Tijdens de lange Yukon Quest sledehondenrace worden honden regelmatig door hun baasjes uit de race gehaald omdat ze moe, verwond of ziek zijn. De honden worden veilig en warm in zakken gestopt en met het vliegtuig meegenomen. Fotografe Katie Orlinsky volgde deze honden op hun tocht.

De Yukon Quest sledehondenrace

Enkele jaren geleden werd ik te elfder ure gevraagd om de Yukon Quest te fotograferen, een sledehondenrace van duizend mijl (1600 kilometer) over de onherbergzame taiga van Alaska en Canada. De race vindt in hartje winter plaats en volgt een route die tijdens de goudkoorts door sledehondenteams werd gebruikt voor de aanvoer van post en voorraden. Het is een van de zwaarste sportevenementen ter wereld: de temperatuur daalt geregeld tot -45°C, de wind kan aanwakkeren tot 65 kilometer per uur en de dagen zijn zo kort dat het grootste deel van de route in het donker wordt afgelegd.

Toen ik de opdracht aannam had ik nog nooit van de Yukon Quest gehoord, noch van zijn beroemde Amerikaanse tegenhanger, de Iditarod. Als ik al aan het noordpoolgebied dacht, zag ik exotische en bedreigde diersoorten voor me, en een ver en ijskoud oord dat voor mij als fotograaf buiten bereik lag. Dit was het domein van stoere mannen met asblonde baarden en feloranje overlevingsuitrusting, die waren opgevoed door nog stoerdere vaders die hun zoons al jagend en vissend levenslessen hadden bijgebracht. Mijn vader was theaterproducent in New York – mijn levenslessen leerde ik achter de coulissen, niet onder het noorderlicht.

Fotograferen op de automatische piloot

Toch verraste het me dat het noordpoolgebied mij ontzag inboezemde. Een flink deel van mijn beginjaren als fotograaf was ik bezig met het vastleggen van conflicten en sociale kwesties in het Midden-Oosten en Afrika en het verslaan van de drugsoorlog in Mexico. Maar in 2011 werd ik zelf onderwerp van een verhaal: een tragedie waarin de slachtoffers mijn collega’s waren en ik de overlevende. Daarna vond ik het moeilijk om de inspiratie en passie voor de fotografie te vinden die ik altijd had gevoeld. Ik bleef werken (ik had het geld nodig), maar vaak op de automatische piloot.

This is an image
NGM Maps

Dus toen ik in 2014 de opdracht kreeg om de Yukon Quest te fotograferen, wist ik niet wat ik moest verwachten. Kort daarna zat ik in het vliegtuig naar Canada. We landden rond middernacht in Whitehorse, op een besneeuwde landingsbaan. Aan het raampje naast mijn stoel voelde ik hoe koud het daarbuiten was. Ik was in het Hoge Noorden aangekomen, maar mijn bagage niet. Daarin zat alles wat ik nodig dacht te hebben, waaronder een geleende sneeuwbroek die te groot voor mij was, lange onderbroeken die ik sinds een skivakantie van school niet meer had gedragen en een peperdure, opgeblazen parka.

Ik zou van Whitehorse naar Dawson City vliegen om de race bij het ochtendgloren te fotograferen, maar het enige wat ik nu bij me had, waren een pullover met capuchon en een rugzak vol cameraspullen.

In de terminal legde ik mijn probleem uit aan de twee vrouwen achter de balie van Air Canada. Een van beiden verdween naar achteren en keerde terug met een wollen cardigan. De andere vrouw vroeg haar man om een paar laarzen en een jas te brengen. Ze gaf mij haar eigen donsjack, de bontlaarzen die ze aanhad en een paar warme rode handschoenen.

Een magisch uitzicht

Het was donker toen ik later die ochtend op het vliegtuig naar Dawson City stapte. Toen de zon opkwam, ontvouwde zich onder mij een landschap van weidse bergketens, eindeloze pieken in felroze en beige, steenmassa’s in grijs en zwart en glooiende heuvels in eindeloos wit. Ik had nog nooit zoiets magisch gezien en maakte foto’s totdat de dichte mist het uitzicht belemmerde.

Toen ik uit het vliegtuig stapte, sprankelde de knerpende sneeuw onder mijn voeten. Tijdens de rit naar het hotel zat ik met stil ontzag te kijken naar lavendelpaarse bergen en bevroren rivieren onder een blauwwit mozaïek van ijs. Het hele noordse sneeuwwoud leek onder een laag glinsterende sneeuw te liggen – grijswitte rijp, zo bleek algauw. Het voelde aan als een sprookje. Soms wil ik terugreizen in de tijd, alleen maar om die eerste uren in Dawson City opnieuw te beleven.

Intussen was de kou zo bitter als het land wonderschoon was. De lucht bleek zo droog dat ik naar adem snakte. Maar op dat moment waren geleende kleren en de welwillendheid van vreemdelingen alles wat ik aan warmte nodig had. Mij bekroop een gevoel dat ik al tijden niet meer had gehad: zolang ik mijn camera heb, kan mij niets gebeuren. Ik wilde weer foto’s maken.

Honden uit de race gehaald

Sindsdien ben ik vaak naar het noordpoolgebied teruggekeerd. Het jaar erna volgde ik de Yukon Quest opnieuw, ditmaal voor National Geographic. Halverwege de race vloog ik naar een checkpoint in Eagle, Alaska. Daar wachtte een pick-up, die mij en mijn medepassagiers, journalisten uit Alaska en vrijwilligers van de race, naar onze slaapplaats bracht: de vloer van een schoolbibliotheek.

Op haar eerste trip naar het Hoge Noorden spreekt fotografe Katie Orlinsky met deelnemers aan de Yukon Quest die een verplichte tussenstop van 36 uur in Dawson City Canada maken
Op haar eerste trip naar het Hoge Noorden spreekt fotografe Katie Orlinsky met deelnemers aan de Yukon Quest die een verplichte tussenstop van 36 uur in Dawson City (Canada) maken.
Katie Orlinsky

Voordat we wegreden, zag ik een aantal dierenartsen van de race, herkenbaar aan het medische embleem op hun enorme rode parka. Ogenschijnlijk laadden ze zware aardappelzakken in een vliegtuigje, maar toen zag ik pluizige oren uit de zakken steken. Ik vroeg de chauffeur of hij kon wachten en legde het tafereel haastig vast.

De dierenartsen vertelden me dat de honden door het team van hun baasjes uit de race waren gehaald. Op de vlucht naar huis bleven de dieren in de zakken kalm en veilig. Sommigen beschouwen sledehonden als de beste langeafstandslopers op aarde. Ze zijn geboren om in de koude, besneeuwde wildernis te presteren. Veel sledemenners trainen hun honden al wanneer het nog puppy’s zijn. Toch worden bij zulke loodzware tochten ook honden uit de race genomen. Soms is het dier moe of verwond of lijkt gewoon geen zin te hebben om zich in te spannen.

Als een sledehondenteam op dreef is, is dat een prachtig gezicht: de hondenpoten die gestaag over de sneeuw roffelen, klinken als een zacht koor, terwijl de warme adem van de dieren wolkjes in de ijskoude lucht achterlaat. Op dat moment vergeet je dat elke hond anders is, maar het zien van deze verweesde sledehonden, in zakken nog wel, maakte dat overduidelijk.

Met de honden in het vliegtuig

De volgende dagen richtte ik me meer op die honden dan op de dieren die de Yukon Quest zouden kunnen winnen. Lokale journalisten en officials vonden mij waarschijnlijk raar, maar ik vond mijn fascinatie voor honden die in zakken een vliegreis maken voor de hand liggend. Achteraf bezien voelde ik een band met de uitgeschakelde dieren. Ik snapte het idee dat je een doel hebt waar je je hele leven naartoe werkt en dat er dan iets gebeurt wat alles verandert.

In Eagle kon er door het noodweer dagenlang niet worden gevlogen. Tijdens mijn eerste grote opdracht voor National Geographic dreigde ik de finish in Fairbanks mis te lopen. Maar ik kon laat in de nacht nog met een chartervlucht mee – in een vliegtuigje dat was volgeladen met honden die de finish niet zouden halen. We stegen op en ik zag hoe de hemel boven de pikdonkere wildernis van Alaska glansde. Daar zat ik, in mijn dure parka, omringd door zestien honden in zakken. Ook ik voelde me veilig en kalm.

Fotografe Katie Orlinsky woont in New York en verzorgt al ruim vijf jaar lang reportages vanuit het noordpoolgebied. Haar laatste bijdrage ging over het ontdooien van de permafrost.

Dit artikel verscheen in de maart 2020 editie van National Geographic Magazine.