Wie leest over dorpjes aan de voet van een actieve vulkaan, of steden op plekken waar regelmatig zware aardbevingen plaatsvinden, zal zich wel eens afvragen: waarom verhuizen die mensen niet gewoon? Makkelijker gezegd dan gedaan. Wie al generaties lang in een dorp of stad woont, voelt zich op verschillende manieren verbonden met deze plek en neemt de risico's dan vaak maar voor lief. Vaak hebben mensen het gevoel dat ze überhaupt geen keus hebben. In het dorpje Kiruna in Zweeds-Lapland ligt dat anders: de bevolking heeft de opmerkelijke keuze gemaakt om het volledige dorp enkele kilometers te verplaatsen.
Kiruna is al meer dan honderd jaar verbonden aan 's werelds grootste ondergrondse ijzerertsmijn. De mijn bood het dorp gedurende die tijd economische zekerheid en werkgelegenheid, maar de laatste jaren ook steeds meer risico's. In de straten verschijnen steeds meer scheuren, soms groot genoeg om gebouwen te kunnen verzwelgen. Ook storen veel bewoners zich aan het lawaai uit de mijn en de ernstige vervuiling van meren door uitstoot van chemische stoffen. Het merendeel van de bevolking van Kiruna was in 2011 dus tevreden met het plan om het dorp te verplaatsen, en daarmee niet alleen de gebouwen, maar ook de economische inkomstenbron te behouden.
Gebouwen, woningen en een eeuwenoude houten kerk worden steen voor steen – en plank voor plank – verplaatst om een deel van het dorp te behouden, maar de gemeente grijpt ook de mogelijkheid aan om een aantal aanpassingen te doen gericht op de toekomst van de plaats. De verplaatste bouwwerken worden afgewisseld met nieuw ontworpen elementen en gebouwen, met name gericht op duurzaamheid: het nieuwe Kiruna moet uiteindelijk een van de meest milieuvriendelijke steden in Europa worden. Er is al begonnen met het project, dat volgens de planning in 2033 wordt voltooid.