Download de Layar-app, scan de foto's en kijk hoe ze tot leven komen.
De details in de portretten, zoals een baseballpet, tanktop, polshorloge of bodywarmer, spreken de oude en verweerde uitstraling tegen. Wat in eerste instantie oude foto’s lijken, zijn in werkelijkheid eigentijdse tintypes. Met deze techniek uit de negentiende eeuw wordt een tinnen plaatje zwart gemaakt met verf, lak of email en vervolgens bedekt met een fotografische emulsie. Deze projecten over inheemse Amerikanen zijn van de hand van de kunstenaars Will Wilsonen Kali Spitzer.
Hoewel ze gebruikmaken van een verouderd medium, zeggen de foto’s van Wilson en Spitzer veel over het hedendaagse leven van inheemse Amerikanen. Wilson is een lid van de Navajonatie en heeft ook Welsh en Iers bloed. Voor hem betekent dit project een samenwerking met inheemse artiesten, kunstprofessionals en stamhoofden die via hun sessies actief met hem in gesprek gaan. Zijn ontroerende foto’s stellen stereotypen en vertekeningen bij. Daarmee dragen ze bij aan “een hernieuwd beeld van wie wij als inheemse mensen zijn,” zegt Wilson.
De vader van Spitzer is Kaska Dena en haar moeder is Joods. Spitzer keerde terug naar British Columbia in Canada om de inheemse gemeenschap waarin zij opgroeide te fotograferen. Met haar werk wil ze inheemse Amerikanen macht geven door ze de kans te geven om zichzelf te presenteren zoals ze gezien willen worden. “Elke foto, elke persoon heeft een verhaal te vertellen. Ik bied ze de mogelijk hun verhaal te vertellen via hun portret en spraakopnames,” zegt Spitzer, die samen met Wilson aan het Santa Fe Community College heeft gestudeerd.
“Ik nodig de toeschouwer uit om de verschillende kanten van deze verhalen te onderkennen, zoals de pijn, maar vooral de geestdrift en het doorzettingsvermogen van een persoon.”
De portretten van Wilson en Spitzer geven niet alleen inzicht in de modellen, maar ook in de rol die fotografie speelt bij het weergeven van het leven en de cultuur van inheemse Amerikanen. Door hun eigentijdse interpretatie van het tintype, gaan ze de dialoog aan over de problematische geschiedenis van foto’s van inheemse Amerikanen door blanke fotografen.
“Ik stoor me aan de manier waarop deze Amerikaanse cultuur is geromantiseerd door één fotografische uitwisseling tussen Euro-Amerikaanse en inheems Amerikaanse samenlevingen in de periode van 1907 tot 1930. De fotograafEdward S. Curtisvervaardigde toen zijn magistrale opus The North American Indian,” aldus Wilson.
Het monumentale werk van Curtis is een mijlpaal uit de inheems Amerikaanse fotografie en bestaat uit twintig delen met meer dan 1500 foto’s van honderden inheemse gemeenschappen in heel Noord-Amerika. Aspecten uit het leven van inheemse Amerikanen zijn zorgvuldig gedocumenteerd en daardoor bewaard gebleven. Extreme stereotypen en karikaturen van veel culturele voorstellingen zijn vermeden. Maar Curtis had de neiging mensen op een geromantiseerde wijze te presenteren. Vaak wordt hun naam niet vermeld, zijn ze geïsoleerd van de bredere cultuur van de Verenigde Staten weergegeven en versterken ze het door blanken opgeplakte etiket van exotisch en anders. Wilson: “Ook nu nog zijn inheemse mensen op de foto’s van Curtis voor velen bevroren in de tijd.”
Bekijk de volgende fotogalerij met de Layar-app:
In dit licht benadrukken Wilson en Spitzer de individualiteit en complexiteit van hun modellen. Wilson ziet zijn werk dan ook als een reactie en een uitdaging op de foto’s van Curtis. Als inheemse kunstenaar uit de 21ste eeuw streeft hij ernaar “het bijzondere etnografische materiaal dat Curtis heeft samengesteld door een moderne visie van inheems Noord-Amerika” te vervangen. Hij vraagt zijn modellen voorwerpen die voor hen belangrijk zijn mee te nemen naar de fotoshoot. Dat leidt tot beelden met aandoenlijke details uit hun leven, van een typemachine en een opengeslagen boek tot een viool en een vredesteken uit de jaren 1960.
De foto’s van Spitzer maken deel uit van de serie An Exploration of Resilience en bestrijden “vooroordelen over ras, geslacht en seksualiteit” in haar gemeenschap die voornamelijk uit mensen met een inheemse of gemengde afkomst bestaat. Denk daarbij ook aan homoseksuelen, lesbiennes, genderqueers en transgenders die in het verleden werden genegeerd in culturele afspiegelingen van inheemse Amerikanen. Ze portretteert haar modellen als actieve, expressieve en zelfbewuste mensen. Ze kijken vastberaden in de camera, bedekken hun gezicht, trekken kledingstukken uit of geven baby’s de borst. De variatie in kleding, haarstijl en sieraden legt de nadruk op hun diversiteit.
Om de persoonlijkheid en menselijkheid van de personen die ze portretteren verder te onderstrepen, vullen beide kunstenaars hun foto’s aan met beeld en geluid. Spitzer staat erop dat haar modellen niet alleen gezien, maar ook gehoord kunnen worden. Daarom bevatten de museuminstallaties ook spraakopnames. Wilson transformeert enkele van zijn portretten in ‘Talking Tintypes’, pratende tintypes. Toeschouwers kunnen de gratis app LAYAR downloaden en de modellen op hun telefoon of tablet tot leven zien komen in video’s waarin ze over hun leven en ervaringen vertellen.
Het medium waarmee inheemse Amerikanen ooit in een waas van stereotypen en misvattingen werden gehuld, is uiteindelijk teruggevorderd door Wilson en Spitzer. Hun eigentijdse foto’s tonen de modellen niet als exotische of naamloze iconen die in de tijd zijn geconserveerd, maar als complexe en genuanceerde schepsels.
“Ik wil het grote publiek laten zien wie wij nu zijn. Ik wil licht werpen op onze verhalen en een veilige ruimte creëren waarin we onszelf kunnen laten zien en horen en terwijl we onszelf typeren en duidelijk maken hoe we willen worden afgeschilderd,” zegt Spitzer. “Ik wil dat mensen met ons verbonden raken. Ik denk dat deze verbondenheid de manier waarop mensen ons zien en behandelen kan veranderen.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com