin naar Florida verhuisde toen ik twaalf was, kwam ik terecht in een heel andere wereld, geweldig. Ik dompelde mezelf onder in de natuur en in de zee. Maar in de loop van de tijd zag ik weer de stenen en het cement oprukken. Tampa Bay veranderde heel snel. Daarom werd ik wetenschapper.
In eerste instantie hield ik me alleen maar bezig met wetenschap. Maar door de media en de publieke belangstelling werd ik uiteindelijk gedwongen meer in de openbaarheid te treden. Voor ik het wist, moest ik opdraven bij het stadsbestuur van Chicago of bij het Congres om als deskundige op te treden bij belangrijke zaken. (Bekijk hoe Earle een president voorstelt aan de vis die naar hem vernoemd is.)
Jess, een groot deel van jouw werk bestaat eruit om de lokale bevolking te betrekken bij natuurbescherming. Waarom is dat zo belangrijk?
JC: Ik ben een wetenschapper, maar alle wetenschap die ik doe, doe ik met het oog op beleid. Werken met de lokale bevolking is de kern van alles wat ik doe. Als je de gemeenschap er niet bij weet te betrekken, dan ontbreekt de basis voor natuurbescherming. Dan blijft het niet overeind.
Sylvia, jij hebt zowel gewerkt op lokaal als op wereldwijd niveau. Kun je iets vertellen over hoe je omgaat met die verschillende niveaus?
SE: Het is belangrijk om te werken met lokale gemeenschappen, net zoals het belangrijk is om te werken met presidenten, ministers, CEO's en allerlei andere mensen. En ook met vissers. Zij zijn degenen die altijd op het water zijn, ze hebben zo veel kennis. Vaak zijn vissers de eersten die iets merken, bijvoorbeeld als de vangsten ineens afnemen. Wetenschappers zien soms de mensen die ze het meeste kunnen vertellen over het hoofd.
Als wetenschappers is het onze taak om aan het publiek te vertellen wat we weten. Mensen willen vaak dat gebieden worden beschermd, omdat ze zien dat het echt een verschil maakt.
Jullie hebben allebei geavanceerde technologie ingezet voor de bescherming van de oceanen. Hoe belangrijk was dat als hulpmiddel?
SE: Miljoenen mensen gaan nu de oceaan in, dankzij technologische ontwikkelingen als scuba-apparatuur. Rachel Carson kon maar een keer in haar leven duiken. Met een koperen duikhelm op daalde ze via een ladder ongeveer drie meter af in troebel water. Maar stel je eens voor dat ze had kunnen zien wat elke hobbyist nu kan zien. En dan hebben we het nog niet eens over geavanceerde apparatuur als drones, ROV's, duikboten en monitorstations.
JC: Jij hebt zelfs onder water gewoond, toch?
SE: Tien keer. Door zo lang onder water door te brengen, bereikte ik een doorbraak: ik leerde vissen kennen als individuen. Ze gedragen zich niet allemaal hetzelfde. Ze hebben allemaal een eigen houding.
JC: Over technologie gesproken, veel van de data die ik gebruik voor mijn werk op het gebied van natuurbescherming, is afkomstig van satellieten. We kunnen zien waar commerciële vissers aan het werk zijn, wat cruciaal is voor de handhaving. Vissen ze op de plek waar ze horen te vissen? En ik kan er haaien en zeevogels mee volgen die grote afstanden afleggen, en die zich niets aantrekken van de grenzen van landen of parken.
SE: Dankzij dat soort werk varen er nu minder schepen op belangrijke migratieroutes voor walvissen en schildpadden.
JC: Met behulp van technologie hebben we beleid kunnen ontwikkelen om datgene te beschermen waar we van houden.
SE: Er zitten wel twee kanten aan technologie. Het helpt de wetenschap vooruit, maar het helpt ook de industrie vooruit. Tijdschriften voor de visserij staan vol advertenties waarin wordt gesteld dat dankzij sonar geen vis zich meer kan verschuilen. Door de precieze navigatie die zo belangrijk is voor de wetenschap, weten ook vissers precies waar ze terug moeten komen. Toen ik begon, was het heel lastig om een bepaalde plek in de oceaan precies terug te vinden.
Laten we het even hebben over haaien. Daar hebben jullie allebei van dichtbij ervaring mee. Wat fascineert mensen zo aan ze, denken jullie?
JC: Ik noem haaien altijd de ‘gateway drug’ van de oceaan, ze zijn als de softdrugs die een opstapje vormen naar een zwaardere verslaving. Kinderen zijn dol op haaien. Volwassenen zijn ofwel dol op ze, ofwel bang voor ze. Maar hoe dan ook, mensen zijn in haaien geïnteresseerd. Door ze te ‘lokken’ met haaien, kun je ze zover krijgen dat ze meer te weten komen over de oceaan.
SE: Om diezelfde reden noem ik haaien ook wel ‘ere-dinosauriërs’. Haaien zijn een hele goede indicator voor de staat van de oceaan. In een gezond rif komen veel haaien voor, in een ongezond rif geen enkele. Mensen denken dat haaien de ultieme roofdieren zijn, maar dat zijn ze niet. Dat zijn wij.
Waaruit putten jullie inspiratie, met alle uitdagingen die het natuurbeschermingswerk met zich meebrengt?
SE: Jessica.
JC: Ik word er verlegen van. Voor mij is dat Sylvia.
En uit de wetenschap dat de problemen op te lossen zijn. We kunnen ons niet langer verschuilen achter het excuus dat we niet weten wat we moeten doen. Mensen zijn nu bewuster. Veel politici weten wat er speelt, en zijn bereid zich in te zetten. We moeten alleen die drempel over om het ook echt te doen.
JC: Dat wilde ik jou vragen, Sylvia: wat houdt jou op de been als het tegenzit in dit werk?
SE: Dat is een combinatie van dingen. Het is het geloof in de menselijke geest, in ons vermogen om betrokken te zijn. En daarnaast de veerkracht van de natuur. Er leven nu meer schilpadden en walvissen in de oceaan dan toen ik een kind was. Er waren nog maar een paar Hawaiiganzen over, maar die zijn nu weer in opkomst. En er zijn nog veel meer voorbeelden.
Is er een advies dat je zou willen geven aan toekomstige generaties die zich bezig willen houden met de bescherming van de oceaan?
SE: Ik ben altijd blij als kinderen belangstelling tonen. Zij hebben nog niet de vastgeroeste ideeën die veel volwassenen wel hebben. Ze stellen vragen en zijn echt benieuwd om antwoorden te vinden. En hoewel dat misschien moeilijker is, denk ik dat het heel belangrijk is om het kind in jezelf te vinden. Want het gaat niet goed met de oceanen.
JC: Ik hoop dat de volgende generatie in balans leert te leven met het milieu.
Hoe kunnen gewone mensen een bijdrage leveren aan schonere oceanen?
SE: Als je een kind bent, neem dan eens een volwassene mee naar een plek buiten, en probeer ze de toekomst door jouw ogen te laten zien. En als je een volwassene bent, doe dan eens hetzelfde met een kind. Als je naar zee gaat, en vooral als je naar een Hope Spot gaat (bepaalde plekken met een grote natuurwaarde), deel dan je foto's en je gegevens, omdat je dan als getuige kunt dienen.
JC: Je kunt druk uitoefenen op beleidsmakers. Of word vrijwilliger.
SE: We leven tegenwoordig langer en gezonder, deels omdat we zo veel weten over wat we moeten doen om gezond te blijven. Een belangrijk onderdeel daarvan is een grotendeels plantaardig dieet, dat minder belastend is voor de aarde en voor andere soorten. We kunnen een keuze maken en we moeten andere levensvormen respecteren, gewoon omdat die ook bestaan. Niets is onbelangrijk. Het draagt allemaal bij aan wie wij zijn. En dit is het perfecte moment om in actie te komen.
Dit gesprek is bewerkt en ingekort. Het verhaal verscheen oorspronkelijk in het Engels op NationalGeographic.com.