Met een lichaamslengte van tot wel drie meter is de komodovaraan het grootste reptiel ter wereld. Het is een bedreigde diersoort die alleen op enkele Indonesische eilanden voorkomt en een toppredator die uitsluitend vlees eet.
De tanden van de komodovaraan zijn perfect afgestemd op zijn carnivorendieet: ze zijn driehoekig, gebogen en uitgerust met een kartelrand die lijkt op die van een steakmes. Het gebit van de komodovaraan is voor paleontologen een bijzonder interessant onderzoeksobject, omdat het veel overeenkomsten vertoont met dat van dinosauriërs.
De komodovaraan heeft een ijzeren gebit
Des te interessanter dus dat er nu een onderzoek is gepubliceerd over komodovaraantanden in wetenschappelijk journal Nature Ecology & Evolution. De ontdekking? De tanden van de komodovaraan blijken bedekt met een dun laagje ijzer. ‘Dit is de eerste keer dat we ijzer in reptielentanden waarnemen,’ zegt paleontoloog en coauteur Domenic D’Amore van de University of New York.
Van knagende zoogdieren als beverratten is al langer bekend dat ze metaal in hun tanden hebben. Dat versterkt hun bijtkracht en voorkomt slijtage. Lange tijd werd verondersteld dat reptielen dergelijke aanpassingen niet nodig hebben, omdat ze hun tanden om de zoveel tijd verliezen. Raakt hun gebit versleten, dan krijgen ze er een geheel nieuwe rij ivoren wachters voor terug.
Daarom roepen de nieuwe onderzoeksresultaten vragen op. Zijn er ook andere reptielen met ijzer in hun tanden? En hoe zit dat met vroege reptielen, zoals dinosauriërs? ‘Dit onderzoek bewijst dat reptielen nog steeds veel verrassingen voor ons in petto hebben,’ zegt hoofdonderzoeker Aaron LeBlanc, paleontoloog aan het King’s College London.
Hadden dinosauriërs ook ijzeren tanden?
Oorspronkelijk was LeBlanc helemaal niet van plan het gebit van de komodovaraan onder de loep te nemen. Hij deed onderzoek naar dinosaurustanden, maar dat bleek zo simpel nog niet. ‘Wanneer een dinosaurustand miljoenen jaren onder de grond begraven ligt, verandert de chemische samenstelling ervan,’ zegt de onderzoeker. Omdat de komodovaraan zo veel gelijkenissen met de dinosauriër vertoont, was dat een geschikt alternatief.
Door zich op komodotanden toe te leggen, ontdekte LeBlanc bij verschillende exemplaren de typerende oranje tint langs de kartelrand, te zien op de foto onderaan. ‘Ik denk dat ik het drie of vier keer heb gezien voordat het me ging opvallen. In eerste instantie dacht ik dat het voedselvlekken waren.’
Maar toen het patroon consistent bleek te zijn, besloot LeBlanc vervolgonderzoek te doen. Door de tanden in stukken te snijden en ze aan verdere chemische analyses te onderwerpen, ontdekten hij en zijn collega’s dat de oranje rand op de reptielentanden inderdaad uit ijzer bestond.
IJzer als autolak
Met behulp van krachtige microscopen ontdekten de onderzoekers vervolgens dat het ijzer zich in een dun laagje over de gehele tand bevond. ‘Het bleek een coating boven op het glazuur,’ zegt LeBlanc. ‘Als de lak op een auto.’
D’Amore bevestigt dat reptielen veel verschillende strategieën lijken te hanteren als het om de evolutie van hun tanden gaat. ‘De komodovaraan is nog maar het begin,’ stelt hij. ‘We moeten nog veel leren over dit onderwerp. Ik weet zeker dat we nog veel zullen ontdekken dat we nooit hadden zien aankomen.’
Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.






