De natuur van Madagaskar is ongeëvenaard. Het op vier na grootste eiland ter wereld werd 165 miljoen jaar geleden van Oost-Afrika gescheiden en maakte een volledig eigen ontwikkeling door, met dieren, planten en insecten die op geen enkele andere plek ter wereld voorkomen. Vier van de vijf planten in het regenwoud zijn uniek voor Madagaskar. Deze geïsoleerde wereld herbergt tienduizend soorten bloeiende planten waarvan een groot aantal nergens anders voorkomt. Slechts twaalf van de vierhonderd soorten amfibieën en reptielen zijn elders op de wereld te vinden. De helft van alle kameleonsoorten op aarde leeft op dit eiland. Meer dan de helft van de vogels en bijna alle zoogdieren, zoals verschillende soorten maki’s, zijn uniek voor dit bijzondere eiland.

Baobabs onder een opkomende maan bij de stad Morondava Op de achtergrond wordt struikgewas afgebrand 2017

Toch was er lang weinig over de natuur van Madagaskar bekend. Het 1550 kilometer lange eiland werd in 1960 onafhankelijk van Frankrijk, waarna het bestuur zich in toenemende mate van het Westen afkeerde. China en Moskou waren het oriëntatiepunt, westerse journalisten en natuurbeschermers werden gemeden. Daarin kwam verandering toen de machthebbers zich realiseerden dat er geld was te verdienen aan de belangstelling van westerse natuurbeschermers voor hun unieke land. In 1985 werd een grote conferentie op het eiland georganiseerd, waarin aandacht werd gevraagd voor Madagaskars bijzondere en bedreigde natuur. De conferentie werd bijgewoond door vertegenwoordigers van het Wereld Natuur Fonds en de Wereldbank.

De Nederlands-Amerikaanse fotograaf Frans Lanting was in opdracht van National Geographic op deze conferentie aanwezig om Madagaskar voor het Magazine te portretteren. Hij deed dat samen met de Britse primatoloog Alison Jolly, die bekend was vanwege haar onderzoek naar maki’s: primaten die alleen op Madagaskar en enkele omliggende eilanden voorkomen. In februari 1987 verscheen de reportage van 36 pagina’s: ‘Madagascar: A World Apart’.

Het was geen optimistisch verhaal. De door natuurbeschermers geprezen verborgen natuurschatten wachtte een ecologische crisis van de eerste orde. ‘Op de plek met de meeste unieke soorten lopen deze het grootste gevaar op uitsterving,’ schreef Jolly. 80 procent van Madagaskar was ontbost, platgebrand door arme boeren en veehouders. ‘Als het regent, loopt de rode klei als bloed de geribbelde heuvels af, de zee in.’

Toch eindigt Jolly haar verhaal niet in mineur: ‘Ik ben hoopvol dat Madagaskar kan worden gered voordat het milieu volledig is verwoest.’ Tot de leiders van Madagaskar was, getuige ook de natuurconferentie van 1985, eindelijk het besef doorgedrongen dat er weinig tijd meer restte om de natuur van het land te redden.

De ecologische crisis leek te worden afgewend. De internationale aandacht, gestimuleerd door de reportage in National Geographic, deed het eiland goed. Er werd met veel energie en met steun van de internationale gemeenschap aan natuurbehoud gewerkt. Er werden inheemse natuurbeschermers opgeleid, en in 2003 besloot de overheid om het areaal aan beschermde gebieden te verdrievoudigen, van 1,7 tot zes miljoen hectare, zo’n 10 procent van de oppervlakte van het eiland. Maar het bleef voornamelijk bij papieren plannen. De scherpe politieke tegenstellingen hebben het land weinig stabiliteit gebracht; zo vond er in 2006 een poging tot staatsgreep plaats. Kind van de rekening was onder meer de natuurbescherming.

Frans Lanting heeft altijd zijn belangstelling voor het eiland behouden en is er vaak voor andere reportages voor National Geographic teruggekeerd.

Man met de foto van een dorpsbijeenkomst in 1998 over het vaststellen van de grenzen van het Zombitse Vohibasia Nationaal Park Hij is een van de weinige mannen op de foto die nog in leven zijn 2017
Man met de foto van een dorpsbijeenkomst in 1998 over het vaststellen van de grenzen van het Zombitse Vohibasia Nationaal Park. Hij is een van de weinige mannen op de foto die nog in leven zijn (2017).
Frans Lanting

‘Ik ken Madagaskar heel goed, het is een deel van mijn leven geworden.’ Vorig jaar ging hij opnieuw terug en bezocht hij plaatsen waar hij eerder was geweest om te zien welke veranderingen er hadden plaatsgevonden. Hij nam foto’s mee van mensen en plekken die hij eerder had gedocumenteerd en liet die aan de bevolking zien. ‘Dat leverde ongelooflijke reacties op’, vertelt Lanting. ‘Sommige ouderen wisten nog wie ik was. Maar ook veel mensen die op de foto’s stonden, waren al overleden en werden door hun kinderen of kleinkinderen herkend.’

Hoe trof hij Madagaskar aan? ‘De situatie is problematisch,’ vertelt hij. Er zijn zeker ontwikkelingen die hoopvol stemmen. Er zijn veel meer Malagassiërs, vaak opgeleid door buitenlanders, die met natuur en duurzaamheid bezig zijn dan dertig jaar geleden. Er zijn veel initiatieven die laten zien dat er op lokaal niveau, zoals op het gebied van ecotoerisme, een goede balans is te vinden tussen mens en natuur.

Op landelijk niveau is de situatie echter slecht. ‘Madagaskar is een uitgemergeld land,’ vertelt Lanting. Het is een van de armste landen ter wereld, bijna driekwart van de bevolking leeft onder de armoedegrens. De bevolkingsdruk is onverminderd hoog. In 1985 telde het land tien miljoen inwoners, in 2017 waren dat er 2,5 keer zoveel, en 60 procent van hen is jonger dan 25 jaar. Het land wordt geteisterd door ontbossing, overbegrazing, verwoestijning en watervervuiling. De overheid is zwak en corrupt en niet in staat voldoende toezicht op natuur en milieu te houden. ‘De botsing tussen mens en milieu in Madagaskar is exemplarisch voor wat er op grote schaal in andere delen van Afrika gebeurt,’ zegt Lanting.

Net als bijvoorbeeld de Galápagoseilanden geldt Madagaskar als een uniek levend laboratorium van biologische evolutie. Het is bedroevend als deze unieke natuur ten onder zou gaan. Alison Jolly wees hierop in haar boek Thank you, Madagascar (2015): ‘Natuurbeschermers zoals ik geloven dat de levende ecosystemen van Madagaskar werelderfgoed zijn in de ware zin van het woord: een schat van schoonheid, wetenschap en verwondering voor de hele wereld – en dat het laten voortbestaan van deze ecosystemen en hun soorten een verantwoordelijkheid is van de hele wereld.’

Het is nog allerminst zeker dat de wereld bereid is deze verantwoordelijkheid te nemen.

Bekijk de hele fotoreportage van Frans Lanting

Frans Lanting fotografeerde meer dan dertig reportages voor National Geographic. Deze reportage heeft hij exclusief voor de Nederlandstalige editie gemaakt. Aart Aarsbergen was van 2001 tot 2018 hoofdredacteur van National Geographic Nederland•België.

Deze reportage verscheen in de november editie van National Geographic magazine.