De charismatische bergbeklimmer Ueli Steck werd beroemd met zijn snelle beklimmingen van enkele van de hoogste en lastigste bergen ter wereld. Door deze ongehoorde staaltjes van uithoudingsvermogen kreeg hij de bijnaam ‘Zwitserse machine’. Hij overleed zondag terwijl hij bezig was te acclimatiseren in het Everestgebied van Nepal. Hij was 40 jaar oud.

Een woordvoerder van de familie van Steck bevestigde zijn dood op zijn website:

“Ueli Steck overleed tijdens een poging de Mount Everest en de Lhotse te beklimmen. Zijn familie werd vandaag op de hoogte gesteld van zijn dood. De exacte omstandigheden zijn op dit moment nog onbekend. De familie is zeer bedroefd en verzoekt de media uit respect voor Ueli speculaties over de omstandigheden van zijn overlijden achterwege te laten.”

Het stoffelijk overschot van Steck werd volgens berichten gevonden aan de voet van de West Nuptse, een 7800 meter hoge piek ten westen van het Everestmassief. Steck, die alleen klom, was op de Nuptse om te acclimatiseren toen het ongeluk plaatsvond. Hij bereidde zich hier voor op zijn uiteindelijke doel: hij wilde zowel de Everest (8850 meter) als de Lhotse (8516 meter) tijdens één tocht beklimmen. Daarbij zou hij een ambitieuze route nemen naar de top van de Everest, via de beruchte West Ridge (westkam), die na de eerste beklimming in 1963 nooit meer werd genomen. Bovendien was hij van plan om zonder zuurstofflessen te klimmen.

Steck trainde al jaren voor het “Everest-Lhotse-project,” zoals hij het noemde. Altijd als hij het erover had, waren de opwinding en het ontzag van zijn gezicht te lezen. Door dit ongebreidelde enthousiasme voor het klimmen, in combinatie met zijn bijna onmenselijke uithoudingsvermogen, was hij een bron van inspiratie voor zowel topklimmers als inactieve bergliefhebbers over de hele wereld. Het leverde hem ook de titel National Geographic Adventurer of the Year op in 2015.

“Ueli gaf ons meer dan alleen inspiratie,” aldus Cory Richards, een National Geographic-fotograaf die momenteel in Tibet verblijft om te acclimatiseren voor zijn eigen poging de Everest te beklimmen. “Wat hij onze community bracht, wordt alleen geëvenaard door de sporen die hij naliet in de bergen. Het gat dat hij achterlaat kan naar mijn mening niet meer worden gevuld. Hij werd bewonderd en vereerd.”

De dood van Steck is het eerste fatale ongeluk van dit klimseizoen op de Everest. Die periode loopt van maart tot mei. Volgens schattingen zijn er dit jaar ruim duizend alpinisten die richting de top van de Everest gaan, wat op zichzelf al een record is. Dat Steck, die werd gezien als misschien wel de beste bergbeklimmer van zijn tijd, overleed tijdens een standaardklim om te acclimatiseren, zegt veel over de risico’s die het klimmen in de Himalaya met zich meebrengt.

In 2015 zei Steck over de gevaren van bergbeklimmen tegen National Geographic Adventure Het is een eindeloze discussie Als je de bergen ingaat moet je accepteren dat je altijd een risico loopt
In 2015 zei Steck over de gevaren van bergbeklimmen tegen National Geographic Adventure “Het is een eindeloze discussie. Als je de bergen ingaat, moet je accepteren dat je altijd een risico loopt.”
Jean-Pierre Clatot, AFP/Getty Images

“De Everest is en blijft gevaarlijk,” aldus Richards. “Hoe triest het ook is als er mensen omkomen, het is belangrijk dat we ons blijven realiseren dat we die hoge bergen juist intrekken om de grens op te zoeken. Dat geeft het leven juist extra betekenis.”

De meest indrukwekkende prestatie van Steck was misschien wel zijn tempobeklimming van de 8061 meter hoge Annapurna in 2013, waarbij hij in 28 uur de top bereikte. Hij kreeg daarvoor de Piolet d’Or, de belangrijkste jaarlijkse prijs voor klimprestaties. Steck bedwong daarvoor de zuidwand, een afschrikwekkende, steile muur van ijs en afbrokkelend gesteente met een hoogte van ruim drieduizend meter. In 2007 kwam Steck bijna om het leven tijdens een poging de zuidwand te beklimmen. Door neervallend puin maakte hij een val van 300 meter. Wonder boven wonder kwam hij er vanaf met slechts enkele lichte verwondingen.

Steck groeide op in het idyllische plaatsje Emmental. In zijn jeugd speelde hij ijshockey met zijn twee oudere broers. Op zijn twaalfde ontdekte hij de bergsport, toen vrienden van zijn vader, een kopersmid, hem meenamen naar in de buurt gelegen rotsen. Hij maakte daarop de overstap van de ijshockeybaan naar de klimmuur en deed al snel mee aan wedstrijden in het Zwitserse nationale klimteam voor junioren. Steck was een geboren rotsklimmer, die in staat was op hoog niveau te presteren. In 2009 vierden hij en zijn vrouw hun huwelijk met een zogenaamde free climb (een klim waarbij wel hulpmiddelen worden gebruikt ter bescherming, maar niet voor het klimmen zelf) van de ‘Golden Gate’, een ruim 900 meter hoge rots in de zware categorie 5.13a op El Capitan in Yosemite National Park in Californië. De bijna-‘on-sight’ (een klim zonder kennis vooraf of hulpmiddelen van betekenis) van Steck viel op en leverde hem het respect op van de Yosemite-bewoners, die meestal niet snel onder de indruk zijn.

Maar Stecks hart lag bij de bergen. Hij klom licht en snel en probeerde steeds zo groot mogelijke stukken af te leggen. Hij trainde voor zijn belangrijkste beklimmingen in de Himalaya door in de Europese Alpen hard te lopen en solo te klimmen. Een van zijn favoriete activiteiten was om de beruchte noordwand van de Eiger (Nordwand) op tempo te beklimmen. De eerste beklimming in 1938 daarvan was een heroïsche klimtocht die vier dagen in beslag nam. Steck beklom de Nordwand voor het eerst solo op zijn 28e, in iets meer dan tien uur. In de loop van de jaren bleef hij die tijd steeds verbeteren, tot hij in 2015 in slechts 2 uur, 22 minuten en 50 seconden naar de top racete. Dat record staat nog steeds.

De loopbaan van Steck kende ook enkele controverses. In 2013 was hij op de Everest aan het acclimatiseren met Simone Moro, een bekende bergsporter en helikopterpiloot uit Italië en Jonathan Griffith, een Engelse klimmer en fotograaf. Het drietal besloot te gaan klimmen boven een team Sherpa’s, die bezig waren touwen te bevestigen. Dat viel niet in goede aarde bij de Sherpa’s. In een lagergelegen kamp kwam het tot een botsing. Boze, als gids werkende Sherpa’s kwamen in een groep verhaal halen en gooiden uiteindelijk stenen naar de tenten van de Europese alpinisten.