Wanneer een bonte vliegenvanger in het voorjaar terugkeert uit de Sahel, moet het allemaal maar precies passen. Er moet nog een territorium met een goede nestholte vrij zijn, er moet een partner beschikbaar zijn en vooral: wanneer de jongen uit het ei komen, moeten er voldoende rupsen van de wintervlinder zijn om al die hongerige snaveltjes te vullen.
Steeds vaker past het niet. Door het veranderende klimaat komt het nogal eens voor dat de rupsen-piek al voorbij is wanneer de vliegenvangers eindelijk uit het ei komen. En dat zie je terug in het aantal jongen dat ‘vliegvlug’ weet te worden. Christiaan Both, hoogleraar biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, probeert het ingewikkelde samenspel tussen vogels, voedsel en klimaat te doorgronden. Voor zijn onderzoek ving hij een groep Drentse vliegen vangers die hij naar het koelere Scandinavië bracht, om te zien wat de gevolgen zouden zijn voor hun broedsucces.
Zou doorvliegen naar koelere streken een potentieel makkelijke aanpassing van de vogels zijn aan het veranderen de klimaat? Twee van zijn proefdieren hadden evenwel andere plannen. “Binnen een dag of twee waren de vliegen vangers weer terug in dezelfde Drentse nestkastjes waar we ze enkele dagen ervoor hadden gevangen”, vertelt Both met een mengeling van frustratie en waardering.
Volg het jaar van de vogel bij National Geographic! Dit verhaal is ook te lezen in het aprilnummer van National Geographic Magazine.