Wie in Barcelona een tweedehands lamp zoekt, zou naar de eeuwenoude Els Encants-vlooienmarkt kunnen gaan. Metrolijn 1, de rode, naar Glòries – daar ben je zo. Nog meer kans maak je vermoedelijk bij Muebles RAM, dat is pas echt een uitdragerij, vlakbij die markt, bijna aan het einde van Carrer del Consell de Gent. Altijd vroeg gaan, is de tip, want de winkel is erg populair onder filmsetmakers.
Het zijn leuke weetjes. Eigenlijk al voor gevorderden. Het is vermoedelijk niet iets wat je bij je eerste weekendje Barcelona meteen nodig hebt. Wie er echt vaker komt, er langer verblijft, of er woont, weet natuurlijk nóg beter. Het grofvuil! Op maandag wordt het opgehaald in de wijk Raval, op dinsdag in Gràcia. Zeker in tijden van crisis is het struinen populair: zondagavond in de Raval, maandagavond in Gràcia. Maar helaas gooien mensen in tijden van crisis ook minder snel iets weg.
Op een of andere manier vind ik het heerlijk dit soort dingen te weten. Ik heb zelf in Barcelona nog nooit bij weggegooid meubilair gekeken, maar ik weet wel wanneer ik het zou moeten doen. Ik weet ook dat de vuilniswagens veel herrie maken. Ze hebben me meermalen vroeg wakker gemaakt. En op andere dagen werd ik wel gewekt door een luidruchtig rolluik dat open moest.
Ook dat is mijn Barcelona, de stad waar ik al jaren van houd, waar ik naartoe reis zo gauw ik een gelegenheid zie: het is behalve een prachtige, spannende stad ook een stad met een hoop geluid van ronkende auto’s en schuivende terrasstoelen. Maar het hoort erbij. Mijn Barcelona is niet perfect en dat hoeft ook niet. Ik houd van haar zoals ze is.
Misschien is het het licht. De stad ligt aan de Middellandse Zee, Barcelona is een van de weinige steden ter wereld waar je met de metro naar het strand kunt. En dan ook meteen een strand van pakweg vijf kilometer. Dat begint al met het Sant Sebàstia-strand aan de voet van het nieuwe hotel W: het is het strand dat het dichtst bij de toeristische routes ligt, maar opmerkelijk genoeg is het redelijk lokaal gebleven. Vermoedelijk omdat er al heel lang ook twee sport- en zwemclubs naast staan. De een, Club Natació Atlètic-Barceloneta met een zwembad bovenop, maar dat houden we onder ons. Daar lig je aan zee zonder zand tussen je tenen.
‘Gaudí aan Zee’
Toch houd ik niet van Barcelona omdat ik er op het strand kan liggen, maar het is prettig te weten dát het strand en de zee er zijn. En wellicht nog belangrijker: dankzij die zee is het klimaat zo prettig. In augustus is het er weliswaar loeiheet, maar er zijn maar weinig weken in het jaar dat het er echt onaangenaam is. En dan nog heb je er vooral binnenshuis last van, omdat de gebouwen niet echt zijn berekend op killer weer.
In de folders wordt Barcelona een beetje verkocht als ‘Gaudí aan Zee’. De stad heeft niet alleen een zee voor de deur, maar heeft ook nog een aansprekende topattractie: de architect Antoni Gaudí, en met name zijn imposante/megalomane Sagrada Família-kerk. Die dan in de slipstream ook nog andere modernistische architecten en gebouwen meeneemt.
Gaudí heeft voor mij een hoog Efteling-gehalte, met al die kleurtjes en torentjes. Natuurlijk, als vrienden op bezoek komen, koop ik vast kaarten online en neem ik ze toch mee. Maar vervolgens laat ik ze dan plekken zien die misschien niet zo bijzonder zijn, maar die nog ietsje meer van mij zijn dan een beroemd gebouw, een prachtige winkelboulevard of een verlokkelijke markt.
Ik lóóp ook meer in Barcelona. Omdat de stad me energie geeft. Omdat ik me er goed voel, béter. Maar ook omdat ik me er momenten slecht kan voelen, en dat accepteer. Het is net als thuis, maar dan in de vergrotende trap. Barcelona laat me meer lopen, laat me meer kijken, laat me alles meer, vaker of minder. Ik lees er meer, ik kijk minder tv, ik werk er harder, ik heb er vaker seks, ik kan er dieper ongelukkig zijn, ik ben er nieuwsgieriger.
Het is voller. Voor mij dan.
Misschien is Barcelona voor mij een betere versie van mijn geliefde Amsterdam, of, tja, vind ik in Barcelona een betere versie van mezelf. Daarom houd ik van deze stad.