Zweden zijn anders. Zwemmen in het koude bergwater vinden ze heel gewoon, zoals een gezin laat zien. Als hun openluchtdiner van brood met diverse lekkernijen op is, plonsen ze bij de zonsondergang het water in. Rillend zitten de kinderen in het water, maar ze blijven actief en spelen, om daarna de warmte van de sauna op te zoeken. De vader lacht. Het slapen zal vannacht wel lukken, weet hij.
Dit is Rösjöstugorna, een groep houten cabins tussen twee meren in, boven op de berg. Die alleen te voet te bereiken zijn. Ik zit aan het meertje. Mijn telefoon heeft geen bereik, maar er is wel wifi. ‘Maar dat is met name voor de boekingen,’ lacht uitbater Tommy Lönnebacka. Ik heb geen zin in wifi, merk ik – zonde van zo’n bijzondere plek – maar iets wat me niet vaak overkomt..
Hoe laat is de zonsopgang? vraag ik. ‘Om half vijf,’ zegt Tommy. Dat is nogal vroeg, helemaal als je opstaan sowieso al lastig vindt, zoals ik. Ik maak verse koffie en open de deur. De zon is er nog niet, wolken zijn er wel. Ze kleuren rood en geel, iets wat ik meestal zie bij een zonsondergang. Terwijl een zonsopgang elders doorgaans zonder wolken is, weet ik inmiddels uit ervaring. Hier niet.
Het boothuis krijgt een roze gloed, het rimpelloze water geeft de weerspiegeling perfect weer. Mijn gids Linnea twijfelde of ze ook zo vroeg wilde op staan. ‘Maar dit is het meer dan waard,’ lacht ze. Zeker met de kop koffie erbij. In een kuksa, een traditionele houten drinkbeker van de Sami.
Rösjöstugorna ligt op 3,5 kilometer van het bezoekerscentrum Naturum, een ideale start van mijn bezoek. Hier gaat een wereld voor me open: ik leer over de vele dieren hier, zoals wolven, beren en elanden. En dat het verschil tussen zomer en winter extreem is, met zomers boven de 20 graden en in de winter soms min 20.
De volgende dag ontmoet ik Sebastian Kirppu. Hij wordt de 'wandelende Wikipedia van het park' genoemd. Hij geeft me een hand en wil graag horen wat ik wil weten. Ik laat me graag verrassen. En dat gebeurt, meerdere keren.
‘Fulufjället is een zandsteenplateau van ruim 9 miljoen jaar oud. Het is het begin van de Zweedse bergen,’ legt hij uit. Ik heb continu een weids uitzicht over de naaldbossen, meren en rotspartijen. Op de grond ligt overal rendiermos. Grappig genoeg komen rendieren hier niet voor, waardoor het mos uitbundig kan groeien.
Hetzelfde geldt voor de vele bessensoorten die hier overal lijken te groeien. ‘Proef maar.’ Met name de blauwe bosbes zie ik in overdaad. Maar ik zoek vooral de rode bosbes, die net iets lekkerder is. Terwijl ik druk ben met zoeken, roept Sebastian me. Hij wijst naar een kleine, weinig opvallende boom. ‘Dit is de oudste spar ter wereld, met de heerlijke naam Old Tjikko.’ Deze boom is ruim 9000 jaar oud. ‘Niet het stammetje dat je ziet, die is zo'n 600 jaar oud. Maar de onderliggende vertakkingen. Zo blijft hij al eeuwen in leven in deze barre omstandigheden.’
De volgende stop is Njupeskär Vattenfall, de hoogste waterval van Zweden. Ik loop langs de steile rotswand, maar wordt vooral gekleineerd door het neerstortende water. Njupeskär is in totaal 93 meter hoog, waarvan het water 70 meter in vrije val naar beneden stort. In het voorjaar is er extreem veel smeltwater, vertelt Sebastian.
Plots vliegt een taigagaai voorbij. Het is een broertje van onze Vlaamse gaai, aldus Sebastian. Iets verderop in de rivier zoekt een waterspreeuw naar eten, terwijl boomklevers me ondersteboven hangend aan een boom aan kijken. Ik kom haast ogen en oren te kort.
Wil je meer weten over de Zweedse regio Dalarna, neem dan een kijkje op de site van Visit Dalarna. Dalarna is vanuit Nederland gemakkelijk bereikbaar: per auto, ferry of per vliegtuig via Göteborg of Stockholm. Diverse touroperators organiseren autorondreizen in Zweden. Bekijk hier het aanbod van Buro Scanbrit en Pharos Reizen van ANWB. Meer informatie over een vakantie naar Zweden vind je op de site van Visit Sweden.