Poolexpeditie onderzoekt klimaatverandering
Gepubliceerd 12 mrt. 2018 16:01 CET
Voor de bergachtige westkust van Spitsbergen, waar gletsjers in zee schuiven, doemt boven de zware zee een storm met harde windstoten op. Het team zeilde gedurende twee dagen langs deze westkust.
Op het Nordaustlandet van de Spitsbergen-archipel laat Jostein Bakke van de Universiteit van Bergen een boorpijp met een zuiger in het water van het Ringgåsvatnet-meer zakken. De pijp wordt dwars door het slib, zand, gruis en grind op de bodem van het meer gedreven, waardoor een boorkern van sedimenten kan worden opgehaald. De sedimenten zijn daar in de loop der millennia afgezet door smeltwater van de Ahlmannfonna-gletsjer.
Aan de Innvika-baai pakt het team alle uitrusting op die het kan dragen en loopt ermee naar het bijna twee kilometer verderop gelegen Ringgåsvatnet-meer, op het Nordaustlandet van de Spitsbergen-archipel. Op weg ernaartoe moeten ze over verbrokkeld, veenachtige terrein lopen en talloze keien ontwijken.
William D'Andrea, paleoklimatoloog aan het Lamont-Doherty Earth Observatory van de Columbia University in New York, staat op de uitkijk om ijsberen te spotten terwijl hij een keienveld tussen de Ahlmannfonna-gletsjer en het Ringgåsvatnet-meer overziet.
Aan de oever van het Ringgåsvatnet-meer maakt het team van wetenschappers een buis gereed voor het omhoog halen van een boorkern met sedimenten uit de bodem van het meer.
Onderzoekers Eivind Støren (links), Jostein Bakke (midden) en Torgeir Røthe (rechts) moeten een zwaar gewicht honderden malen op en neer duwen om een boorpijp door de slibafzettingen op de bodem van het meer te drijven en een boorkern naar boven te halen.
Eivind Støren (links) overhandigt Willem van der Bilt (rechts) van de Universiteit van Bergen een kleine verbindingspijp voor het ophalen van de boorkern.
Op een kalme zee ligt de zeilboot voor de kust van de Spitsbergen-archipel voor anker.