Yukon: Het goud van Canada
Yukon, gelegen in het noordwesten van Canada, is een van de meest afgelegen gebieden ter wereld en werd eind 19de eeuw bevangen door de goudkoorts. In het voetspoor van de goudzoekers van Klondike.

Ik trek met mijn vrouw een paar weken door Yukon in het noord westen van Canada. Yukon, een zogenaamd territorium van Canada, grenst aan Alaska en beslaat een gebied zo groot als Spanje. Het is buitengewoon dun bevolkt, er leven zo’n 38.000 inwoners, van wie 29.000 in de hoofdstad Whitehorse en directe omgeving. De rest van de Yukoners woont in enkele tientallen gemeenschappen verspreid over het uitgestrekte en lege land.
Yukon is een ruig, subarctisch gebied, bedekt met eindeloos boreaal woud en in het noorden onafzienbare toendravlaktes. Er leven meer dan zes keer zo veel kariboes in het wild dan mensen en bijna overal moet je attent zijn op de aanwezigheid van beren: grizzly’s, bruine en zwarte beren. ‘You are in bear country/ Vous êtes au pays de ours’ lees ik op gele waarschuwingsbordjes bij de toegang tot de natuurgebieden.
Yukon is slechts sinds enkele decennia goed bereikbaar met de auto, daarvoor vond het transport vooral via de rivieren en grind wegen plaats. Er is een beperkt aantal asfaltwegen, slechts twee rijstroken breed, die als dunne draadjes door het onherbergzame gebied slingeren. Van het zuiden naar het noordwesten loopt de beroemde Alaska Highway, die in 1942 in acht maanden werd aangelegd nadat Japan de luchtmachtbasis Pearl Harbour had aangevallen en de Amerikanen hun militaire positie in Alaska wilde versterken.
In 1948 werd de weg open gesteld voor het publiek. De Klondike Highway loopt over meer dan 600 kilometer in noordelijke richting van Whitehorse naar Dawson City en geldt in zekere zin als de hoofdweg door Yukon, maar je komt tijdens je rit soms maar enkele tegenliggers per uur tegen. De weg werd in de jaren ’80 geasfalteerd. Verder zijn er nog een paar goed onderhouden, goeddeels onverharde wegen, hoewel het bereiden daarvan best uitdagend kan zijn.
Stewart Crossing aan de Klondike Highway is met de deels onverharde Silvertrail verbonden met het mijnbouwgebied rond Keno City. En van Dawson City loopt over een afstand van 736 kilometer de in 1979 geopende Dempster Highway via de poolcirkel naar Inuvik bij de Noordelijke IJszee. Ten Westen van Dawson ligt naar de grens met Alaska nog de prachtige Top of the World Highway, ook niet geasfalteerd, maar met prachtige vergezichten. En daarmee heb je de doorgaande wegen wel gehad.
Hierdoor is Yukon, ondanks zijn enorme uitgestrektheid, toch een kleine wereld waar je elkaar makkelijk tegenkomt. Het volgende dorp kan een paar honderd kilometer verderop liggen, maar de kans dat je daar iemand tegen het lijf loopt die je een dag eerder al hebt ontmoet, is behoorlijk groot. Een kwart van de bevolking stamt af van de indianen, de First Nations. Zij waren de eerste bewoners die al duizenden jaren geleden met jacht en visserij in kleine nederzettingen wisten te overleven. Westerlingen kwamen er pas in de 19de eeuw.
Robert Campbell, een pelshandelaar van de Hudson’s Bay Company, zette in 1848 een handelspost op, waar hij handel dreef met de indianen. Verder trokken er wat goudzoekers door Yukon, maar het stelde allemaal niet zo veel voor. Totdat op 16 augustus 1896 George Carmack, een jager die met zijn vrouw bij de Tagish First Nations woonde, met twee zwagers in Rabbit Creek, een zijrivier van de Klondike, goud vonden. Er wordt ook wel beweerd dat zijn echtgenote de vondst heeft gedaan, maar als vrouw en indiaanse moeilijk de mijnrechten of claim had kunnen verkrijgen.
Toen het nieuws van de vondst wereldkundig werd, trokken duizenden gelukszoekers naar Rabbit Creek, dat werd omgedoopt in Bonanza Creek. De laatste en grootste goldrush ter wereld ging van start. Zeker 100.000 mensen van allerlei pluimage over de hele wereld verlieten huis en haard en trokken naar het onherbergzame Yukon. Het was een weg vol hindernissen en lichamelijke ontberingen, veel goudzoekers gaven hun missie al op voordat ze bij de goudvelden waren aangekomen.
De meesten kozen voor de route via de Inside Passage langs de eilanden voor de NoordAmerikaanse westkust naar Skagway in Alaska, waar ze lopend de steile Chilikoot Pass moesten oversteken. Als die hindernis was genomen, lieten de goudzoekers zich met gammele schepen of vlotten de Yukon afzakken, waar ze gevaarlijke stroomversnellingen als de Whitehorse Rapids en Grand Rapids moesten bedwingen. Ze streken neer op een vlak stuk land waar de Klondike en Yukon samenstroomden.
In korte tijd ontstond een nederzetting van blokhutten en tenten, waar zich uiteindelijk zo’n 40.000 mensen verzamelden. Dawson City ontwikkelde zich tot het centrum van de goldrush, er verrezen houtmolens, pakhuizen, handelsposten, huizen, hotels en aanlegplaatsen voor rivierboten. Ook het uitgaansleven kwam tot bloei wat Dawson City, nog geen 250 kilometer van de poolcirkel, de bijnaam ‘Parijs van het Noorden’ gaf, met bars, theaters en dansgelegenheden.
Het complete verhaal is te lezen in de eerste editie van 2018 van National Geographic Traveler.