Vanwege de gloed die vanaf zijn hoge bergtop uitstraalt, wordt de Stromboli ook wel de ‘vuurtoren van de Middellandse Zee’ genoemd. De vulkaan vormt een van de zeven Eolische Eilanden voor de noordkust van Sicilië, is ongeveer zo groot als de binnenstad van Los Angeles en verheft zich niet meer dan 926 meter boven de zeespiegel. De Stromboli is een van de meest actieve vulkanen ter wereld en braakt al 2500 jaar bijna zonder onderbrekingen lava uit.
In 2000 werden de Stromboli en de naburige eilanden vanwege hun belang voor de vulkanologie uitgeroepen tot Werelderfgoed, en elke zomer lokken zijn fraaie stranden boten vol toeristen en maken zo’n vijfhonderd bezoekers zich elke dag bij zonsondergang op voor de vier uur durende klim naar de top van de berg, om er het lavaspektakel tegen de achtergrond van de nachthemel te bewonderen. In juli van dit jaar werd bij een explosieve oprisping van de vulkaan een grote aswolk bijna vijf kilometer de lucht in geblazen. Gloeiend hete stenen en as regenden neer op de zuidwestelijke helling en veroorzaakten natuurbrandjes. De verraste bewoners en bergbeklimmers moesten door reddingsboten worden geëvacueerd en meerdere mensen raakten gewond.
Enkele weken later, op 18 augustus, bracht een tweede, zwaardere explosie een pyroclastische stroom van as en puin op gang die door de Sciara del Fuoco (‘Vuurbarst’) – een steile kloof waardoorheen lava uit de vulkaan naar zee stroomt – naar beneden denderde en een kleine tsunami veroorzaakte. De Italiaanse Protezione Civile verklaarde de Stromboli instabiel en riep zijn hellingen vanaf een hoogte van driehonderd meter (ongeveer een derde van de vulkaan) tot verboden gebied uit.
De veiligheidsmaatregelen na deze gevaarlijke uitbarstingen onderstreepten nog eens dat ‘vulkaantoerisme’ per definitie een riskante zaak is. Dat werd onlangs op tragische wijze bevestigd door de uitbarsting van Whakaari/White Island, een kleine vulkaan in de Bay of Plenty aan de noordkust van Nieuw-Zeeland. Op het moment dat de vulkaan in een reeks gewelddadige explosies tot uitbarsting kwam, waren er tientallen toeristen op het eilandje, waaronder enkele die zich direct aan de rand van de actieve krater van de vulkaanbevonden. Er vielen zestien doden en twee mensen worden nog vermist. Hoewel de uitbarsting zelf niet uitzonderlijk zwaar was, zorgde de nabijheid van toeristen op die dag voor “het ergst denkbare scenario”, in de woorden van een vulkanoloog.
Het is nooit een goed idee om je als toerist in gevaar te brengen, dus ging ik afgelopen november op pad om uit te zoeken of een bezoekje aan de Stromboli zónder het panoramische uitzicht vanaf de top van de vulkaan en een grondige verkenning van zijn krater wel de moeite waard was.
“Sinds de uitbarstingen van de zomer wordt de vulkaan aanzienlijk minder bezichtigd,” zegt Beatrice Fassi van de plaatselijke touroperator Magmatrek. “Als we het toerisme hier willen redden, moeten we iets nieuws bedenken.”
Tegen het vallen van de avond lopen we in stevige pas over een smalle weg door San Vicenzo, San Bartolo en Piscità – drie wijken van het plaatsje Stromboli op de noordoostpunt van het eilandje, daar waar de meeste mensen wonen. Toen bij een zware uitbarsting in 1930 zes mensen werden gedood, daalde het inwonertal van het eilandje van zo’n 5000 naar minder dan 500.
We hopen nog vóór het vallen van de avond de route langs de Sciara del Fuoco te bereiken. Het schemerdonker wordt opgefleurd door de witgekalkte huizen van Stromboli, versierd met kleurrijke bougainvillea, trompetklimmers en lamsoren. Af en toe flitsen de koplampen van een scooter of een gemotoriseerde driewieler voorbij, maar er zijn geen straatlantaarns of auto’s op Stromboli. Op Punta Labronzo, vanwaar je de lavafonteinen van de vulkaan prachtig kunt zien, zet ik mijn helmlamp op en loop verder de berg op, waar ik een afspraak heb met de legendarische gids en vulkaanhistoricus Mario (Zazà) Zaia.
Het pad verloopt nu via een reeks steile haarspeldbochten, die in 1951 werden geplaveid met vulkanische steenplaten – een jaar na de première van de film Stromboli van Roberto Rossellini, met Ingrid Bergman in de hoofdrol. Om het kwartier laat de vulkaan een oprisping horen: een luid gedonder en explosies van rode lava. In mijn eentje in deze vreemde wereld voel ik me verrassend kalm.
Na anderhalf uur kom ik op het uitkijkplatform aan en voeg me bij een tiental vulkaanliefhebbers, die hier genieten van het gerommel en de vuurtongen. Plotseling duikt het silhouet van een bebaarde man met skistokken en zijn hond op. Ik roep: “Zazà!” Samen dalen we de berg weer af.
“We leven op een tijdbom,” zegt hij.
“Jaagt je dat angst aan?” vraag ik. Integendeel, antwoordt Zaia. Hij voelt een eindeloos ontzag voor de niet-aflatende kracht die deze stratovulkaan op de bodem van de Tyrreense Zee deed verrijzen en, uitbarsting na uitbarsting, de kegel opbouwde die we vandaag de dag boven de zee zien uitsteken.
In veilige omstandigheden mag Zaia tweemaal per dag een groep de berg op en weer af leiden, en naar eigen zeggen is hij nooit moe of verveeld. Elke tocht door dit prachtige maar gevaarlijke landschap is inspirerend en stimulerend.
De Strombolani zijn tegenwoordig hard bezig om hun eiland op een duurzame toekomst voor te bereiden. Vier jaar geleden begon Vincenzo Cusolito met het aanplanten van Malvasia-druiven. In de achttiende eeuw bewerkten de bewoners van Stromboli de vruchtbare terrassen van de vulkaan, maar in 1880 werden de wijngaarden door een plaag van de druifluis weggevaagd. Sommige bewoners richtten zich voortaan op de visvangst, andere emigreerden naar Australië. Maar volgend jaar september wil Cusolito, die samen met zijn drie zoons een bedrijf in agrotoerisme beheert, wijnproeverijen organiseren en de jaarlijkse druivenoogst met behulp van de bevolking binnenhalen. De Cusolito’s steken ook tijd in de coöperatie Attiva Stromboli, een ngo die oude en verwaarloosde olijfbomen van vroegere eilandbewoners nieuw leven wil inblazen.
Overdag werkt Salvatore Russo in de bouw, maar ’s nachts houwt hij in zijn atelier naast zijn huis beeldhouwwerken uit de dichte basaltsteen die de vulkaan heeft uitgeworpen. Zijn atelier is een geliefde tussenstop tijdens rondleidingen, en bezoekers kunnen zijn beelden bekijken en hem zien werken.
De vissers van Stromboli werpen hun netten laat in de avond vanaf houten boten uit en keren bij het ochtendgloren terug om hun vangst op het strand te verkopen. Chef-kok Frank Utano, zelf een voormalig visser, kiest elke ochtend de zeevruchten uit voor zijn restaurant Ristorante da Zurro, dat aan het haventje ligt. Voor zijn bekendste gerecht verrijkt hij verse pasta met ansjovis en plaatselijk geteelde knoflook, kerstomaatjes en pepertjes: spaghetti alla Stromboliana. De creatieve amuses, adembenemende uitzichten en vriendelijke ambiance van zijn restaurant hebben hem een loyale clientèle onder zomergasten opgeleverd.
Op mijn laatste dag op Stromboli neemt de jongste gids van Magmatrek, Manuel Oliva, me mee op een natuurwandeling rond de drie noordelijke dorpen. Hij is hier geboren en getogen en is niet van plan te vertrekken. Op een akkertje bij de kust plant hij mango- en avocadobomen aan, een initiatief dat bedoeld is om nieuwe fruitsoorten te introduceren en bodemerosie tegen te gaan.
Wanneer we bij het uitkijkpunt op driehonderd meter hoogte aankomen, blijft Oliva achter om zijn taak als bergwacht te vervullen en daal ik de berg weer af, via de zigzagroute van de vorige avond. In het daglicht zie ik nu wat een dag eerder in het duister lag: schijfcactussen en verwrongen olijfbomen die op de hellingen standhouden. Beneden glinstert de kobaltblauwe zee. Net als Zaia geeft het beklimmen van deze vulkaan me nieuwe energie. Maar ik besef dat ik de top van de Stromboli niet hoef te beklimmen om hier iets van mijn gading te vinden. Soms is de vulkaan het mooist als je hem van beneden bekijkt, met een dankbare blik op de hemel gericht.
De dag nadat ik Stromboli had verlaten, werd de waarschuwingscode voor erupties verlaagd van oranje naar geel, zegt Maurizio Ripepe, professor in de geofysica en de fysische vulkanologie aan de Universiteit van Florence en onderzoeker die voor de Protezione Civile de risico’s van erupties beoordeelt.
“Dat betekent dat de vulkaan steeds meer terugkeert naar zijn normale patroon,” zegt hij. “Maar de explosieve activiteit is nog steeds vrij hoog en vereist onze aandacht. Momenteel beoordeelt de Protezione Civile nog welk deel van de berg tot welke hoogte door toeristen kan worden bezocht.” Maar de explosies van deze zomer wijzen erop dat de afgelopen zestig jaar een periode van relatieve rust zijn geweest en dat de vulkaan in de toekomst weer net zo actief kan worden als vóór 1959. Ripepe: “We zullen opnieuw moeten nadenken over hoe we het eiland gebruiken en het bezoek aan de vulkaan aangenaam en veilig kunnen maken.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com
Ga in januari mee op reis tijdens Travel Month. natgeo.nl/travelmonth