Erg lang zou het uitgestrekte rijk dat Alexander de Grote (356-323 v.C.) wist te smeden niet bestaan, maar in de korte tijd dat hij aan de macht was vestigde hij zijn naam voorgoed. Wie was deze militair strateeg?

De jeugd van Alexander de Grote

Alexander was de zoon van koning Philippus II van Macedonië, een koninkrijk ten noorden van Griekenland. Philippus had behoorlijk wat militair succes: nadat Athene gehavend uit de Peloponnesische Oorlog was gekomen, zag hij zijn kans schoon en voegde Griekenland rond 339 v.C. bij zijn rijk.

Terwijl Philippus zich bezighield met oorlog voeren, richtte zijn zoon Alexander zich op zijn studie. Hij kon onder andere filosoof Aristoteles tot zijn leraren rekenen. Al op twintigjarige leeftijd zou hij de belangrijkste functie van het land bekleden: na de moord op zijn vader werd hij tot koning gekroond. Hij liet gelijk blijken dat er met hem niet te sollen viel. Zo rekende hij af met de opstandige Grieken uit Thebe. Duizenden inwoners werden afgeslacht en de rest tot slaaf gemaakt.

Perzische verovering

In 334 v.C. zette Alexander zijn zinnen op het Perzische Rijk, een reusachtige staat waarvan de macht langzaam leek af te brokkelen. Alexanders leger telde nog geen veertigduizend man, veel minder dan zijn Perzische evenknie. Hij liet zien een groot militair strateeg te zijn en verdiende het respect van zijn troepen door ze eigenhandig aan te voeren – hij raakte zelf talloze keren gewond.

De Perzische troepen bleken niet bestand tegen de goed georganiseerde mannen van Alexander. In 333 v.C. versloeg hij de Perzische sjah Darius III, die zich zo halsoverkop terugtrok dat hij het voor lief nam dat een deel van zijn familie gevangen werd genomen. De Griekse steden in Klein-Azië die onder Perzisch gezag hadden gestaan, waaronder Troje, verwelkomden Alexander met open armen.

Vereerd als een farao

Vervolgens trok Alexander de Grote zuidwaarts richting Egypte. Hij veroverde strategisch gelegen steden, waaronder de Fenicische havenstad Tyrus. In Egypte werd hij onthaald en vereerd als een farao, een welkom dat hij als vanzelfsprekend beschouwde.

Een stuk oostelijker, in Mesopotamië, raakte hij opnieuw slaags met troepen van Darius. En wederom liet Alexander zien dat zijn kleine maar goed georganiseerde leger sterker was dan de grote troepenmacht van zijn Perzische tegenstander: in de Slag bij Gaugamela in 331 v.C. wist hij het leger van Darius in tweeën te splijten en de Perzen definitief te verslaan.

De ondergang van Alexander de Grote

Met het ingelijfde Perzische Rijk heerste hij over een enorm koninkrijk. Toch was het niet genoeg. Hij onderwierp Bactrië (in het huidige Afghanistan) en trouwde met Roxane, de dochter van een Bactrische vorst. Vervolgens viel hij in 327 v.C. India binnen en stak de Indus over. Maar omdat zijn troepen werden geplaagd door ziekte en muiterij, werd hij in 325 v.C. gedwongen rechtsomkeert te maken.

Alexander blonk uit op het strijdveld, maar miste politieke en diplomatieke voelsprieten. Hij probeerde zijn immense rijk in te richten naar Perzisch model door lokale ambtenaren aan te stellen. Veel landgenoten vonden echter dat hij te veel vertrouwen stelde in de mensen die tot voor kort zijn vijanden waren geweest. Zij waren bovendien niet allemaal te spreken over Alexander. Zo stemden de Grieken met tegenzin in met zijn eis om als goddelijke heerser te worden erkend, zoals dat gebruikelijk was bij sommige heersers in het Nabije Oosten. ‘Als Alexander een god wil zijn, laat hem dan maar een god zijn,’ merkten de Spartanen sceptisch op.

Zijn dood kwam even plotseling als zijn opmars. In 323 v.C., toen hij in Babylon was, stierf hij, vermoedelijk aan tyfus. Na zijn dood viel zijn rijk snel uiteen, maar de landen die hij had veroverd, waren blijvend veranderd. De Griekse cultuur en westerse invloed die hij had meegebracht, zouden niet meer verdwijnen.