Wetenschappers berichtten gisteren in het Journal of Vertebrate Paleontology dat een ongebruikelijk en kleurrijk fossiel dat onlangs in Australië werd ontdekt, afkomstig blijkt te zijn van een opmerkelijke nieuwe dinosauriërsoort, een planteneter. De resten behoren niet alleen tot de eerste kudde of familiegroep van dinosauriërs die ooit in het land is ontdekt, maar vormen ook het meest complete dinosauriërfossiel dat in de edelsteen opaal bewaard is gebleven.
Het fossiel werd ontdekt bij het plaatsje Lightning Ridge, dat ruim 720 kilometer ten noordwesten van Sydney ligt en beroemd is om de fossielen die hier in vaak kleurrijke opalen worden aangetroffen. De ongeveer honderd verschillende botten van het fossiel vertonen een zeldzame blauwgrijze tint, met glanzende kleuraccenten van de edelsteen waarin ze zijn geconserveerd. De edelsteen opaal wordt over lange perioden gevormd uit onderaardse concentraties van silica. De vondst van een geheel nieuwe dinosauriërsoort is zeer uitzonderlijk.
“Alle nieuwe Australische dinosauriërs die we vinden, zijn interessant, want het zijn er heel weinig,” zegt Stephen Poropat, een paleontoloog van de Swinburne University of Technology die geen deel uitmaakte van het onderzoeksteam. Hij wijst erop dat het aantal Australische dinosauriërs dat tot dusver is ontdekt, niet meer dan 24 bedraagt. Daartoe behoort ook de Weewarrasaurus, een soort die eveneens in Lightning Ridge werd ontdekt en die vorig jaar werd beschreven.
De nieuwste aanwinst behoort tot de soort Fostoria dhimbangunmal, een Iguanodon-achtige dinosauriër die ongeveer honderd miljoen jaar geleden leefde in het Midden-Krijt, toen deze regio een weids uiterwaardegebied was met meren en rivieren die in de Eromanga-binnenzee uitmondden.
“Het gebied stond geregeld onder water en was weelderig begroeid, wat betekent dat het ideaal was voor een plantenetende dinosauriër,” zegt onderzoeksleider Phil Bell, paleontoloog aan de University of New England in Armidale in Nieuw-Zuid-Wales.
Het onderzoek naar dinosauriërs uit het tijdvak dat in Lightning Ridge is blootgelegd, is volgens Poropat belangrijk omdat de aarde destijds warmer was dan op enig ander moment in de afgelopen 150 miljoen jaar.
“Deze dinosauriërs leefden in een ongelooflijke soort broeikaswereld,” zegt hij. “De aarde moet er totaal anders hebben uitgezien en dit soort fossielen kunnen ons vertellen hoe het deze dinosauriërs verging.”
Bottenbubbel
Het fossiel was al in 1986 ontdekt door Bob Foster, een ervaren opalendelver uit Lightning Ridge. Reservisten van het Australische leger en wetenschappers van het Australian Museum in Sydney hielpen Foster bij het uitgraven van het fossiel, dat bestond uit een opeenstapeling van dinosauriërbotten die in de rots lagen ingebed. Daarna werd het fossiel naar het museum overgebracht.
Maar omdat het zo’n vijftien jaar lang onaangeroerd in de archieven van het museum lag opgeslagen en alleen werd tentoongesteld in een opalenwinkel in Sydney, besloot Foster zijn bruikleen weer op te eisen. Hij keerde terug naar Lightning Ridge, waar zijn familie het fossiel uiteindelijk aan een plaatselijk museum, het Australian Opal Centre, schonk. Het was daar dat Bell de vondst goed kon bestuderen.
Omdat het om een uniek samenraapsel van fossiele beenderen ging, lieten de wetenschappers de meeste botten ingebed in de rots en maakten gebruik van een CT-scanner om ze voor nader onderzoek ‘digitaal’ uit het gesteente te prepareren.
“Aanvankelijk dachten we dat het om één skelet ging, maar toen we de afzonderlijke botten begonnen te bestuderen beseften we (...) dat dit fossiel de fragmenten van vier schouderbladen van zeer verschillende omvang bevatte,” legt hij uit.
Ongeveer zestig botten zijn waarschijnlijk afkomstig van een volwassen exemplaar met een lengte van bijna vijf meter, terwijl de andere botten behoren tot jonge exemplaren van verschillende omvang. Dat brengt Bell tot de hypothese dat het hier gaat om de resten van een familiegroep of zelfs een kleine kudde plantenetende dinosauriërs.
“We hebben botten van alle delen van het lichaam gevonden, maar niet één compleet skelet,” zegt hij. “Er zijn botten van ribben, voorpoten, schedels, staarten, bekkens en achterpoten. Het is tot dusver een van de meest complete dinosauriërs in Australië (...), waarvan nog 15 tot 20 procent van het skelet van deze soort behouden is.”
Met de naam Fostoria wordt Bob Foster geëerd, terwijl de soortnaam dhimbangunmalin de taal van de Yuwaalayaay-aboriginals ‘schapenren’ betekent. De naam werd gekozen door Fosters vrouw Jenny, een Gamilaraay-aboriginal, ter herinnering aan het plaatsje Sheepyard, waar zich de inmiddels gesloten opaalmijn van Foster bevond.
Evolutie van eendensnaveldinosauriërs
De Fostoria-dinosauriër was ongeveer even hoog als een moderne olifant en liep waarschijnlijk op zijn achterpoten, hoewel wetenschappers denken dat het dier zich ook op alle vier poten verplaatste. Deze dinosauriër at waarschijnlijk primitieve planten uit het geslacht van de paardenstaarten en daarnaast bunya-bunya’s (een apenboomsoort) en Cunningham-apenbomen, waarvan ook fossielen in deze regio zijn gevonden. (Lees meer over een sauropode die waarschijnlijk als jong rondkroop en pas als volwassene op twee achterpoten begon te lopen.)
De Fostoria is verwant aan de Iguanodon en aan de beroemdste dinosauriër van Australië, de Muttaburrasaurus. Ook is hij een van de vroege leden van de groep van hadrosauriërs of eendensnaveldinosauriërs, die helemaal aan het einde van het tijdperk van de dinosauriërs, zo’n 66 miljoen jaar geleden, in Noord-Amerika en Azië floreerden.
“De vroege eendensnaveldinosauriërs vormden de ‘oersoep’ waaruit zich later talloze dinosauriërs met fantastische kammen en stekels ontwikkelden,” zegt Lindsay Zanno, een paleontologe van het North Carolina Museum of Natural Science in Raleigh die niet bij het nieuwe onderzoek was betrokken.
“Het tempo waarin we overal ter wereld vroege eendensnaveldinosauriërs als de Fostoria vinden, is toegenomen, maar we hebben nog niet alle antwoorden op de vraag waarom deze planteneters zo succesvol werden,” zegt zij.
“Het uitpluizen van dat verhaal is van essentieel belang voor ons inzicht in de ecosystemen waarin dinosauriërs leefden, met name op de zuidelijke continenten, en Fostoria brengt ons wat dat betreft weer een stap verder.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com
Volg John Pickrell op Twitter.