Sint-Nicolaas wordt al sinds zijn dood vereerd als weldoener en liefdadige bisschop. In de Middeleeuwen werd dat imago gebruikt voor verhalen die met een moderne bril op bekeken minder positief uitpakken voor de sint. Destijds moesten de nicolaasverhalen vooral de status quo van de kerkelijk leiders in stand houden. En dat betekent een hoop seksisme en antisemitisme. ‘Daar kan Nicolaas zelf natuurlijk niks aan doen, die is op dat moment al honderden jaren dood,’ vertelt historicus en onderzoeker Rutger Kramer van de Universiteit Utrecht. In deze vier middeleeuwse verhalen ontdek je een andere kant van Sinterklaas.
1. Sint-Nicolaas is er niet voor joden en moslims
In de latere Middeleeuwen ging er in Europa een verhaal rond over een joodse handelaar (of een islamitische heerser) die iemand ziet bidden tot een beeld van Sint-Nicolaas. Hij vraagt aan de bidder waarom hij dat doet, en krijgt als antwoord dat Nicolaas een beschermer is. Dat komt goed uit, denkt de man, en hij schaft het beeld aan zodat het zijn waardevolle spullen kan beschermen.
Op een dag laat hij bij het verlaten van zijn huis de deuren open staan, en onder het toeziend oog van Nicolaas nemen dieven al zijn rijkdommen mee. De man komt thuis en ziet dat hij beroofd is. In razernij slaat hij het beeld van Nicolaas kort en klein met een stok. Daarop verschijnt Sint-Nicolaas, die helemaal in de kreukels ligt, in een visioen aan de bandieten. Hij maant hen de spullen terug te brengen, zodat de man op zal houden hem te slaan. En zo geschiedde.
‘Het is niet voor niets dat Nicolaas wel aan de bandieten verschijnt en niet aan de joodse of islamitische handelaar,’ vertelt Kramer. ‘De implicatie is dat de bandieten christelijk zijn, en Nicolaas is er alleen voor christenen. Daarom beschermde hij de spullen van de jood of moslim ook niet.’
Het christelijke publiek moest hieruit opmaken dat ongelovigen niet bij de gemeenschap horen. Tegelijkertijd was het ook niet de bedoeling dat je ze bestal – het geld komt immers terug. Aan het einde van het verhaal, dat in de Middeleeuwen zelfs een toneelstuk was, bekeert de ongelovige zich tot het christendom. ‘Dan pas telt hij echt mee.’
2. Vrouwen zijn ondergeschikt aan de man
Een bekend middeleeuws sinterklaasverhaal is dat van Nicolaas die arme meisjes redt van de prostitutie. Het gezin is aan lager wal geraakt, moeder is overleden, en vader besluit daarom zijn dochters naar het bordeel te sturen. Nicolaas kan dit niet aanzien en gooit zakken geld naar binnen via een open raam. De bruidsschat is binnen, en de meisjes hoeven niet langer de prostitutie in.
‘In de context van de wereld waarin deze verhalen verteld worden is het niet slecht wat Nicolaas doet, maar het is niet alsof hij deze meisjes vrijkoopt,’ vertelt Kramer. ‘Het geld is altijd bedoeld als bruidsschat. Het is niet voor de meisjes, maar voor hun vader, zodat hij een goede match voor ze kan vinden. De liefdadigheid van Nicolaas is in feite een gedwongen huwelijk.’
Leestip: Gehuwde vrouwen waren tot 1956 handelingsonbekwaam. Wat betekende dat?
In een van de Latijnse teksten krijgt de vader wel een veeg uit de pan omdat hij had moeten gaan werken in plaats van zijn dochters te prostitueren, maar de meisjes zelf komen geen enkele keer aan het woord.
Kramer: ‘Nicolaas had ook kunnen zeggen: ‘Hier heb je geld, koop een eigen huis en ga weg bij die nare vader van je.’ Maar dat doet hij niet, omdat vrouwen in de optiek van de auteur volledig ondergeschikt zijn aan hun vader of hun echtgenoot. Het is niet aan hen om over hun eigen lot te beschikken.’
3. Joden moeten zich bekeren
In een ander verhaal over joden besluit een berooide christelijke handelaar geld te lenen van een joodse geldwisselaar. Nadat hij een fortuin verdiend heeft dankzij de investering van de jood, vraagt deze of hij nu zijn geld terug mag. De handelaar belooft van alles, maar als puntje bij paaltje komt, geeft hij niet thuis. De jood klaagt hem aan en ze verschijnen beiden voor de rechter in de kerk van Sint-Nicolaas.
De handelaar heeft intussen een wandelstok uitgehold en daar al zijn goud in gestopt. Hij zweert op het altaar van Sint-Nicolaas dat hij het geld zal teruggeven, en vraagt aan de jood of hij zijn stok even wil vasthouden. Technisch gezien heeft hij zich nu aan zijn belofte gehouden. Hij pakt de wandelstok terug en loopt de kerk uit. Maar Sint-Nicolaas heeft zijn snode plan natuurlijk in de gaten. Eenmaal op straat wordt de handelaar doodgereden door een op hol geslagen koets en valt al het goud uit zijn wandelstok.
Leestip: Waar komt het verhaal over de Kerstman vandaan?
‘In mijn favoriete versie van dit verhaal wil de jood alleen het goud van straat rapen als Nicolaas de handelaar weer tot leven wekt, en dat gebeurt dan ook,’ vertelt Kramer. ‘Natuurlijk bekeert ook de jood in dit verhaal zich tot het christendom, want je kunt niet joods blijven.’
Kramer: ‘Het verfrissende aan dit verhaal is dat het in ieder geval duidelijk maakt dat je niet van mensen mag stelen, alleen omdat ze joods zijn. Het wereldse recht geldt zowel voor de christen als de jood, daarom wordt de christen in dit verhaal ook gestraft. De jood die Nicolaas wilde gebruiken om zijn bezit te beschermen, gebruikte het religieuze systeem. En dat mag hij dan weer niet.’
4. Vrouwen zijn gevaarlijke verleiders
Er zijn ontelbaar veel versies van dit verhaal, maar ze komen allemaal ongeveer op hetzelfde neer. In de stad Efeze staat een tempel gewijd aan de vruchtbaarheidsgodin Artemis. De christelijke Nicolaas laat deze instorten en verdrijft de demonen die zich in de tempel bevinden. Een daarvan doet zijn beklag bij Satan, die zich vervolgens vermomt als Artemis om wraak te nemen op Nicolaas. In andere versies vermomt Artemis zichzelf als een andere vrouw.
Niets missen van onze verhalen? Volg National Geographic op Google Discover en zie onze verhalen vaker terug in je Google-feed!
De vrouw in kwestie is in de ene versie heel jong en knap, en in andere versies juist oud en zwak. Maar het eindresultaat is hetzelfde: ze overtuigt een groep pelgrims een cadeau mee te nemen naar de Nicolaaskerk in Myra. Ze gaan direct akkoord. Ze geeft hen een pakketje met olie en zegt dat ze dit in de lampen van de kerk moeten gieten. Wat zij niet weten, is dat ze Grieks Vuur in handen hebben gekregen, een soort napalm. Dit moet de kerk van Nicolaas in vlammen op laten gaan.
De pelgrims stappen op de boot, maar Nicolaas verschijnt aan hen in een visioen en vertelt ze het cadeau overboord te gooien. Het water brandt en er vindt een enorme ontploffing plaats, maar ze komen veilig aan in Myra, waar Nicolaas hen het hele verhaal vertelt.
‘De versie waarin Artemis een bevallige jonge deerne is, is geschreven door en voor monniken. De impliciete boodschap is dat je op moet passen voor vrouwen,’ vertelt Kramer (zie ook Puurheid van de vrouw). ‘Een andere implicatie van dit verhaal is dat algemeen geaccepteerd wordt dat vrouwen niet kunnen reizen. Artemis moet altijd de pelgrims op pad sturen. Ze maakt daarbij misbruik van de vroomheid en goedgelovigheid van de reizigers.’
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!




