Het leven in de Gazastrook is niet gemakkelijk. Het gebied wordt geplaagd door geweld en armoede, en er is slechts brandstof voor een paar uur elektriciteit per dag. Twee miljoen mensen wonen in dit Palestijnse territorium, ongeveer evenveel als in de provincie Gelderland, wat het tot een van de dichtstbevolkte stukjes land ter wereld maakt. De grensovergangen met buurlanden Egypte en Israël zijn gesloten en iedereen die het gebied wil verlaten of binnengaan, wordt streng gecontroleerd. De strook wordt soms vergeleken met een openluchtgevangenis, of met iets ergers.
Zoals veel fotografen reisde ook Monique Jaques in 2004 naar de Gazastrook om de oorlog met Israël te verslaan. Maar nadat ze bij een gezin had gelogeerd en bevriend was geraakt met een van de dochters, die een paar jonger was dan zij, ontwikkelde zich een verrassend verhaal. Jaques besefte dat het voor meisjes nóg moelijker moest zijn om in een gebied op te groeien waar het dagelijks leven zo zwaar is. Dochters vertegenwoordigen het gezin, vertelt Jaques, en ze worden onder druk gezet om zich te gedragen op een manier die hen een zo goed mogelijke huwelijkspartner zal opleveren, zodat de familie het wat breder krijgt. Dat wordt nog eens versterkt door het feit dat veel inwoners in grotere families samenwonen, waar de sociale controle erg groot is. Zonder medeweten van de ouders een kopje koffie drinken met een jongen lokt al allerlei roddels uit, legt Jaques uit.
Om toegang tot deze wereld te krijgen probeerde Jaques zoveel mogelijk meisjes te leren kennen. In aansluiting op de Palestijnse traditie van orale overlevering vroeg ze hen om hun verhalen met haar te delen. Geleidelijk aan legde ze meer en meer contacten, en hoewel de vrouwen die ze fotografeerde in de wat liberalere Gaza-Stad woonden, bleef het lastig om meisjes en jonge vrouwen ertoe te brengen de sociale conventies opzij te zetten en zich te laten fotograferen. “Als je hier klein bent, mag je doen wat je wilt,” vertelt Jaques. “Maar zodra je in de puberteit komt, verandert alles. Gezinnen wilden hun jonge dochters graag op de foto hebben, maar met de oudere dochters waren ze veel minder bereidwillig.”
De meeste meisjes die Jaques fotografeerde, waren nog nooit buiten de Gazastrook geweest, vertelt ze. Allemaal droomden ze ervan om er weg te gaan, al was het maar voor even. “Ik wou dat ik voor één dag naar een plek kon gaan waar niemand me kent,” vertrouwde een van de meisjes Jaques toe.
Ondanks de problemen besloot Jaques zich te richten op de momenten van plezier, hoop en kracht die ze meemaakte, op een plek waar het leven zeer geïsoleerd is en waar dat leven elk moment overhoop kan worden gegooid. Ze legde de jonge vrouwen zowel in hun privémomenten als in hun sociale rol in de samenleving vast – als politieagentes en artsen, op school en in het café. Sommigen hebben haar bekritiseerd, zo vertelt ze, omdat ze het lijden van de bevolking van de Gazastrook zou bagatelliseren. (In een recent bericht van de VN wordt voorspeld dat de zone nog vóór de oorspronkelijke inschatting van de organisatie in 2020 onbewoonbaar zal worden als de omstandigheden niet verbeteren.) Maar Jaques gaat door met fotograferen en het verzamelen van verhalen. “Er is zoveel meer dan de beelden van de oorlog,” zegt ze. “Deze meisjes leiden ongelooflijk rijke levens. Ze werken, gaan naar school en hebben verwachtingen en dromen.”
Monique Jaques probeert financiering te vinden om haar project Gaza Girls: Growing Up in the Gaza Strip als boek te publiceren. Meer informatie is te vinden op haar pagina op Kickstarter.