Wanneer ik eind november vanuit Reykjavik koers zet naar Nationaal Park Thingvellir op IJsland, is het nog pikdonker. Pas vanaf een uur of 10 ’s ochtends ontwaart zich langzaam een uitgestrekt, vulkanisch landschap rond de auto, bedekt met een dun laagje sneeuw. Alleen de weg naar het park toe al is een cadeautje.
Na een korte tussenstop kom ik aan in Nationaal Park Thingvellir. De wind is guur, maar door de schoonheid en indrukwekkende geschiedenis van deze plek ben ik de kou al snel weer vergeten. Ik vertel je waarom je dit park niet kunt overslaan tijdens je bezoek aan IJsland.
1. De rijke historie van Nationaal Park Thingvellir
Nationaal Park Thingvellir, gelegen aan de iconische Golden Circle-route op IJsland, werd in 2004 door Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed. Een van de redenen daarvoor is de rol die deze plek heeft gespeeld in de geschiedenis van IJsland.
Hier ontstond namelijk het IJslandse parlement: in 930 riepen de Vikingen er voor het eerst het Althing, oftewel de volksvergadering, bij elkaar. Eeuwenlang kwamen mensen vanuit het hele land bijeen in Thingvellir om regels op te stellen en belangrijke beslissingen te nemen. In de vallei stichtten ze tijdelijke onderkomens, met muren van steen of turf en daken van wollen lakens. De resten daarvan zijn nog altijd zichtbaar in Nationaal Park Thingvellir.
Ook werden er huwelijken voltrokken, zaken gedaan en misdadigers berecht. Vanaf het bezoekerscentrum loop je via de goed onderhouden paden langs onder meer het oude parlementsgebouw – in 1798 werd het parlement verplaatst naar Reykjavik – en de Thingvallakirkja, een kerkje dat er volgens de legende al sinds 1017 staat.
2. Wandelen door het vulkanische landschap
Of je nu in de winter of zomer eropuit trekt, in Nationaal Park Thingvellir word je het hele jaar door getrakteerd op prachtige uitzichten. De normaal gesproken geel-groengekleurde weiden, tijdens mijn bezoek spierwit door de sneeuw en het ijs, steken af tegen de donkere, ruige rotswanden op weg naar de Öxarárfoss, een 20 meter hoge waterval die eenvoudig te voet is te bereiken.
Bovendien valt vanuit het park direct de Skjaldbreiður op, de schildvulkaan die zo’n 9000 jaar geleden ontstond tijdens een grote uitbarsting, waarbij ook het lavaveld in Nationaal Park Thingvellir werd gevormd. Het gebied ligt op de Mid-Atlantische Rug, de scheidingslijn tussen de Noord-Amerikaanse en Euraziatische tektonische plaat.
Door de bewegingen van de platen, die jaarlijks een tot twee centimeter uit elkaar drijven, is het landschap van Thingvellir constant aan verandering onderhevig. Ook zijn er hierdoor opvallend veel breukvlakken en kloven, gevuld met fris, kraakhelder water uit ondergrondse bronnen of smeltwater van gletsjers – perfect om in te duiken.
3. Duiken in de (ijskoude) Silfrakloof
Met een buitentemperatuur van zes graden onder nul durf ik het zelf niet aan, maar in de Silfrakloof kun je snorkelen en scubaduiken. Het kost wat, snorkelen doe je er vanaf 131 euro per persoon, maar dan heb je wel meteen een van de bijzonderste uitjes op IJsland te pakken: zwemmen in de breuklijn van twee tektonische platen. Nationaal Park Thingvellir is de enige plek ter wereld waar je dit kunt doen.
Warm is het water niet – tussen 1,5 en 4 graden Celsius – maar voordat je erin plonst word je goed ingepakt. Onder water kom je weinig tot geen vissen tegen, maar het zicht is zo goed dat je je kunt vergapen aan de rotsformaties die door de eeuwen heen zijn gevormd. Vanwege de populariteit van deze excursie, met name in het voorjaar en de zomer, is het aan te raden ruim van te voren te boeken.
Meer lezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang wekelijks de favoriete verhalen van de redactie in je mail.












