Op 24 mei 1909 werd het allereerste nationale park van Europa in het leven geroepen. Deze eer kwam toe aan Sarek, een natuurgebied vol ruige bergtoppen, gletsjerdalen en wildlife in Zweeds Lapland. Sindsdien wordt elk jaar op deze dag stilgestaan bij het belang van natuurbescherming op de Europese Dag van de Nationale Parken.
Hoeveel nationale parken zijn er in Europa?
Inmiddels telt Europa bijna vijfhonderd nationale parken. Omdat het best een uitdaging is om ze allemaal te bezoeken, hebben wij alvast een selectie voor je gemaakt. Dit zijn de zes favorieten van de National Geographic-redactie.
1. Triglav, Slovenië
Slovenië telt één nationaal park, en dat is Triglav. Het is vernoemd naar de hoogste berg van het land en leent zich, net als veel nationale parken in Europa, perfect voor activiteiten als raften, hiken, fietsen of klimmen. Ook zijn een wandeling naar de 78 meter hoge Savica-waterval en de Mostnica-kloof de moeite waard. Onderweg kom je door bossen, langs heldere rivieren en alpensteenbokken (met een beetje geluk zie je ook een lynx of beer). Belangrijk: neem van tevoren altijd de regels van het park goed door.
2. Picos de Europa, Spanje
Nationaal Park Picos de Europa, dat zich uitstrekt over de noordelijke Spaanse provincies Cantabrië, Asturië en Léon, heeft zo veel wandelroutes dat het moeilijk kiezen is. Ruta del Cares, door de vallei van de Cares-rivier, is veruit de populairste. In elk geval is een huttentocht, zoals je die ook vaak vindt in de Italiaanse Dolomieten, een van de leukste manieren om het gebied te verkennen. De beste tijd om Picos del Europa te bezoeken is tussen juni en september; dan heb je minder kans op regen en zijn ook de hoger gelegen hutten en wandelpaden toegankelijk.
3. Tzoumerka, Griekenland
Het groene, bergachtige Tzoumerka is een van de minder bekende nationale parken in Europa. Een van de hoogtepunten van dit Griekse park is het Kipinasklooster, dat is uitgehouwen in de rotsen. Doordat er in deze bergketen voldoende regen valt, kun je er het hele jaar door raften op de Arachtosrivier. Houd je liever droge voeten? Loop dan over de historische Plaka-boogbrug, die ooit de grens tussen Griekenland en het Ottomaanse Rijk vormde.
4. Thingvellir, IJsland
Bij veel nationale parken in Europa ligt de nadruk op de natuur, maar in Nationaal Park Thingvellir is er ook een hoop aandacht voor de geschiedenis. Thingvellir maakt onderdeel uit van de Golden Circle-route op IJsland, die je ook langs de Gullfos-waterval en geisers van Haukadalur brengt. In het nationale park kun je de plek bezoeken waar de Vikingen in 930 voor het eerst het Althing (de volksvergadering) bij elkaar riepen, struinen door het vulkanische landschap of een ijskoude duik nemen in de Silfrakloof.
5. Dovrefjell, Noorwegen
In het Noorse binnenland vind je Nationaal Park Dovrefjell, dat bekendstaat om de populatie muskusossen die er ronddraaft. De beste manier om dit arctische hoefdier van dichtbij te zien is door een safari te boeken. Maar in dit bijzondere nationale park in Europa is nog veel meer te bewonderen: denk bijvoorbeeld aan rendieren, de bizarre hoeveelheid eetbare planten en het uitzicht op – en vanaf – de Snøhetta, de hoogste berg van Dovrefjell.
6. El Teide, Tenerife
Op Tenerife kun je prachtige wandelingen maken, al helemaal als je een bezoek brengt aan Nationaal Park El Teide. Het is het grootste nationale park van de Canarische Eilanden en wordt gekenmerkt door de 3718 meter hoge vulkaan El Teide. Het landschap varieert hier van naaldbossen tot rotslandschappen en gigacactussen. Aanraders: hiken of met de kabelbaan naar de top van de vulkaan of een bezoek brengen aan de sterrenwacht.
Benieuwd naar andere nationale parken in Europa? Lees dan over Pembrokshire Coast National Park in Wales en Nationaal Park Vjosa in Albanië. Maar ook in Nederland vind je een aantal van de mooiste nationale parken.