Laat in de middag van 8 december 2022 stapt Tetiana Vislogoezova het perron van het station van Pokrovsk op, in het westen van de Donbas. Het is koud, ongeveer één graad boven nul, en de oorlog met Rusland gaat hier zijn tweede winter in. Vislogoezova wrijft in haar gehandschoende handen. Ze draagt een dikke winterjas overhaar Oekrzaliznytsia-uniform, haar adem maakt wolkjes in de kille winterlucht.
De blauw-gele trein waaruit ze zojuist stapte, is enkele uren geleden vanuit Lviv in het uiterste westen van Oekraïne terug naar de Donbas gekomen. Pokrovsk, een stadje op dertig kilometer van het front dat in vredestijd zo’n zestigduizend inwoners telde, is het enige station in de regio waar ontheemde Oekraïners een evacuatietrein naar het westen kunnen nemen. De reis, via Dnipro naar Lviv, duurt zo’n twintig uur. En als hoofdconducteur rijdt Vislogoezova mee.
Treinstation als doelwit
Een witte bus houdt halt op de beijzelde parkeerplaats naast het perron. Op het informatiedisplay boven de voorruit staat geen lijnnummer of eindbestemming, maar ‘Slava Oekraini’. Een pluchen kangoeroe op het dashboard draagt een Oekraïens vlaggetje in zijn buidel. Langzaam stroomt de bus leeg.
Moeders met een baby op de arm, strompelende ouderen met wandelstok en hordes kleine kinderen steken de straat over, het perron op. Vrijwilligers van de Oekraïense spoorwegen begeleiden ze naar de juiste wagon. ‘Zes, zeven, acht...’ telt een van hen de koppen. Als iedereen goed en wel binnen is, stapt ook Vislogoezova terug het treinstel in. In de deuropening van het balkon kijkt ze strak voor zich uit, wachtend tot de machinist de hendel overhaalt.
Dan gaat het luchtalarm af. In de voorbije weken is Pokrovsk al meerdere malen door Russische artillerie getroffen. De stad en het treinstation in het bijzonder zijn een strategisch doelwit. ‘Dat we hier nu stilstaan terwijl de sirene afgaat, is best eng,’ zegt Vislogoezova, die verder geen spier vertrekt.‘De vorige keer dat ik hier reed, werd er een raket op ons afgeschoten,’ reageert een collega kalm. Dan zet de trein zich in beweging.
Vislogoezova droomde er al van sinds ze zes jaar oud was: werken bij de Oekraïense spoorwegen. Ze studeerde aan de Nationale Universiteit voor Spoorwegvervoer in Dnipro en begon haar loopbaan twintig jaar geleden bij het treindepot van de stad. Toen de oorlog uitbrak, werkte ze al twaalf jaar als hoofdconducteur. Dat ze dat ook na de Russische invasie zou blijven doen, wasvoor haar een vanzelfsprekendheid.
Gedreven spoorwegpersoneel
‘Door te werken draag ik bij aan onze overwinning,’ vertelde ze de Nederlandse fotojournalist Jelle Krings in december. ‘Ik heb het land niet verlaten, maar ik help anderen om dat wel te doen.’
Krings bezocht Oekraïne meerdere malen in 2022 om de evacuatieroutes van de Oekraïense spoorwegen in kaart te brengen. Vislogoezova’s toewijding is niet uniek, merkte hij algauw. ‘De werknemers van de spoorwegen vormen een hechte gemeenschap, het vak gaat hier generaties terug,’ vertelt Krings. ‘Dat inspireerde me om de mensen rond het spoor te fotograferen. Ik heb grote bewondering voor wat ze doen.’ Krings nam zelf ook veelvuldig de trein toen hij het land bezocht. ‘Zeker in de eerste zes maanden van de oorlog vond ik dat spannend. Sommige collega-fotografen vertelden me dat hun opdrachtgever ze had verboden per spoor te reizen.’
Oekrzaliznytsia (UZ) is de spoorwegmaatschappij van de Oekraïense overheid, die vrijwel alle spoorlijnen en stations in het land onder haar hoede heeft. Met bij elkaar zo’n 24.000 kilometer spoor heeft UZ een van de grootste nationale spoorwegnetwerken ter wereld. ‘Het spoor in Oekraïne was altijd al belangrijk,’ zegt Krings. ‘En toen de oorlog uitbrak, werd dat belang alleen maar groter.’
Enkele uren voordat Rusland op 24 februari 2022 de oorlog ontketende, sloot Oekraïne zijn luchtruim. Ook het verkeer in en uit het land werd onmiddellijk aan banden gelegd. Toen in onder meer Cherson, Marioepol, Charkov en Kiev de strijd losbarstte, besloot de directie van UZ meteen haar treinen in te zetten voor evacuatie. Het Oekraïense leger blies spoorwegverbindingen tussen Oekraïne en Rusland op, en goederentreinen uit Polen, Hongarije en Slowakije werden voor passagiersvervoer beschikbaar gemaakt.
Een kaartje kopen was nergens meer nodig. Stations boden in die eerste weken onderdak aan wel twintigduizend ontheemden, een trein vervoerde tot drieduizend passagiers tegelijk. Inmiddels zijn er zeker acht miljoen vluchtelingen uit Oekraïne in Europa geregistreerd. Het overgrote deel van hen kwam aan met de trein.
‘In korte tijd is een geavanceerd logistiek apparaat opgetuigd,’ zegt Krings. ‘De treinen zijn altijd blijven rijden, ook op de gevaarlijkste trajecten. Ik heb conducteurs gesproken die dwars door de straatgevechten in Charkov en rakelings langs ontploffende mortiergranaten zijn gereden. Het werk van de mensen van Oekrzaliznytsia is van ongekend belang geweest. Nog steeds.’
In het afgelopen jaar is UZ meer dan eens het tweede leger van Oekraïne genoemd. ‘Eerst komen onze tanks, dan volgen onze treinen,’ sprak UZ-directeur Oleksandr Kamysjin in november 2022. De standvastigheid en veerkracht van de spoorwegmaatschappij kwamen symbool te staan voorde weerbaarheid van het hele Oekraïense volk – en fungeerden bovendien als heroïsch visitekaartje in de westerse media. President Zelensky’s bekende uitspraak ‘ik heb munitie nodig, geen lift’, werd zo door het UZ-personeel kracht bijgezet: ook het tweede leger heeft een ijzeren wil.
Het hele verhaal over de Oekraïense spoorwegen lees je in de nieuwste editie van National Geographic.
Merav Pront is digital editor bij National Geographic en schrijft daarnaast geregeld voor het magazine. Tijdens haar studie sociale geografie leerde ze lokale fenomenen in een internationale context plaatsen. Als freelance journalist zoekt ze naar de kleine verhalen achter het grote nieuws. Ze schrijft onder meer voor de VPRO en het Nationaal Holocaustmuseum.