Tot 2014 durfde ik mijzelf geen wereldreizigster te noemen. Naast Europa was ik in Canada en de VS geweest, maar voor mijn gevoel is dat zo vergelijkbaar met ons dagelijks leven. Bij het woord ‘wereldreizigster’ hoorde iemand die bijna alle continenten bezocht heeft, verdwaald is in de jungle, met Mayabeelden in Mexico op de foto is gegaan, en down under koala’s knuffelend selfies heeft staan maken.
Ik besloot dat ik uit mijn (reis)comfortzone moest komen om eindelijk mijn Azië-angst te overwinnen. In september mocht ik mee op reis naar Thailand. Een paar dagen Bangkok, een privé-eiland en nog een dagje Hua-Hin. Dé uitgewezen kans voor mij, want veilig steden opzoeken, geen backpack-reis en nog wel de nodige luxe. Waarom ik zo bang voor Azië was? Ik heb een allergie. Voor koriander. Een van de meest gebruikte ingrediënten in de Thaise keuken. Het is niet dat ik er onschuldige bultjes van krijg, maar een opgezette keel en acute koorts – genoeg om het niet per ongeluk te willen eten.
Een uitdaging dus voor de gids, de touroperator, de afgevaardigde van het Thaise toeristenbureau, voor de lokale Thai én voor mijn mede-reizigers. Zij bestellen, proeven voor en geven het sein ‘veilig’ in restaurants. Maar ook daar gaat nog wel eens iets mis. Dat de blaadjes not done zijn, dat kan je de Thaise chefs nog duidelijk maken. Dat zaadjes en wortels ook gevaarlijk zijn, krijg je ze met moeite aan het verstand. Gelukkig weten de fijnproevers om mij heen me steeds tijdig te redden, want hoewel de smaak soms minder uitgesproken is, blijft het herkenbaar.
Onmisbaar in Thailand is natuurlijk het eten op de markt of bij een kraampje langs de straat. Even ging door mijn hoofd dat ik midden in Bangkok met een plastic bordje Pad Thai in mijn hand op straat ineen zou zakken, vergiftigd door onschuldig lijkende groene blaadjes. Totdat het bord dampende noedels met garnalen (living on the edge natuurlijk, schaaldieren op straat) voor mijn neus stond. Zonder koriander, mét de lekkerste smaak die ik die week heb mogen ervaren.
Terwijl er vanuit de geïmproviseerde keuken van alles werd geschreeuwd, zaten wij smikkelend op plastic krukjes te genieten van echt Thais eten. In het hart van Bangkok, onder een brug met uitzicht op één van de vele tempels. Na die Pad Thai, op straat, zonder koriander, was al mijn angst voor eten in Azië verdwenen. Een paar uur later neuriede ik ‘I’m still standing’, want ik stond nog fier overeind. Zowel de allergische reactie als gevreesde voedselvergiftiging bleven uit. Ook met een koriander-allergie is Thailand amazing en nu durf ik eindelijk de globetrotter uit te hangen.