Elke dag rijden duizenden passagiers in de metro van San Francisco zonder het te weten dwars door de romp van een negentiende-eeuws schip. Zo ook realiseren duizenden voetgangers in het zakencentrum van de stad zich niet dat er tientallen oude schepen onder hun voeten begraven liggen. Tijdens de Gold Rush van Californië vervoerden de schepen goudzoekers naar San Francisco. Daar werden ze achtergelaten en om later onder huisvuil te worden begraven, toen de stad eind negentiende eeuw uit haar voegen begon te barsten.
Het San Francisco Maritime National Historical Park heeft nu een nieuwe kaart van deze begraven schepen gemaakt, met inbegrip van enkele fascinerende ontdekkingen die archeologen hebben gedaan sinds in 1963 de eerste kaart werd gepubliceerd.
Tegenwoordig kunnen de inwoners van San Francisco het zich maar moeilijk voorstellen, maar het gebied aan het begin van de Market Street, aan de oostkant van de stad, was ooit een ondiepe baai genaamd ‘Yerba Buena Cove’, vertelt Richard Everett, tentoonstellingscurator van het park. De kustlijn lag verder landinwaarts, richting de plek waar nu de beroemde Transamerica Pyramid verrijst.
Toen het nieuws over goudvondsten in Californië zich in 1848 begon te verspreiden, waren mensen er zó op gebrand naar Californië te reizen dat allerlei aftandse schepen opnieuw in de vaart werden genomen om de stroom reizigers te kunnen verwerken, zegt Everett. Bij aankomst konden de kapiteins geen lading of passagiers voor de terugreis vinden. Bovendien wilden kapiteins en hun bemanningen vaak zelf hun geluk als goudzoekers gaan beproeven.
De schepen werden niet zomaar achtergelaten – vaak werd een beheerder ingehuurd om een oogje in het zeil te houden, vertelt Everett – maar ze rotten wel langzaam weg. De bij dit artikel getoonde daguerreotypie maakte deel uit van een opmerkelijke panorama-opname die in 1852 werd gemaakt en toont een ‘woud van masten’ in de Yerba Buena Cove.
Sommige schepen werden voor andere doelen ingezet. Het beroemdste voorbeeld is de walvisvaarder Niantic, die rond 1849 opzettelijk aan de grond werd gezet en daarna als pakhuis, saloon en hotel werd gebruikt voordat het schip bij een grote brand in 1851 samen met veel andere schepen in de Cove werd verwoest. Op de resten van de Niantic werd later op de hoek van Clay Street en Sansome Street een hotel gebouwd, zes stratenblokken van de huidige kustlijn (zie de kaart bovenaan dit artikel).
Enkele schepen werden opzettelijk tot zinken gebracht. Net als tegenwoordig was grond in San Francisco kostbaar, maar er zaten in die tijd veel mazen in de wet. “Je kon een schip tot zinken brengen en dan de grond eronder opeisen,” zegt Everett. Je kon zelfs iemand betalen om jouw schip naar de juiste plek te slepen en het dan te laten zinken. Als de plek dan met huisvuil werd volgestort, had je een stuk peperdure stadsgrond. Al deze methoden en het getouwtrek om grond leidden tot de nodige gevechten en schietpartijen.
Een van de schepen die opzettelijk tot zinken werden gebracht, was de Rome, die in de jaren negentig van de vorige eeuw werd teruggevonden toen in de stad een tunnel werd gegraven om de N-Judah-tramlijn zuidwaarts vanaf de Market Street door te trekken. Tegenwoordig loopt de lijn (samen met de T- en K-lijnen) dwars door het voorsteven van het schip.
Uiteindelijk zou de Yerba Buena Cove helemaal worden volgestort. Eerst bouwden de inwoners steigers om de verder in de baai voor anker liggende schepen te kunnen bereiken, vertelt Everett. “Vanaf de kust werden steeds meer pieren aangelegd, als groeiende vingers.”
Daarna begonnen mensen huisvuil en zand in de baai te storten, die op veel plekken sowieso al ondiep was. “Door een paar kerels met paard en wagen zand te laten storten vanaf jouw stukje pier, kon je grond creëren dat je kon bezitten,” legt Everett uit.
Het was landjepik met verstrekkende consequenties, zoals blijkt uit de nog altijd bestaande controverse rond de verzakkende en scheef staande wolkenkrabber die bovenop de stortplaats werd gebouwd, op een plek waar ooit de zuidoever van de Yerba Buena Cove liep.
Voor het maken van de nieuwe scheepswrakkenkaart werd de hulp ingeroepen van de archeologen James Allan, James Delgado en Allen Pastron. Dankzij de ontdekkingen van deze drie en hun collega’s is de kaart nu verrijkt met fascinerende details, die op de eerdere versie van de kaart – die in 1963 door het San Francisco Maritime National Historical Park werd gemaakt (zie onder) – nog niet waren te zien. De rode cirkels op de nieuwe kaart geven de plekken aan die door de archeologen zijn onderzocht.
Een van de interessantste toevoegingen op de nieuwe kaart is de sloopwerf bij Rincon Point, aan de zuidoever van de Yerba Buena Cove, in de buurt van het huidige ankerpunt van de Bay Bridge. Een man genaamd Charles Hare dreef daar een lucratief sloopbedrijf, met minstens honderd Chinese arbeiders, waar oude schepen uit elkaar werden gehaald. Hare verkocht het koper- en bronsbeslag van de schepen om in nieuwe schepen en gebouwen te worden gebruikt. Ook het sloophout was in die tijd zeer waardevol, zegt Everett.
Hare’s bedrijf ging ten onder bij de brand van 1851. Archeologen hebben op de plek de resten van zes schepen gevonden die op het moment van de brand vermoedelijk werden gesloopt. Een van die schepen, de Candace, was eveneens een walvisvaarder die weer haastig in de vaart was genomen om goudzoekers naar San Francisco te vervoeren. Ook werd een lichte platbodem gevonden, een boot die werd gebruikt om goederen tussen de voor anker liggende schepen en de wal te vervoeren.
Bij een stadsontwikkelingsproject dat in 2006 bij de Broadway Street en de Front Street in gang werd gezet, werden botten gevonden die door archeologen worden toegeschreven aan galápagosschildpadden (op de kaart is deze plek met een sterretje gemarkeerd). Veel schepen die rond Kaap Hoorn voeren, maakten een tussenstop op de Galápagoseilanden, waar ze een paar schildpadden in het ruim gooiden om tijdens de lange reis, noordwaarts richting Californië, over vers vlees te beschikken. “Ze kwamen in San Francisco aan en wat bleek: ze hadden meer schildpadden aan boord dan ze hadden kunnen opeten,” vertelt Everett. Veel restaurants en pensions rond de Cove serveerden schildpaddensoep, zo blijkt uit de menukaarten van die tijd.
Illustrator en ontwerper Michael Warner zegt dat hij zich voor het ontwerp van de nieuwe kaart mede liet inspireren door de ‘Kaarten der Ontdekkingsreizen’ op de muurschildering die in 1928 door N.C. Wyeth voor het hoofdkantoor van de National Geographic Society werd gemaakt. Wyeth roept de romantiek van het tijdperk van de grote ontdekkingen op en dat bracht Warner op het idee om niet alleen de informatie over de begraven schepen en oude werven in de kaart op te nemen. “Ik hoop dat ik niet alleen een duidelijk beeld heb geschetst voor mensen die in geschiedenis zijn geïnteresseerd,” zegt hij, “maar iets heb gecreëerd dat ook mensen in het algemeen iets kan bijbrengen, zonder dat ze het doorhebben!”
Het team werkt nog aan details van de kaart, zoals de beste manier om de omtrek van Charles Hare’s sloopwerf af te beelden. Begin dit jaar moet er een poster van de nieuw kaart beschikbaar zijn en zal de kaart in het bezoekerscentrum worden getoond.