Terwijl de regen die het team eerder nog had gegeseld langzaam wegtrok, werd op 29 juni de Nadirte water gelaten aan de kust van het Bahamaanse eiland Eleuthera. Deze bolvormige onderzeeër biedt plek aan drie personen. Het team zag de opklaring maar al te graag als een goed teken. Er hing veel van deze duik af.

Het afgelopen jaar heeft een groep wetenschappers voor het eerst in de geschiedenis geprobeerd om vanuit een onderzeeër een haai van een satellietzender te voorzien. De wetenschappers waren afkomstig van Florida State University, het natuurhistorisch museum van Florida, het Cape Eleuthera Institute en OceanX, een door hedgefondsmiljardair Ray Dalio opgezet initiatief voor mariene exploratie.

Doelwit was de stompsnuitzeskieuwshaai, een enorm beest met glanzend groene ogen en zes kieuwen. De meeste haaien hebben er vijf. Ze zouden afstammelingen zijn van haaien die de zeeën al bevolkten voordat de pterodactylus en T. rexop aarde ronddwaalden. Stompsnuitzeskieuwshaaien brengen de meeste tijd op grote diepte door, soms wel 1300 meter onder het oceaanoppervlak.

Door deze voorliefde voor diep water is de stompsnuitzeskieuwshaai lastig te bestuderen. Simon Thorrold, senior onderzoeker aan het Woods Hole Oceanographic Institution, lacht als hem wordt gevraagd wat er nog zo mysterieus aan ze is: “Het kost minder tijd om door te nemen wat we wel weten. En dat is bijna niets.”

Op de Rode Lijst van bedreigde soorten van de International Union for Conservation of Nature heeft de stompsnuitzeskieuwshaai de status ‘potentieel bedreigde soort’. Er zijn echter nog onvoldoende gegevens om een schatting te kunnen maken van de populatie en uit te kunnen maken of deze afneemt of toeneemt. Vrouwtjes zijn gewoonlijk groter dan mannetjes. Eenmaal volgroeid zijn ze 5 meter lang. Ze kunnen 40 tot 110 pups tegelijk baren, maar we weten niet waar ze zich voortplanten of hoelang ze drachtig zijn. Stompsnuitzeskieuwshaaien zijn waargenomen aan de kust van alle continenten, met uitzondering van Antarctica. Ze lijken echte kosmopolieten, maar het is niet duidelijk of ze veel migreren of gewoon wijdverspreid zijn.

Onderzeeërs en harpoengeweren

Dean Grubbs is nu associate director Research aan het Coastal and Marine Laboratory van de Florida State University, maar in 2005 was hij de eerste wetenschapper die een stompsnuitzeskieuwshaai van een satellietzender voorzag. Hiermee worden gegevens verzameld over licht, temperatuur en diepte. Hij gebruikte een mengsel van aas om de haai te vangen en een lange lijn om deze naar boven te halen. Vervolgens bevestigde hij de zender onder de rugvin van de haai.

Op die manier heeft hij meer dan twintig stompsnuitzeskieuwshaaien in vijf verschillende gebieden van de wereld getagd. Het viel hem echter op dat de haaien het omhoog halen wel overleefden, maar dat het enkele dagen duurde voordat ze in hun normale gedrag vervielen. Grubbs kreeg een gewaagd idee: Waarom een haai niet in de natuurlijke diepzeeomgeving taggen vanuit een onderzeeër?

Daar waren genoeg redenen voor. Volgens de Marine Technology Society waren er in 2017 slechts veertien bemande onderwatervoertuigen voor de wetenschap bestemd. Als met een van deze onderzeeërs onderzoek werd uitgevoerd, zouden de kosten vele malen hoger zijn dan wanneer haaien met behulp van een boot worden getagd. Hoewel OceanX niet over de kosten wilde uitweiden, verklaart het Woods Hole Oceanographic Institution, dat niet bij het project voor het taggen van stompsnuitzeskieuwshaaien betrokken was, dat het gebruik van hun 55 jaar oude onderzeeër Alvin 45.000 dollar per dag kost. Daarnaast zou het een moeilijke onderneming zijn. Wanneer de haai niet in bedwang wordt gehouden, is het lastig om de zender op de juiste plek te bevestigen.

Pacifische zeeengel Santa Catalina Island Californi

Uiteindelijk wisten Grubbs, Edd Brooks en Brendan Talwar, laatstgenoemden zijn onderzoekers aan het Cape Eleuthera Institute, OceanX ervan te overtuigen de missie te steunen. Andere financiers van de missie waren de Moore Bahamas Foundation en het Vibrant Oceans Initiative van Bloomberg Philanthropies. Er werden twee harpoengeweren op de Nadir bevestigd. Hiermee waren er elke nacht twee kansen om een haai te taggen. Doelwit waren de stompsnuitzeskieuwshaaien in de Exuma Sound van Eleuthera.

Ondanks hulp en middelen van buitenaf, zag het er niet meteen veelbelovend uit. Het team had van tevoren in een vijver op het karkas van een haai geoefend. De eerste tocht mislukte echter toen een reusachtige stompsnuitzeskieuwshaai haar buik naar de onderzeeër draaide op het moment dat er op haar zou worden geschoten. Het team wilde haar organen niet beschadigen en de poging werd afgeblazen. Enkele maanden later liep de tweede reis in het water door een weigerend harpoengeweer. In juni maakte het team een derde en laatste tocht die maar liefst vier nachten zou duren.

Ook deze tocht begon onheilspellend. In de eerste nacht botste een stompsnuitzeskieuwshaai tegen het harpoengeweer, waardoor het doel werd gemist. De tweede nacht waren er geen haaien te zien. In de derde nacht zwom een hinderlijke tandbaars voorbij, precies op het moment dat op een stompsnuitzeskieuwshaai werd geschoten. Hierdoor werd de kostbare zender onderschept.

Laatste kans

Op 29 juni had het team een laatste kans om een stompsnuitzeskieuwshaai te taggen voordat de Nadiren het onderzoeksschip voor een ander project nodig waren. Terwijl de onderzoekers in de onderzeeërs wachtten tot er een stompsnuitzeskieuwshaai op het aas afkwam, bewonderden ze de fosforiserende Siphonophorae,Cubaanse doornhaaien en larvale vissen die je gewoonlijk alleen in boeken ziet. (Gerelateerd artikel: Negen foto’s van diepzeedieren.)

“Ik was zo blij als een kind in de snoepwinkel toen ik al die ongewervelden, die kleine garnalen zag”, weet Gavin Naylor nog. Hij is hoofd van het Florida Program for Shark Research van het natuurhistorisch museum van Florida en moest die nacht de harpoengeweren bedienen.

Rond tien voor tien ’s avonds, door de wetenschappers ‘sixgill-o’clock’ (‘bluntnose sixgill’ is de Engelse benaming voor de stompsnuitzeskieuwshaai) genoemd nadat ze hadden gemerkt dat de haaienactiviteit dan toenam, passeerde een mannetje de onderzeeër, waardoor slib van de oceaanbodem opdwarrelde. Hoewel hij niet veel kon zien, wist Naylor vrij zeker in welke richting de haai was verdwenen. Hij vroeg Lee Frey, de piloot van de onderzeeër, het harpoengeweer te laden en vuurde vervolgens op het sediment.

Er verstreken twintig spannende seconden voordat Grubbs en de andere wetenschappers in het missiecontrolecentrum van het onderzoeksschip de stem van Frey over de radio hoorden.

“Roger,Nadir.Zender zit in een groot mannetje.”

Mysteriën van de diepzee

De zender waarmee Naylor de stompsnuitzeskieuwshaai heeft uitgerust, gaat drie maanden mee. Als alles goed gaat, valt de tag eind september van de haai, komt deze bovendrijven en worden gegevens geüpload over de diepte waarop de haai heeft gezwommen, hoeveel licht er was en wat de temperatuur van het water was waarin het dier zijn tijd doorbracht. Grubbs en zijn team gebruiken die informatie om de bewegingen van de haai in kaart te brengen.

Shawn Larson is een onderzoeksconservator van het Seattle Aquarium en bestudeert al lange tijd stompsnuitzeskieuwshaaien in de Puget Sound. Hij is benieuwd welk nieuw bewijs de zender zal opleveren. “Deze haaien zijn echt een mysterie. Ik hoop dat de zender licht zal werpen op het activiteitsgebied van de haai en misschien wel, aangezien het een mannetje is, de plek van de paaigronden.”

Het succes van het team bewijst dat dieren in de diepzee vanuit onderzeeërs met een zender kunnen worden uitgerust. De verwachting is dat onderzoek naar diepzeedieren in hun natuurlijke omgeving hierdoor zal worden gestimuleerd. De oceaan bedekt ruim zeventig procent van het aardoppervlak en bijna twee derde van al dat water is bijna 1600 meter diep. Toch is slechts tien procent van alle wateren ter wereld met sonar in kaart gebracht. Wetenschappers schatten dat twee derde van het leven onder water nog niet is ontdekt.

“We weten nog maar heel weinig over de oceaan. En het beetje dat we weten, gaat over de eerste vijfhonderd meter,” zegt Naylor. “Maar alles daar beneden in de diepzee is nog niet in kaart gebracht. Je voelt je net een ontdekkingsreiziger uit de achttiende eeuw. En het is magisch.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com