3 september 2015
Elke foto van een kind doet ons denken aan onze eigen kinderen, of aan het kind dat we ooit waren. Als het lijdende en verloren kinderen op de foto’s zijn, raakt het ons persoonlijk.
Dat gevoel roept iets op vanbinnen, een plotselinge aandacht voor een crisis aan de andere kant van de wereld die eerst abstract en oneindig leek. Te veel woorden, te veel van hetzelfde. Als zo’n foto viraal gaat, kan hij miljoenen harten bereiken. Mensen die zich aangesproken voelen door de foto praten erover met anderen. Gevoelens vanuit het hart kunnen veranderen, en kunnen hierdoor ook gedachten van anderen veranderen, en uiteindelijk zelfs ook de politiek en de geschiedenis.
Op woensdag zag de wereld beelden van een Syrische vluchteling, de drie jaar oude Aylan Kurdi, die aanspoelde op aan Turks strand, terwijl zijn familie vluchtte van de burgeroorlog. Hij lag daar met zijn gezichtje naar de grond, alsof hij sliep. Hij droeg een blauwe broek, een rood T-shirt en grijze gympen. Op een tweede beeld zie je een politieagent die Aylans slappe lichaam uit het zand optilt.
De foto’s gingen in enkele seconden de hele wereld over. Veel Turkse tweets droegen de hashtag #KiyiyaVuranInsanlik, of #Flotsam of Humanity.
Rick Shaw, directeur van Pictures of the Year International, die iconische foto’s van sociale kwesties onderzoekt en verspreidt, zei donderdag: “Dit beeld zal waarschijnlijk de publieke opinie veranderen. Het werkt zijn weg naar binnen, grijpt je hart en trekt het eruit.” Net als andere iconische foto’s focust deze foto op de zwaksten onder ons. Toen hij ernaar keek dacht hij aan zijn eigen zoon, nu 22 jaar oud. Toen hij drie jaar oud was, reed zijn zoon Rossley rond op een step.
Wordt deze foto een omkeerpunt? Hij vergeleek hem met de befaamde foto van de aanslag in Oklahoma City in 1995, waar een jeugdzorgcentrum vernield werd. Fotojournalist Charles Porter ving het beeld van een kleuter in roze sokken, een jaar en een dag oud.
Het beeld won de Pulitzerprijs, maar het globale bereik van de foto verbijsterde de baby’s 23-jarige alleenstaande moeder, Aren Almon-Kok, die een reporter vertelde hoe geschokt ze was om het een dag na de ramp in de krant te zien: “Om de een of andere reden dacht ik dat ik het wel zou weten als mijn dochter op de voorpagina stond.” Het doet haar nog steeds pijn "om de dode Baylee overal en elke dag dood te moeten zien".
Foto’s van dode kinderen worden iconisch, op manieren die pijn doen en hulp bieden tegelijkertijd. Woensdag schreef Peter Bouckaert, directeur van Human Rights Watch, een blog waarin hij uitlegde waarom hij het beeld van het dode Syrische jongetje tweette, die op de boot had gezeten richting het Griekse eiland: “Wat mij het meeste opviel waren zijn grijze gympen, waarschijnlijk hadden zijn ouders die liefdevol aangetrokken die ochtend om hem te kleden voor de gevaarlijke reis. Kijkend naar de foto kon ik niks anders doen dan me in te beelden hoe een van mijn eigen kinderen daar zouden liggen, verdronken op het strand.”
Twee dagen nadat de foto’s openbaar werden gemaakt, verkondigde de Britse eerste minister David Cameron dat zijn natie duizend extra Syrische vluchtelingen zou ontvangen. Het is te vroeg om te weten wat de impact van de beelden is, die nieuwlezers dertig jaar geleden geschokt zouden hebben bij de koffie.
Nu krijgen we ze dagelijks voorgeschoteld via sociale media. Zijn we te verdoofd om te reageren? Zijn we te afgemat om te geloven dat zo’n foto echt kan zijn? Kan het lot van een kind, gevangen op beeld, de wereld veranderen of ten minste zijn leed vatten?
Voorgeschiedenis voor verandering
Het gebeurde eerder al. In 1972, tijdens de Vietnamoorlog, was AP-fotograaf Nick Ut, zelf Vietnamees en 19 jaar oud, klaar om terug naar kantoor te gaan na een dag fotograferen toen een gevechtsvliegtuig napalm sproeide. Een groep schreeuwende kinderen liep zijn kant uit, een meisje in het midden was naakt.
In een interview in 2012 herbeleefde hij het moment: “Ik zag haar linkerarm branden en de huid van haar rug schroeien. Ik dacht meteen dat ze zou sterven, en ik dacht, “Oh mijn god”.”
Zijn redacteuren discussieerden of ze de foto moesten publiceren of niet, omdat het meisje naakt was. Maar één redacteur stond erop, en de foto werd overal in kranten overal ter wereld gepubliceerd. Het negenjarige meisje was een kind zoals elk ander.
“De volgende dag,” zei Ut, “waren er overal ter wereld protesten tegen de oorlog. Japan, Londen, Parijs. Elke dag na de publicatie protesteerden mensen in Washington, D.C, buiten het Witte Huis. Het napalmmeisje was overal. Ook al is de foto overal bekend als ‘Het Napalmmeisje’, noemt Nick hem ‘De Vreselijke Oorlog’.
Trouwens, het meisje overleefde. Ut reed haar en de andere kinderen naar het ziekenhuis en dreigde dat het in de media zou komen als de kinderen niet verzorgd werden. Nu is het meisje een vrouw van middelbare leeftijd, Kim Phuc, en noemt ze de fotograaf oom Nick.
'Ze openden mensen hun ogen'
Later, in Soedan in 1992, maakte de Zuid-Afrikaanse freelance fotograaf Kevin Cater een iconische foto van honger. Toen een vliegtuig met eten uit de Verenigde Staten aankwam maakte hij foto’s van kinderen die huilend door het vuil krioelden. Terwijl een meisje over de grond vooruit krabbelde, landde een enorme gier vlak naast haar. Hij maakte de foto, die de hongersnood in Soedan beter onder de aandacht bracht dan een beeld van duizenden hongerige kinderen gedaan zou hebben.
Een kind, de contouren van haar lichaam herkenbaar voor iedereen die ooit een kind vastgehouden heeft. Maar het beeld ontketende een discussie onder fotografen. Hoe kan je zo’n foto maken zonder tussen te komen om het meisje te redden? Cartner nam het meisje niet mee naar huis, nee. Maar hij zegt dat hij de gier na de foto te hebben genomen wegjoeg.
De foto won de Pulitzerprijs. Maar vier maanden nadat hij de foto maakte, pleegde hij zelfmoord. In zijn afscheidsbrief stond: “De verschrikkelijke beelden van woede, pijn, uitgehongerde en gewonde kinderen laten me niet los."
Na de orkaan in Haïti in 2008, maakte een fotograaf van Miami Herald, Patrick Farrel een foto van een ander naakt kind, dit keer een jongen, die een gebroken en vieze kinderwagen vooruitduwt, die eruitziet alsof hij gemaakt is van het puin rondom hem. Opnieuw was het een kind die duizenden kijkers nieuwsgierig maakte naar zijn verhaal, zijn toekomst, en het contrast met hun eigen leven.
Farrell zei donderdag dat het beeld een van de eerste gepubliceerde foto’s na de storm was. Ook deze foto won de Pulitzerprijs samen met enkel andere foto’s. “Ze waren grafisch en pijnlijk om naar te kijken, maar openden de ogen van mensen,” zei hij, “vooral in Miami, dat maar twee uur vliegen verder ligt.”
Daarna is meer dan 5 miljoen dollar ingezameld voor de hulp na de aardbeving in Haïti. Niemand weet wat met het jongetje gebeurde, want Farrell heeft hem nooit gesproken. Hij gelooft dat de foto zo’n impact heeft omdat alles verwoest is, maar dit kind uit het puin een buggy kon vervaardigen om ergens naartoe te duwen. We zullen nooit weten waarheen.
Het gezicht van een andere vluchteling bracht een andere crisis onder aandacht. Fotograaf Steve McCurry maakte een foto van een jong Afghaans meisje in een vluchtelingenkamp in Pakistan, die in juni 1985 op de cover van National Geographic stond en in miljoenen netvliezen gegrift staat. Het meisje met warrige haren dat over haar ruwe, rode kleren gedrapeerd ligt, enorme ogen vol van… wat? Angst? Trots? Vastberadenheid?
McCurry ging 17 jaar later terug naar Pakistan om haar te zoeken. Sharbat Gula had haar iconische foto nooit gezien en was nadien nooit meer gefotografeerd. Haar gezichtsuitdrukking was veranderd. Je kon zien hoe veel ze meegemaakt had. Maar haar grote ogen waren nog steeds hetzelfde, ogen die zelfs de meest versteende harten kunnen openen.
De foto van het verdronken Syrische jongetje, gemaakt door Nilufer Demir, die voor het Turkse Dogan New Agency werkt, kan dezelfde impact hebben.
Farrell, die de foto van het Haïtiaanse jongetje met de buggy maakte, gelooft dat de beelden actie kunnen oproepen. Mensen overal ter wereld horen deze verhalen al jaren, als een zacht geluid dat je niet uit kan zetten. Dan opeens is er dat luide pop-geluid dat je aandacht trekt. Deze foto is precies dat geluid.
Het lot van het Haïtiaanse jongetje kent niemand. Voor jaren was ook het Afghaanse meisje een mysterie. Maar we weten al in grote lijnen wat er gebeurde met het Syrische jongetje. En binnen een paar dagen zullen we meer weten. Aylan Kurdi is dood, net als zijn vijfjarige broer en hun moeder. Enkel de vader en man overleefde, die 2.000 dollar betaalde om zijn familie in veiligheid te krijgen.
“Het klinkt hard, maar de foto van het Syrische jongetje is zo krachtig omdat de focus op een persoon ligt. De andere 11 doden uit dezelfde boot staan er niet op,” zegt Rick Shaw van Pictures of the Year International, die gelooft in ‘less is more’.
"Als er meer kinderen waren, zou het zo hard en verschrikkelijk zijn dat we het niet kunnen registreren. Met één kind komt de boodschap snel aan. Het is iets dat jarenlang in je hoofd kan blijven hangen."
Susan Ager is een freelance schrijfser in Michigan. Ze schreef een artikel over de wederopstand van haar thuisstad, Detroit, voor het mei-nummer van National Geographic Magazine 2015.