Dit artikel verscheen in de juli 2019 editie van National Geographic Magazine.
Een geheel vrouwelijke bemanning voor een langdurige interplanetaire missie om een verre wereld te bevolken: het kan weleens een slimme keuze zijn.
Decennialang stuurde NASA bemanningen omhoog die louter uit mannen bestonden. In 58 jaar tijd vertrokken slechts 63 vrouwen, oftewel elf procent.
‘Een volledig vrouwelijke bemanning is waarschijnlijk iets wat NASA heeft vermeden omdat het te veel op een stunt zou lijken,’ zegt Margaret Weitekamp van het National Air and Space Museum. Maar in sommige opzichten zijn vrouwen voor ruimtevaart geschikter dan mannen.
Ik richt me op vier factoren. Vrouwen zijn over het algemeen kleiner van stuk. Bovendien hebben ze minder last van bepaalde fysieke problemen die het reizen in de ruimte met zich meebrengt, en ze hebben persoonlijkheidstrekken die geschikter zijn voor langdurige ruimtemissies. Ten slotte, niet geheel onbelangrijk: voor het bevolken van een nieuwe wereld is voortplanting nodig, en tot dusver kan dat niet zonder de betrokkenheid van vrouwen. Daarover straks meer.
Allereerst het gewichtsvoordeel. Lichtere mensen de ruimte insturen is een goede zet, want het lanceren van een bepaald gewicht en het manoeuvreren ervan in de ruimte vereisen brandstof en dus geld. ‘Sommigen opperen al jaren dat een geheel vrouwelijke bemanning, of ten minste een van kleinere mensen, voordelig zou zijn vanuit het oogpunt van het totale missiegewicht,’ zegt Wayne Hale, die jarenlang het NASA-spaceshuttleprogramma leidde.
Wanneer zes kleinere vrouwen een ruimtereis van maanden of jaren zouden maken, zou dat aanzienlijk minder kosten dan het sturen van zes stevige kerels, en dat komt zeker niet alleen doordat het totale lichaamsgewicht lager zou zijn. Kleinere mensen hebben ook minder voedsel, zuurstof en andere hulpbronnen nodig om in leven te blijven. Voor een kortdurende reis zou het onderscheid verwaarloosbaar zijn, maar voor een lang verblijf in de ruimte (Mars – of de sterren!), loopt het verschil tussen de hoeveelheid voedsel die je omhoog moet sturen voor een grote man of een kleine vrouw flink op, omdat mannen gemiddeld 15 tot 25 procent meer calorieën per dag nodig hebben dan vrouwen.
Dat verschil viel ook Kate Greene op toen zij in 2013 deelnam aan een vier maanden durende simulatie van een verblijf in een woonunit op Mars. Een van Greenes taken was het bijhouden van de stofwisseling van de ‘bemanningsleden’. De energiebehoefte van vrouwen bleek gemiddeld minder dan de helft van die van de mannen, ondanks hun vergelijkbare taken. Daarnaast produceren kleinere mensen minder afvalstoffen, wat zich vertaalde naar lagere vereisten voor ruimtesystemen ten behoeve van het recyclen en verwijderen van die afvalstoffen.
Maar waarom dan niet gewoon een crew van kleine mensen lanceren, ongeacht sekse? Omdat mensen verschillend reageren op ruimtereizen. Hoewel de data nog summier zijn, lijken vrouwen fysiek iets beter bestand tegen ruimtereizen dan mannen.
Boven het beschermende magneetveld van de aarde is de blootstelling aan straling veel groter, wat tot een hogere kans op kanker en andere aandoeningen leidt. Wanneer de zwaartekracht nihil is, kan zowel het lichaam als een afzonderlijke cel niet aanvoelen wat boven en wat onder is. Lichaamssappen verplaatsen zich, de afweer neemt af, sommige genen passen hun expressie aan en het gezichtsvermogen neemt om mysterieuze redenen af.
Sinds de begindagen van het Mercury-programma verzamelt NASA medische gegevens over haar astronauten en analyseert ze hun fysiologische respons op het reizen in de ruimte. In 2014 openbaarde NASA een dik rapport. ‘Het is nog maar sinds kort dat op onze missies meerdere vrouwen meevliegen,’ dus zijn de bevindingen over de verschillen tussen de seksen voorlopig, zegt Virginia Wotring van het Center for Space Medicine. Mannen lijken minder last te hebben van ‘ruimtereisziekte’, maar sneller aan gehoorverlies te lijden. Vrouwen lijken vaker urineweginfecties op te lopen – een probleem dat echter niet beperkt is tot de ruimte.
Belangrijker is dat mannen meer last hebben van een afnemend gezichtsvermogen, wat bij vrouwen minder vaak en in minder ernstige vorm voorkomt. NASA-astronaut Scott Kelly, die bij elkaar 520 dagen in de ruimte doorbracht en nog altijd last heeft van een verslechterd gezichtsvermogen, schreef in zijn biografie half schertsend dat als experts de oorzaak niet kunnen verklaren, ‘we misschien een volledig vrouwelijke bemanning naar Mars moeten sturen.’
Geen slecht idee. Maar naast fysieke factoren zijn er andere overwegingen. Hoe goed zal een bemanning van vrouwen die maanden- of jarenlang zit opgesloten in een krap ruimteschip, met elkaar kunnen opschieten? Experts weten nog weinig over de dynamiek van een geheel vrouwelijke bemanning in de intense en monotone omgeving van de ruimte.
In de paar onderzoeken die zijn gedaan naar de factoren die bijdragen aan het succes of falen van langdurige ruimtemissies, werden teams op onze eigen planeet blootgesteld aan hoge stress tijdens barre avonturen, zoals een tocht door de woestijn, een poolexpeditie of een winterverblijf op de Zuidpool. Daarbij bleek dat mannen uitblonken in doelgericht handelen op korte termijn, terwijl vrouwen het beter deden zodra ze eenmaal gesetteld waren op een plek.
‘Mensen in gesettelde situaties moeten opmerkzaam zijn en goed communiceren,’ zegt psycholoog Sheryl Bishop van de University of Texas, die is gespecialiseerd in groepsgedrag. ‘Vrouwen maken zich in culturele zin al veel van deze vaardigheden eigen.’ Dat betekent niet dat mannen op langdurige missies niet goed met elkaar overweg zouden kunnen, maar hooguit dat karaktertrekken die van belang zijn voor het succes van zulke missies, vaker in verband worden gebracht met vrouwen.
Tot slot de kwestie die misschien het minst urgent is maar het meestomstreden: het bevolken van een verre planeet. Je zou drie mannen en drie vrouwen kunnen sturen en ze opdragen zich voort te planten. Maar als we naar de kosten kijken, is de vraag waarom we niet louter de mannelijke ‘bijdragen’ aan de volgende generatie zouden meesturen, opgeslagen en ingevroren in een glazen ampul. Het sturen van een geheel vrouwelijke bemanning plus een zaadbank zou veel geld en ruimte besparen, terwijl ook de diversiteit van de genenpoel veel groter zou zijn.
Vrouwen lijken dus zeer geschikt voor langdurige ruimtemissies, uitgaande van de waarde per kilo, de weerbaarheid tegen fysieke belasting, psychosociale vaardigheden en het vermogen om astrobaby’s te baren. Maar betekent dat omgekeerd dat er geen reden is om mannen op dit soort missies te sturen?
Niet echt. Uit onderzoek naar groepsdynamiek komt naar voren dat teamprestaties van gemengde groepen het grootst zijn. Verder kunnen we uitleggen waarom vrouwen het op lange ruimteavonturen goed zouden doen, maar niet dat een crew met alleen vrouwen per se het best zou zijn.
Er is nog nooit een geheel vrouwelijke bemanning van astronauten geweest, wel veel mannelijke crews. Wanneer zullen er genoeg vrouwen in een ruimteschip zitten? Als iedereen met de juiste kwalificaties evenveel kans op een stoeltje maakt.
Dit artikel verscheen in de juli 2019 editie van National Geographic Magazine.