
Gevechten tussen zebramannetjes om de macht gaan er vaak hard aan toe, vooral wanneer er een vrouwtje op het spel staat. Ze gebruiken hun hoeven en scherpe tanden als wapen. Duels eindigen geregeld met botbreuken, een afgebeten staart of zelfs de dood.
Door gidsen in natuurreservaat Masai Mara (Kenia) werden ze ook wel de ‘prachtige vijf’ genoemd: een groep cheetamannetjes die ruim vier jaar lang gezamenlijk optrokken om te jagen. Meestal beconcurreren mannelijke dieren elkaar, maar jachtluipaarden zijn sociaal en passen zich makkelijk aan. De dieren blijven bijeen zolang ze baat hebben bij de samenwerking.
Schijngevechten met leeftijdsgenoten zijn onderdeel van het sociale gedrag van volwassen olifantenmannetjes. Zijn ze samen bij een drinkplaats, dan leggen ze geregeld hun slurf op elkaars kop, of een oor over de kop of romp van een ander. Ze tonen ontzag voor een dominant mannetje door de punt van hun slurf in zijn bek te steken.
Deze luipaard heeft een impala gedood en mee een boom ingesleept, buiten het bereik van hongerige hyena’s en leeuwen. Om rustig te kunnen eten, zoeken deze schuwe jagers stevige, gevorkte takken uit. Wanneer hun prooi valt, gaat een ander er met hun maaltijd vandoor.
Toerisme drukt zwaar op het ecosysteem van de Serengeti. Op de dag dat fotograaf Charlie Hamilton James deze foto in de Masai Mara maakte, telde hij in de buurt liefst 48 auto’s. Omgeven door mensen zijn jacht-luipaarden makker dan andere katachtigen; geregeld ligt er een te dutten in de schaduw van een safari-jeep. De grote katten worden bijna altijd gezelschap gehouden door mensen, zelfs als ze jagen.
De groep jachtluipaarden die bekendstaat als de ‘prachtige vijf’ verschalkt een gnoe. Meestal haalt één dier een prooi neer en bijten de andere de nek dicht tot de prooi stikt. Intussen moeten ze waken voor dieven, zoals leeuwen en hyena’s.
Een aantal gieren doet zich tegoed aan een gnoe. Deze ecologische vuilnismannen ruimen dode dieren sneller op dan andere aaseters, wat de verspreiding van ziekten onder mensen en andere dieren beperkt. Rondtrekkende kudden worden omgeven door miljarden vliegen. Ze leven van kadavers en leggen er hun eitjes in.
Nijlpaarden, hier badderend bij zonsopkomst in de Masai Mara, brengen zo’n zestien uur per dag door in rivieren en poelen, waar ze slapen in groepen van tien tot dertig dieren. Zo beschermen ze hun jongen tegen krokodillen. ’s Nachts grazen ze op het land. Dan kunnen ze kilometers afleggen en tientallen kilo’s gras verorberen. De mest die ze produceren, zit vol voedingsstoffen en houdt de Afrikaanse rivieren gezond. Ook veel andere diersoorten hebben er baat bij.
Impala’s moeten niet alleen waken voor roofdieren, maar ook voor concurrenten. Al op jonge leeftijd leren mannetjes duels aan te gaan. Zo bewaken ze hun territorium en verdedigen ze groepen vrouwtjes. Op de vlucht voor roofdieren (leeuwen, luipaarden, jachtluipaarden en hyena’s) maken ze sprongen tot wel drie meter hoog en tien meter ver.
Twee leeuwen eten van een elandantilope die ze de avond ervoor hebben gedood. Een troep gieren zit op een afstand te azen. Ze moeten geduld hebben; de leeuwen zullen drie dagen van hun prooi eten.
Een giraffe eet van een acacia. Volwassen dieren verstouwen dagelijks enkele tien tallen kilo’s bladeren, die ze met hun halve meter lange tong van de takken plukken. Ook de giraffe moet hier met andere dieren concurreren om leefruimte in een gebied dat steeds kleiner wordt