Op warme zomerdagen is dierenvriend Tonny Haak steevast aan het Zandvoortse strand te vinden. Niet op de bonnefooi met zijn voeten in het zand, maar met een missie op de parkeerplaats langs de boulevard. ‘Ik controleer of er honden in de auto worden achtergelaten als de mensen naar het strand gaan,’ aldus Haak in een interview met NH Nieuws. ‘Dat doe ik vrijwillig. Ik hou niet van dierenleed.’

Het werk van de Zandvoortse samaritaan blijkt geen overbodige luxe. Elke zomer weer wordt de Nederlandse politie overspoeld met meldingen over huisdieren in snikhete auto’s. Precieze cijfers kan de politie niet overleggen, maar het gaat om minimaal dertig meldingen in de afgelopen twee weken. Het redden van deze dieren heeft volgens de politie ‘de hoogste prioriteit’.

Wat moet je doen als je een hond in een hete auto ziet?

De sticker op het windscherm van Haaks scooter spreekt boekdelen: ‘Bij hitte: hond of kind in auto? Bel 112’ Maar wat doe je als de politie te lang op zich laat wachten? ‘Het kan binnen tien minuten 45 graden worden in zo’n auto,’ waarschuwt Haak. ‘Als de nood het allerhoogst is, dan tik ik heel voorzichtig het achterruitje eruit. Het spijt me, maar als de eigenaars mij willen vervolgen, moeten ze dat maar doen.’

Toch is er grote kans dat zo’n vervolging weinig kans van slagen heeft. Mits de omstandigheden daadwerkelijk om dergelijk ingrijpen vragen, kan het zelfs strafbaar zijn om níet in actie te komen als je een huisdier in een hete auto treft. Wel is het belangrijk om eerst zo goed als zeker vast te stellen dat het dier in levensgevaar is. Een hond die oververhit dreigt te raken, zal hard hijgen, kwijlen en soms zelfs braken. Ook zal de hond verschijnselen van uitputting moeten vertonen.

Ruit inslaan vaak geen strafbaar feit

Is het een kwestie van leven of dood? Dan valt het intikken van de autoruit onder de juridische term ‘zaakwaarneming’. Volgens artikel 198 van het zesde Burgerlijk Wetboek is zaakwaarneming ‘het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang’.

Doe je niets, dan ben je mogelijk zelfs in overtreding. Op grond van artikel 2.1 lid 6 van de Wet dieren zou iedereen een ‘hulpbehoevend dier de nodige zorg’ moeten verlenen. Verzaak je dat, dan pleeg je effectief een strafbaar feit. Met een beetje pech riskeer je er zelfs maximaal zes maanden gevangenisstraf mee (art. 8.12 lid 3 Wet dieren).

Haak heeft er in elk geval geen wetboek voor nodig om zijn beweegredenen glashelder te formuleren: ‘We laten geen beesten lijden. Dat doe je niet.’