Dit artikel verscheen in de maart 2019 editie van National Geographic Magazine.
Vanaf 2012 hebben ambtenaren in de Democratische Republiek Congo verplicht een bankrekening. Voor die tijd ontvingen ze hun loon meestal contant van hun leidinggevende, waarbij vaak een groot deel werd achtergehouden. Waar de bancarisation in de steden vrij voorspoedig is verlopen, ontbreken op het platteland dikwijls bankkantoren en een goed functionerend gsm-netwerk. Mobiele bankkantoortjes rijden daarom door het gigantische land, zo groot als het hart van Europa, om het salaris uit te keren.
De afgelopen jaren vergezelde ik meermaals zo’n geldauto naar de afgelegen Congolese dorpen. De reis was vaak een rondje van ‘maar’ driehonderd kilometer, maar kon soms weken duren door de erbarmelijk slechte wegen. Om de paar kilometer zat de jeep weer vast en moesten we uren scheppen voordat we verder konden. Af en toe vormde zich achter de auto een colonne: verkopers die weten dat hun potentiële klanten weer over cash beschikken en schuldeisers die hun uitgeleende geld met woekerrente terugvorderen.
De reis was het keer op keer waard: de geldbrengers werden met gejuich begroet (later temperde de devaluatie van de Congolese frank dat enthousiasme enigszins). Sommige ambtenaren moeten zelf nog twee dagen reizen naar de rijdende bank, want de jeep kan niet alle dorpen bereiken. Te fiets of te motor hopen ze op de juiste dag in het juiste dorp aan te komen. Alsof je van Breda naar Antwerpen moet fietsen om je geld op te halen!
Kris Pannecoucke is een Belgisch documentair fotograaf geboren in Congo, waar hij ook geregeld werkt. In 2017 verscheen zijn fotoboek Fleuve CONGO River.