Afgezien van het lichtschijnsel zelf heeft maanlicht een grote invloed op dieren en planten hier op aarde, van het tijdstip waarop kuikens uit het ei kruipen tot het moment waarop roofdieren op jacht gaan. Hieronder behandelen we enkele van de meest opmerkelijke voorbeelden van de wijze waarop het leven op aarde het maanlicht gebruikt om te overleven en te floreren.

Het koraal Acropora millepora plant zich bij Heron Island in het Australische Great Barrier Reef voort Elk voorjaar stemmen honderden koraalsoorten het tijdstip waarop ze hun eitjes en sperma uitscheiden af op het licht van de volle maan
Het koraal Acropora millepora plant zich bij Heron Island in het Australische Great Barrier Reef voort. Elk voorjaar stemmen honderden koraalsoorten het tijdstip waarop ze hun eitjes en sperma uitscheiden af op het licht van de volle maan.
David Doubilet, National Geographic Creative

Ultieme sfeerverlichting

In ecosystemen langs de kusten van de wereld hebben dieren zich aangepast aan (en zijn afhankelijk van) het door de maan veroorzaakte getij, dat stijgt en daalt als gevolg van de wisselwerking tussen de ronddraaiende aarde en de zwaartekracht van de zon en de maan.

De stijging en daling van het zeewater over een periode van 12,4 uur spelen een cruciale rol in deze milieus, waar zich een diverse fauna van zogenaamde ‘intertidale’ organismen heeft ontwikkeld die zich op unieke wijze aan het tij hebben aangepast. Afgezien van het getij maken veel soorten in de zee en op het land gebruik van de geheimzinnige gloed van de maan.

De evolutie lijkt maanlicht vooral als romantische sfeerverlichting in te zetten: soorten van alle grootten en vormen gebruiken het spookachtige schijnsel en het wassen en afnemen van de maan met een periode van 29,5 dagen om hun voorplantingsfases te plannen.

Nergens wordt dit duidelijker dan in het Australische Great Barrier Reef. Op een voorjaarsnacht na een volle maan beginnen ruim honderd soorten rifkoraal hun eitjes en sperma in het zeewater uit te scheiden – een massale bevruchting die nauwkeurig op de komst van het maanlicht is afgestemd. Soortgelijke spektakels zijn op riffen bij Hawaï en Okinawa en in de Caribische Zee te bewonderen.

Een leeuw in het Nationale Park Serengeti in Tanzania
Een leeuw in het Nationale Park Serengeti in Tanzania.
Michael Nichols, National Geographic Creative

In een onderzoek naar de koraalsoort Acropora millepora werd in 2007 antwoord gegeven op de vraag hoe koralen dit klaarspelen: de dieren beschikken over een lichtgevoelig proteïne genaamd CRY2, dat buitengewoon gevoelig is voor de kenmerkende ‘blauwe’ golflengten van maanlicht. Samen met de proteïne CRY1 wordt CRY2 door veel dieren gebruikt om hun interne biochemische klok in te stellen.

Hoewel de koralen gebruikmaken van andere signalen als de lengte van de dag en de temperatuur van de zee om zich op de bevruchting voor te bereiden, is de komst van het maanlicht het doorslaggevende startsein om wolken van miljoenen eitjes en sperma uit te stoten.

“Het is gewoon een magisch moment,” zei Bill Leggat, bioloog aan de James Cook University en onderzoeker van CRY2 in A. millepora, in een eerder interview. “Als je bij zo’n stuk koraal ziet hoe roze spermabundels langzaam uit de koraalmondjes worden gestoten en dan wegdrijven – dat is ongelooflijk.”

Een leeuw Panthera leo jaagt s nachts in het Chobe National Park in Botswana
Een leeuw (Panthera leo) jaagt ’s nachts in het Chobe National Park in Botswana.
Frans Lanting, National Geographic Creative

De maan als tijdwaarnemer

Koralen zijn zeker niet de enige dieren die de maan in de gaten houden, zoals biologe Noga Kronfeld-Schor en haar collega’s van de Universiteit van Tel Aviv bandrukken in het onderzoek dat ze in 2013 verrichten naar de invloed van maanlicht op de tijdwaarneming van dieren.

Neem de krab Sesarma haematocheir, die in de bergen van het Japanse eiland Honshu leeft. Op een nieuwe of volle maan in het voorjaar krabbelen de dieren de berghellingen af om hun eitjes in zee te kunnen leggen, een gebeurtenis die is afgestemd op het maanlicht en samenvalt met het getij.

Bij vogels kruipen de kuikens van de whippoorwill op nieuwe maan uit het ei. Onderzoek uit 1986 wijst erop dat whippoorwill-ouders door het extra felle maanlicht meer voedsel kunnen verzamelen, zodat ze hun kuikens gedurende de cruciale eerste twee weken maximaal kunnen voeden.

Zelfs planten doen mee. In tegenstelling tot veel van haar verwanten laat de mediterrane plant Ephedra foeminea haar pollen niet door de wind wegvoeren. De plant vormt suikerhoudende druppels die de pollen van bezoekende insecten absorberen. Maar hoe vinden de insecten hun weg naar de plant?

Volgens twee onderzoekers is het antwoord gelegen in de perfecte timing van E. foeminea. Na jaren van tegenslag beseften professor Catarina Rydin van de Universiteit van Stockholm en haar medewerkster Kristina Bolinder dat E. foeminea de afscheiding van haar bestuivingsdruppels afstemt op de volle maan van de maand juli. Het heldere maanlicht doet de druppels ‘glinsteren’ en zijn daardoor mogelijk extra opvallend voor bestuivers, aldus het duo in 2015 in het blad Biology Letters.

Het onderzoek naar E. foeminea is nog lang niet voorbij: tenminste één wetenschapper wil meer gegevens over de samenhang met maanlicht verzamelen. Maar het verbluft Rydin nog altijd dat E. foeminea de maan als chronometer zou kunnen gebruiken – en ook dat zij en Bolinder het verband hebben kunnen ontdekken.

“We stuitten geheel bij toeval op deze resultaten,” schrijft ze in een e-mail.

In een studie uit 2003 werd aangetoond dat de mestkever Scarabaeus zambesianus zich bij het voortrollen van zijn mestbal orinteert op gepolariseerd maanlicht Door deze navigatiestrategie kan hij snel aan eventuele rivalen ontsnappen
In een studie uit 2003 werd aangetoond dat de mestkever Scarabaeus zambesianus zich bij het voortrollen van zijn mestbal oriënteert op gepolariseerd maanlicht. Door deze navigatiestrategie kan hij snel aan eventuele rivalen ontsnappen.
David Liittschwager, National Geographic Creative

Dineren bij maanlicht

Het zal wellicht niet verbazen dat maanlicht ook een belangrijke rol speelt in de relatie tussen roof- en prooidieren, hoewel die relatie complexer is dan we op het eerste gezicht zouden denken.

Aan de ene kant zorgt de volle maan ’s nachts voor extra licht, waardoor sommige roofdieren hun prooien gemakkelijker kunnen spotten, vangen en verorberen. Uit talloze studies blijkt dat vooral knaagdieren de klos zijn: zo is de sneeuwhaas onderhevig aan een seizoensgebonden stijging en daling in het risico om te worden gedood door roofdieren als gevolg van de intensiteit van het maanlicht , terwijl velduilen efficiënter zijn in hun jacht op hertmuizen wanneer de maan helder schijnt.

Maar door deze druk van roofdieren hebben prooidieren ook de sterke neiging zich bij helder maanlicht te verbergen, waardoor veel prooidieren – waaronder de genoemde knaagdieren – hun nachtelijke activiteiten drastisch verminderen als de maan helder schijnt.

Voor sommige roofdieren, zoals vleermuizen, betekent dit dat het succes bij de jacht niet altijd wordt bepaald door de maancyclus. Voor andere betekent het zelfs dat de volle maan een tijd van schaarste is, als alle andere omstandigheden hetzelfde zijn. In een onderzoek uit 1984 werd aangetoond dat leeuwen in het Queen Elizabeth National Park in Oeganda bij helder maanlicht minder succes hebben bij het jagen, waarschijnlijk omdat hun prooidieren zich gedekt houden.

“Tijdens het jagen bij volle maan kunnen leeuwen daardoor minder succesvol zijn,” zegt wildfotografe Sophie Darlington, die leeuwen in het wildreservaat van Masai Mara in Kenia voor Earth Life zal filmen.

“Prooidieren kunnen de leeuwen veel beter zien als het niet bewolkt is,” schrijft Darlington in een e-mail, “en dus zijn ze volgens ons geneigd om strategischer en met meer teamwork te handelen.”

Oehoes Bubo bubo roepen vaker  en vanaf hogere plekken  als de maan schijnt waarbij ze hun witte keelveren showen Broedende oehoes zijn in nachten met een volle maan ook actiever
Oehoes (Bubo bubo) roepen vaker – en vanaf hogere plekken – als de maan schijnt, waarbij ze hun witte keelveren showen. Broedende oehoes zijn in nachten met een volle maan ook actiever.
Joël Sartore, National Geographic Photo Ark

Nachtelijk baken

Nachtdieren zijn niet alleen afhankelijk van maanlicht voor de verlichting van hun habitats, soms maken ze ook gebruik van de maan zelf om zich op hun trektochten te oriënteren.

Zo gebruikt de hooivlinder het azimut of horizontale kompasrichting van de maanstand om zich tijdens zijn vlucht te oriënteren – een truc die ook door andere soorten, waaronder zandvlooien, zeer efficiënt wordt toegepast.

Ook zeeschildpadjes die pas uit het ei zijn gekropen, vertrouwen op het maanlicht dat door het wateroppervlak wordt weerkaatst om zichzelf te oriënteren tijdens hun tocht over het strand richting de zee.

Andere dieren navigeren op een subtielere manier bij maanlicht. De Afrikaanse mestkever Scarabaeus zambesianus gaat bij zonsondergang op zoek naar verse mest, en als hij eenmaal zijn mestbal begint voort te rollen, doet hij dat in een rechte lijn om zich zo ver mogelijk van zijn concurrenten te verwijderen. Wanneer de zon ondergaat, oriënteert de kever zich tijdens zijn tocht aan de hand van patronen van gepolariseerd licht, die ontstaan door de verstrooiing van zonlicht door stofdeeltjes in de atmosfeer.

In 2003 bleek uit een studie dat de Afrikaanse mestkever ook gepolariseerd maanlicht als kompas gebruikt, en dat terwijl het effect bij maanlicht één miljoen maal zwakker is dan bij zonlicht.

Het was niet bekend dat dieren dit konden – en opnieuw een bewijs van de verbluffende wijze waarop de maan het leven op aarde beïnvloedt.

Dave Hansford droeg bij aan de berichtgeving voor dit artikel.