Met zijn witte baard, nieuwsgierige ogen en warme glimlach lijkt Lars Eriksson op een soort vriendelijke dwerg. Hij wordt omringd door Rudolf en zijn andere rendieren, en hij draagt een kolt: traditionele Samikleding. De kalveren van dit jaar proberen nieuwsgierig langs hem heen te kijken. Klingelende bellen van over de hele boerderij laten blijken dat er meer rendieren in de buurt zijn. Een kijkt naar buiten vanuit de brandhouten hut, een andere groet de bezoekers enthousiast.
Een uitnodigende rook rijst op van de ruige houten open haard, waarop een koffiekan warm wordt. Dan begint Lars te vertellen. Lars Eriksson is geboren en getogen in een Samifamilie die al generaties lang op dezelfde plek rendieren houdt. Voor hem, net als voor zijn broers, was het vanzelfsprekend om deze traditie van rendierherders voort te zetten.
‘Toen ik 13 was, stopte ik met school. De leraar probeerde me te overtuigen om te blijven, maar ik zei dat ik toch weer naar huis zou gaan! De rest van die zomer hield ik me bezig met het merken van de kalveren: sindsdien leef en werk ik in deze bossen.’
Het levensverhaal van Lars schetst een beeld van de ontwikkeling van de Samicultuur en hoe de Sami omgingen met druk vanuit de Zweedse maatschappij. Net als veel andere Samikinderen in die tijd, ging Lars naar een Zweedse school waar het verboden was zijn moedertaal te spreken. Ook was het niet toegestaan om de heilige offerplek van de Sami te bezoeken, niet ver van waar wij nu zijn. Net als de jojk, de expressieve zangstijl van de Sami, moest het geloof in de Samigoden eruit gestampt worden.
Desalniettemin beschrijft Lars het plezier in het leven, de liefde voor rendieren en de natuurlijke omgeving die de basis vormen van de Samicultuur. Wanneer Lars vertelt hoe hij zijn hele leven in harmonie doorbracht met de rendieren en de natuur, glimmen zijn ogen. ‘Zij die geleefd hebben door en met de kracht van de natuur hebben een goed leven gehad,’ concludeert hij.
Soms reisde hij wekenlang met de rendieren, terwijl zijn vrouw – die net als andere Samivrouwen een sterke rol speelt in het huishouden – verantwoordelijk was voor alles thuis. Hij reisde alleen, met zijn ski's en hond als enige hulp. ‘Een goede herdershond maakt al het verschil. In het bos kan een hond meer doen dan vijf mannen bij elkaar.’
Hij leefde dicht bij zijn kudde in de sneeuw en regen, tussen de muggen en tijdens de middernachtzon. Hij sliep in de buitenlucht of in nomadenhutten langs de weg en stopte alleen om vuur te maken als zijn rendieren halt hielden. Hij las de dieren om te zien of zij moe waren, dorstig, nerveus of welwillend, en volgde hen op hun jaarlijkse migratie – een instinct dat zelfs in tamme rendieren diep geworteld zit.
Sinds hij met pensioen ging, is Lars gestopt met het traditionele leven als rendierherder. In plaats daarvan houdt hij zijn rendieren het hele jaar op de boerderij, tot grote vreugde van zijn bezoekers. Zijn vrouw heeft een museum, café en vlooienmarkt geopend. Bij het nabij gelegen meer zijn enkele blokhutjes beschikbaar voor huur. Hier is ook een Samihut, waar Lars groepen uitnodigt om naar zijn verhalen te luisteren. In de winter kan je er rollen in de sneeuw; 's zomers afkoelen met een duik in het meer. Onder de middernachtzon of de winterse sterrenhemel is het niet moeilijk om Lars gelijk te geven: zij die dicht bij de natuur hebben geleefd, hebben een goed leven gehad.
Lees de originele versie van dit verhaal hier. Zelf de Samicultuur van dichtbij meemaken? Bekijk deze rondreis van Buro Scanbrit! Ga voor meer informatie naar de officiële website van Zweeds Lapland en houd hun Facebook in de gaten.