Foto's: mysterieus diepzeeleven onder Antarctica
Tijdens de diepste duik ooit onder het pakijs van de Zuidpool zijn opnamen gemaakt van een raadselachtige flora en fauna.
Gepubliceerd 14 mrt. 2018 13:36 CET

Een duiker bekijkt een keizerpinguïn die langs zwemt. De bruine vlekken aan de onderkant van het pakijs zijn micro-algen die zich daar hebben vastgezet en in het voorjaar van fotosynthese profiteren.
Foto door Laurent BallestaDe duikers doken telkens vijf uur achtereen en fotografeerden een grote diversiteit aan flora en fauna tot een diepte van zeventig meter onder het pakijs.
Foto door Laurent BallestaEen exemplaar van een van de zestien octopussoorten van het Zuidpoolgebied zit op de oceaanbodem. Alle Antarctische octopussen hebben gespecialiseerde pigmenten in hun bloed waarmee ze zichzelf blauw kunnen kleuren en extreme temperaturen onder het vriespunt kunnen overleven.
Foto door Laurent BallestaDe Weddell-zeehond, het enige zoogdier dat zich nog op deze zuidelijke breedten voortplant, zwemt onder het pakijs. De zeehonden blijven in de buurt van de kust en komen boven in gaten in het ijs om adem te halen.
Foto door Laurent BallestaEen duiker zwemt op ruim zestig meter diepte onder het wateroppervlak, waar weinig licht doordringt en de temperatuur tot anderhalve graad onder nul daalt.
Foto door Laurent BallestaEen jonge Weddell-zeehond zit in een holte in het pakijs. Eenmaal volgroeid, kan het jonge dier drie meter lang worden en een halve ton wegen.
Foto door Laurent BallestaIn de ijskoude wateren onder het pakijs van Antarctica leeft ook een grote variëteit aan ongewervelde dieren.
Foto door Laurent BallestaIn de buurt van het onderzoeksstation Dumont d'Urville in Oost-Antarctica zwemt een zeehond onder het ijs.
Foto door Laurent BallestaEen duiker zwemt onder pakijs van enkele meters dik. Het touw dat in de buurt in het water hangt, helpt duikers om hun weg terug naar de oppervlakte te vinden.
Foto door Laurent BallestaOp ruim zestig meter diepte - en verankerd aan de zeebodem - filteren oranje manteldieren (Synoicum adareanum) hun voedsel uit het zeewater. Ze "zien er heel simpel uit, als sponzen," zegt Chevaldonné, "maar ze hebben een lange evolutie achter zich." Manteldieren zijn ongewervelden, maar hun larven hebben wel een ruggenmerg.
Foto door Laurent BallestaDertig meter onder het pakijs filtert een zeelelie (Promachocrinus kerguelensis) met zijn varenachtige tentakels voedseldeeltjes uit het zeewater. Zeelelies zijn geen planten maar dieren - verwant aan de zeester - en kunnen zwemmen. Fotograaf Laurent Ballesta dook tot een diepte van zeventig meter om deze opnamen te maken.
Foto door Laurent BallestaEen octopus (Pareledone sp.) schiet over de zeebodem, waar het wemelt van de planten en dieren. Antarctica telt minstens zestien soorten octopussen, die allemaal een gespecialiseerd pigment genaamd hemocyanine in hun bloed hebben. Het pigment kleurt het bloed blauw en helpt de dieren om in temperaturen onder het vriespunt te kunnen overleven.
Foto door Laurent BallestaEen nieuwsgierige Weddell-zeehond van enkele weken oud komt een kijkje nemen. Het was misschien wel de eerste zwemoefening van deze jonge zeehond, zegt zeebioloog Pierre Chevaldonné, die op het onderzoeksstation Dumont d'Urville heeft gewerkt. Geen ander zoogdier ter wereld plant zich op zulke zuidelijke breedten voort als de Weddell-zeehond.
Foto door Laurent BallestaMet zijn romp verborgen in de onderkant van een ijsschol, laat een anemoon (Edwardsiella andrillae) zijn tentakels in het donkere water hangen. Volgens zeebiologe Marymegan Daly is het de enige anemoonsoort waarvan bekend is dat hij in het ijs leeft. Wetenschappers weten niet hoe het dier het ijs binnendringt of erin kan overleven.
Foto door Laurent BallestaIn de buurt van het onderzoeksstation Dumont d'Urville lekken strengen van bevroren pekelwater of 'brinicles' vanuit het pakijs naar beneden. Deze vluchtige en zelden gefotografeerde 'onderzeese ijspegels' ontstaan wanneer supergekoeld pekelwater zich in het pakijs ophoopt en door minder zout zeewater naar beneden sijpelt.
Foto door Laurent BallestaNet als veel pissebedden rolt deze soort (Glyptonotus antarcticus) zichzelf bij naderend gevaar op. Deze pissebed is bijna dertien centimeter lang.
Foto door Laurent BallestaEen schuwe ijskabeljauw (Nototheniidae) verschuilt zich in een kelpwoud (Himantothallus grandifolius). Deze op de zeebodem levende vissen hebben 'anti-vriesproteïnen' in hun bloed waarmee ze temperaturen van 1,5 tot 2 graden onder nul kunnen overleven. In de ijskoude zee rond Antarctica komen tenminste vijftig soorten ijskabeljauwen voor.
Foto door Laurent BallestaEen Weddell-zeehond (Leptonychotes weddellii) begeleidt haar pup op een duik onder het ijs. Wanneer het jong volgroeid is, zal het zo groot zijn als de moeder: zo'n drie meter lang en met een gewicht van een halve ton. Deze vreedzame dieren blijven dicht bij de kust en gebruiken gaten in het pakijs om adem te halen.
Foto door Laurent BallestaKeizerpinguïns (Aptenodytes forsteri) zijn op weg naar de open oceaan om naar voedsel te zoeken. De bruine vlekken aan de onderkant van het pakijs zijn micro-algen die zich daar hebben vastgezet en in het voorjaar van fotosynthese profiteren. De fotograaf had die dag zijn kamp op een van deze ijsschotsen opgeslagen.
Foto door Laurent BallestaDeze zeester (Macroptychaster sp.) van ruim dertig centimeter doorsnede ligt naast een boomvormige spons die door zeewormen wordt belaagd.
Foto door Laurent BallestaDeze ruim zeven centimeter lange Antarctische schelp (Adamussium colbecki) is vermoedelijk tientallen jaren oud. In de extreme kou groeien organismen zeer traag.
Foto door Laurent BallestaNog een voorbeeld van het mysterieuze 'polaire gigantisme': de zeespin Colossendeis megalonyx. Overal elders is de soort zeer klein, maar dit exemplaar in het Zuidpoolgebied heeft poten met een spanwijdte van achttien centimeter.
Foto door Laurent BallestaDeze bioluminescerende schijfkwal (Periphylla periphylla) met een doorsnede van ruim 35 centimeter en tientallen giftige tentakels drijft op een diepte van veertig meter voorbij. Deze klokvormige planktoneters mijden direct daglicht, dat ze kan doden.
Foto door Laurent Ballesta