Op de eerste verdieping van het Royal Ontario Museum in Toronto staat het hoog oprijzende skelet van een oudere en slankere verwant van Tyrannosaurus rex. Maar als dat wezen in de wereld van nu had rondgelopen, zou hij waarschijnlijk hinkend door het leven zijn gegaan. Ruim zeventig miljoen jaar geleden zou deze Gorgosaurus in de badlandsvan het huidige Montana en het westen van Canada een toproofdier zijn geweest. Maar het voorvoegsel ‘top’ betekent niet per se onoverwinnelijk. Het rechter scheenbeen van het dier is een wirwar van verbrijzeld bot dat later is genezen.
Waardoor werd het scheenbeen van de arme Tyrannosauriër verbrijzeld? Omdat de experts niet in een tijdmachine kunnen stappen, kunnen ze dat niet met zekerheid zeggen. Maar elders in hetzelfde museum kunnen bezoekers een glimp opvangen van een van de best bewaard gebleven verdachten in deze cold caseuit het Krijt.
Zuul crurivastator is een nieuwe soort uit de groep van Ankylosauriden en is ook het meest complete fossiel van zijn aard dat ooit in Noord-Amerika is gevonden. Dit dier was bij leven een wandelende tank van zes meter lang, gehuld in een lichaamspantser met scherpe beenkammen. Het monster moet ongeveer even zwaar zijn geweest als een witte neushoorn. Het vervaarlijke fossiel is verbluffend goed bewaard gebleven, van zijn snuit tot zijn staart in de vorm van een strijdknots – het perfecte wapen om botten mee te verbrijzelen.
Hoewel Zuul al in mei 2017 werd ontdekt, werden de schedel en staart van het fossiel pas op 15 december aan het publiek voorgesteld als onderdelen van een nieuwe museumopstelling. De expositie is een multimediaal spektakel, met een levensgroot model van de dinosauriër, een reusachtige animatie van Zuul in actie en zelfs informatieve speelautomaten.
In een veel minder opwindend pakhuis, op zo’n 160 kilometer van het museum, zijn preparateurs nog altijd geduldig bezig de rest van het fossiel uit zijn tombe van zandsteen te bevrijden. Een paar dagen vóór de onthulling breng ik op een kille decemberochtend een bezoek aan dit gebouw, eigendom van Research Casting International (RCI), een firma in Trenton, Ontario, die museumopstellingen creëert. Terwijl buiten de sneeuw zachtjes neerdwarrelt, voert RCI-bestuursvoorzitter Peter May mij mee naar de grote werkplaats. Ventilatoren zoemen op de achtergrond en de zure geur van polyesterlijm hangt in de lucht.
May voert me door de hoofdgang van het pakhuis naar een bruine tent waarin een met beton gevulde zandbak lijkt te staan. Vier technici in stoffige blauwe overalls liggen bovenop het blok en bewerken het met kleine drilboortjes. Millimeter voor millimeter leggen ze met hun precisiewerktuigjes bruinige stukjes mineraal bloot. Tot mijn verbazing blijken de leerachtige stukjes delen van het lichaamspantser en afzonderlijke schubben van het fossiel te zijn.
Het blootleggen van het ongebruikelijk gedetailleerd bewaard gebleven fossiel is monnikenwerk, maar het zal de moeite waard zijn. Fossielen van Ankylosauriden zijn zeldzaam en áls ze al worden gevonden, zijn ze door het afbraakproces vaak in talloze puzzelstukjes uiteengevallen en verspreid. Maar in het geval van Zuul lijkt het wel alsof het hele dier plotseling in steen is veranderd.
“Hij behoort tot de allerbeste exemplaren die er bestaan,” zegt paleontoloog Victoria Arbour, een van de curatoren van het Royal British Columbia Museum in Victoria, Canada, en expert op het gebied van Ankylosauriden. De wetenschappers kunnen nu al gebroken pantserplaten op een flank van het dier ontwaren, een teken dat Zuul in gevecht met andere Ankylosauriden gewond is geraakt.
“De kwaliteit van het pantser en de goede conservering van de huid overtreffen onze stoutste dromen,” zegt paleontoloog David Evans van het Royal Ontario Museum, die de dinosauriër bestudeert.
Buitenaards wezen
Toen Arbour en Evans de vondst van Zuul wereldkundig maakten, haalden ze in de hele wereld de krantenkoppen. Maar door een bizarre speling van het lot waren zij niet de enige Canadese paleontologen die destijds een nieuwe dinosauriër aan de wereld voorstelden. Enkele dagen later onthulde het Royal Tyrrell Museum in Alberta zijn eigen opmerkelijke gepantserde dinosauriër, een nieuwe soort die later de naam Borealopelta markmitchelli kreeg.
Op het eerste gezicht lijken beide exemplaren heel erg op elkaar, maar het zijn toch duidelijk verschillende beesten. Borealopelta leefde 35 miljoen jaar eerder dan Zuul en had geen staart als een strijdknots. Borealopelta werd ook vele jaren eerder ontdekt dan Zuul, waardoor technici veel meer tijd hadden gehad om het fossiel te prepareren. In 2017 kon de wereld Borealopeltain al zijn glorie bewonderen, terwijl Zuuls reis naar het daglicht toen nog maar net was begonnen.
Zuul begon zijn weg naar de onsterfelijkheid 76 miljoen jaar geleden in de buurt van het weelderig begroeide landschap langs de oevers van een estuarium, in wat nu het noorden van de staat Montana is. Hier wiegden varens en voorouders van sycamorebomen in de wind, terwijl krokodillen en schildpadden zich in het water verborgen. Om een of andere reden eindigde Zuul dood in een ondiepe rivier. Terwijl zijn opgezwollen karkas met de buik naar boven in de rivier dreef, kwam het vast te zitten in een opeenhoping van drijfhout en werd gevangen in een draaikolk. Daarna werd het karkas al snel afgedekt door meerdere lagen zand, die het grootste deel, maar misschien niet heel het fossiel voor altijd bewaarden. De onderzoekers hebben de poten van Zuul nog niet gevonden, dus die zijn mogelijk als overheerlijke dinosnacks door aaseters verorberd.
Eenmaal begraven, veranderde de dinosauriër in een spookachtig wezen van klei terwijl zijn vlees en botten langzaam door ijzerhoudende mineralen werden vervangen. Daarna bouwde zich een twaalf meter dikke laag van gesteente boven Zuuls zandstenen cocon op. Door de erosie van de hellingen in dit gebied kwam het fossiel nooit dichter dan negen meter onder het aardoppervlak te liggen. Maar uiteindelijk werd de grond boven Zuul een ranch, even ten zuiden van de Amerikaans-Canadese grens.
In 2014 begonnen commerciële fossielenjagers van een bedrijfje genaamd Theropoda op deze plek te graven om de verspreid liggende botten van een Gorgosaurus bloot te leggen. Terwijl het team de skeletdelen tot een diepte van dertig meter onder de aarde volgden, stuitten ze op een hard stuk zandsteen. Plotseling riep een van de opgravers uit: “Dit ding is een buitenaards wezen!” Hij stond oog in oog met iets wat zeker niet tot een Tyrannosauriër behoorde: de strijdknots van een Ankylosauride.
Hoewel het team van Theropoda veel van zijn fossielen aan privéverzamelaars verkoopt, besefte het dat Zuul iets heel bijzonders was en aan een openbare instelling moest worden overgedragen. Kort na de vondst nam het bedrijf contact op met Evans, die er bij het Royal Ontario Museum op aandrong het fossiel aan te kopen, wat in 2016 ook gebeurde.
“Dit is zoals het systeem behoort te werken,” zegt Tommy Heitkamp, operationeel directeur van Theropoda.
Ghostbusters!
Voor Arbour betekende Zuuls verhuizing naar Canada een uitgelezen kans. Door een gelukkige samenloop van omstandigheden was zij net begonnen aan haar tweejarige aanstelling bij het museum toen het fossiel er arriveerde. Toen zij en Evans onderzoek begonnen te doen naar de schedel en staart van de dinosauriër, die al uit de rots waren geprepareerd, beseften ze dat het ging om een nieuwe soort uit de groep van Ankylosauriden.
Als eerbetoon aan de zwaarbewapende staart van het dier koos het paar de soortnaam crurivastator, wat in het Latijns ‘schenenverbrijzelaar’ betekent. Bij hun keuze van de geslachtsnaam herinnerde Arbour zich het monster Zuul, de hellehond uit de film Ghostbusters (1984). Om de naam officieel te presenteren vroeg Evans de medewerking van een vriend van hem: paleontologie-fanaat Dan Aykroyd, een van de sterren en scenarioschrijvers van de film. Aykroyd was enthousiast.
Intussen stond het twintig ton zware blok zandsteen in het pakhuis van RCI, als stille getuige van de enorme taak die lag te wachten. Zelfs het vervoer van het steenblok naar het pakhuis was een hele uitdaging geweest: het was zó zwaar dat de vorkheftruck op het parkeerterrein wegzakte.
Pas in januari 2018 konden de preparateurs een begin maken met het blootleggen van Zuuls zichtbare ruggengraat en ribbenkast. Acht maanden later waren ze toe aan het rugpantser van de dinosauriër, waarvoor RCI het blok in tweeën moest zagen en dan als een pannenkoek van 7700 kilo moesten omdraaien.
Sinds die tijd hebben preparateur Amelia Madillen haar team geduldig gewerkt aan het blootleggen van Zuuls pantser. Deze vijf vrouwen weten beter dan wie ook hoe baanbrekend de vondst is. “Toen het steenblok arriveerde, praatte ik er met mijn vader over. Ik zei: ‘Nou, dat daar zal iemands levenswerk worden,’” vertelt Madill. “Het is wonderbaarlijk mooi werk. Surrealistisch.”
Zuul is zó surrealistisch dat RCI nu achter op zijn schema ligt. Madills team zal zeker nog tot eind 2018 nodig hebben om het werk te voltooien. Pas dan zal de wetenschappelijke reis van het fossiel echt beginnen – waaronder chemisch speurwerk naar enkele van de oorspronkelijke proteïnen van de dinosauriër.
In het Royal Ontario Museum staat de onmiskenbare ster van de nieuwe expositie in een grote doos van plexiglas: de schedel van Zuul, met opengesperde bek en voorgoed gefronste wenkbrauwen. Terwijl ik het beest aanstaar, lijkt het wel alsof hij net zolang terug staart totdat ik een idee begin te krijgen van het leven dat dit wezen 76 miljoen jaar geleden leefde. Ooit kauwden deze kaken op gras van Mesozoïsche weiden. Onder hun benige wenkbrauwen zagen deze ogen een prehistorische wereld die lang geleden ten onder ging.
Hoe langer ik blijf kijken, des te meer de vitrines en informatiebordjes uit mijn blikveld verdwijnen. Er is hier geen heden meer, alleen nog maar een ver verleden in leven van steen. Geen museum meer, alleen nog maar Zuul.
Lees ook: Nieuwe gepantserde dinosauriër ontdekt
Lees ook: Nieuwe dinosauriërsoort ontdekt dankzij fossielenschat
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com