Europa leent zich perfect voor een stedentrip, bijvoorbeeld naar Barcelona, Parijs of Berlijn. Steeds meer plekken zijn makkelijk te bereiken met de trein. Maar er zijn ook genoeg onontdekte dorpjes en stadjes waarvoor je wat meer moeite moet doen. Dit zijn zeven plaatsjes in Europa die wellicht minder voor de hand liggen, maar die zeker de moeite waard zijn.
1. Erice (Italië)
Om dit dromerige dorpje te bereiken kun je de kabelbaan pakken naar de top van de Monte San Giuliano. Vanwege de hoge ligging en nabijheid van de zee gaat Erice vaak op in de wolken, een fenomeen dat ook wel de ‘kus van Venus’ wordt genoemd.
Op een heldere dag heb je vanaf hier een prachtig uitzicht over de stad Trapani, de Italiaanse kust en de Egadische Eilanden. Ook blijft het plaatsje trouw aan zijn Siciliaanse ambachten. Zo vind je er winkeltjes met handgeschilderde keramiek en handgeweven tapijten.
2. Monemvasia (Griekenland)
Deze Griekse vestingstad, ook te zien op de afbeelding bovenaan, wordt omgeven door een hoge muur en is alleen te bereiken via een smalle dijk die Monemvasia met het schiereiland Peloponnesos verbindt. Eenmaal aangekomen vind je in het plaatsje een bijzondere mix van Byzantijnse, Ottomaanse en Venetiaanse architectuur.
Leestip: Van Australië tot Nederland: dit zijn 21 van de mooiste stranden ter wereld
Zin in avontuur? Maak dan de klim naar het vervallen fort dat boven Monemvasia uittorent. Let op: in de zomer kan het hier wel drukker worden dan gebruikelijk.
3. Moustiers-Sainte-Marie (Frankrijk)
Dit fotogenieke plaatsje op een klif in het oosten van de Provence staat bekend om zijn faienceproductie, een type aardewerk met wit tinglazuur dat ooit de tafels van het paleis van Versailles sierde. Bij de faiencewerkplaatsen in Moustiers-Sainte-Marie vind je nog altijd met vogels en bloemen beschilderde bordjes, terrines en vazen. Een aantal van de actiefste ateliers zijn Bondil, Lallier en Soleil.
4. Ballycotton (Ierland)
Dit vissersdorpje in East Cork in Ierland is een aantrekkelijke kustbestemming. Zo kun je de vuurtoren bezoeken of zelfs walvissen spotten vanaf de kliffen. Daarnaast is Ballycotton erg interessant voor fijnproevers. Ballymaloe House, een oud landhuis op het Ierse platteland, wordt gezien als een van de pioniers van de moderne Ierse keuken: bestel de lokale Ballycotton-schelvis, afgemaakt met bloedsinaasappel en saffraanboter.
5. Mariefred (Zweden)
Met al zijn pastelkleurige huisjes lijkt dit Zweedse stadje in de provincie Södermanlands Län regelrecht uit een aflevering van Pippi Langkous te komen. Mariefred dankt zijn naam aan het vroegere katholieke klooster Pax Mariae, dat ‘Vrede van Marie’ betekent. Onmisbaar is het renaissancekasteel Gripsholm, een van de tien koninklijke kastelen in Zweden. Hier vind je de Zweedse nationale portrettengalerij.
6. Telč (Tsjechië)
Het idyllische Telč in Zuid-Moravië werd in 1992 uitgeroepen tot Unesco-werelderfgoed. De rijke edelman Zachariáš z Hradce was zo gefascineerd door de Renaissance, dat hij Italiaanse architecten naar Telč liet komen om de stad een make-over te geven. Het centrale plein is al een kunstwerk op zich: rond het historische marktplein vind je kleurrijke herenhuizen in gotische en renaissancestijl met rijkversierde gevels.
7. Fornalutx (Spanje)
In dit bergdorpje op Mallorca, een van de mooiste Spaanse eilanden, ruik je de geur van de sinaasappel- en citroenboomgaarden. Fornalutx is gelegen in de Serra de Tramuntana en is een uitstekende uitvalsbasis voor sportieve activiteiten, zoals een fietstocht of hike door de bergen. Een leuke eindbestemming is Sollér, waar je in een authentiek houten treintje langs pleinen en cafés naar de haven kunt rijden, Port de Sollér.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!
