In de eeuwige strijd tegen het water hebben we in Nederland regelmatig stevige nederlagen geleden. In de nacht van 13 op 14 december 1287 viel een stormvloed samen met hoogtij, wat naar schatting voor 50.000 tot 80.000 inwoners aan de kuststreek een dodelijke combinatie bleek. Daarnaast verdwenen stukken land voorgoed onder water. Op deze vijf plekken zijn de gevolgen van de Sint-Luciavloed nog steeds zichtbaar.
1. De Waddenzee
Voor 1287 konden de Waddeneilanden voor de Friese of Groningse kust te voet worden bereikt. De Waddenzee was er nog niet en het gebied tussen de eilanden en het vasteland bestond uit kwelders: stukken drooggevallen land met een dichte, zouttolerante vegetatie. Die liepen alleen onder bij een erg hoge waterstand. De Sint-Luciavloed sloeg de kwelders weg en creëerde zo de Waddenzee.
2. Het waddeneiland Griend
Nu is Griend een beschermd vogeleiland, maar voor 1287 stond er een klooster met een kloosterschool en werd er volgens de overlevering kaas gemaakt. Het inmiddels piepkleine eiland was ooit groter dan Texel en kende een welvarend stadje, waar na de Sint-Luciavloed nog minder dan tien huizen overeind stonden.
Leestip: Was de Sint-Elisabethsvloed een van de grootste watersnoodrampen ooit?
In de eeuwen erna werd het eiland sporadisch bewoond, tot 1877. Een paar jaar eerder was de familie Haringa neergestreken op het eiland, maar vader en zoon Haringa verdronken samen met hun schapen tijdens de stormvloed van 1877. Tijdens de overtocht van Harlingen naar Vlieland of Terschelling kun je het eiland zien liggen.
3. West-Friesland
De West-Friezen en de graven van Holland lagen al eeuwen met elkaar in de clinch toen de Sint-Luciavloed het gebied trof. Friesland en West-Friesland waren tot die tijd één geheel, maar de storm sloeg voorgoed een bres in de Friese kust. Door de fysieke scheiding werd het voor het graafschap Holland makkelijker om West-Friesland in te lijven. Tegenwoordig is het een regio in Noord-Holland.
4. Harlingen
Deze Friese stad ligt nu aan de Waddenzee en is een belangrijke Friese havenstad. Die positie had Harlingen nooit verworven als de Sint-Luciavloed er niet was geweest. De huidige provincie Friesland werd in de Vroege Middeleeuwen nog gespleten door de Middelzee, een inmiddels verdwenen zeearm. Daarlangs werden waarschijnlijk al in de tiende eeuw de eerste dijken aangelegd.
Wil je niets missen van onze verhalen? Volg National Geographic op Google Discover en zie onze verhalen vaker terug in je Google-feed!
Ter hoogte van Harlingen lag in de elfde eeuw een dijk waarmee de omliggende kweldergebieden werden ingepolderd. Dat systeem werd in 1287 geheel weggeslagen. De stormvloed was natuurlijk een catastrofe, maar Harlingen vaarde er uiteindelijk wel bij. In 1311 werd de stad al genoemd in de Engelse havenregisters, en de haven groeide in de zeventiende eeuw uit tot een belangrijke locatie voor de walvisvaart en de handel in zeevis.
5. De Zuiderzee
Het ontstaan van de Zuiderzee ging heel geleidelijk. Waar nu het IJsselmeer en de Waddenzee liggen, lag in de vierde eeuw v.C. een merencomplex. Die meren stonden via de inmiddels verdwenen rivier het Vlie in verbinding met de Noordzee. Deze rivier verbreedde zich en vanaf 800 n.C. begon zich hierdoor de Zuiderzee te vormen.
Leestip: Razende Bol: het waddeneiland dat continu van plek verandert
De Allerheiligenvloed van 1170, niet te verwarren met die van 1570, versnelde dit proces aanzienlijk door de duinenrij ten zuiden van Texel weg te slaan. Hierdoor ontstond een nieuwe verbinding tussen de Zuiderzee en de Noordzee en kon de binnenzee groeien. Dit maakte het kustgebied nog kwetsbaarder voor stormvloeden, zoals pijnlijk duidelijk werd in 1287. De Sint-Luciavloed maakte de Zuiderzee nog een slagje groter. Deze werd in 1932 door de bouw van de Afsluitdijk omgevormd tot het IJsselmeer.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!




