John C. Lilly is een vooraanstaand hersenonderzoeker wanneer hij in 1949 op een gestrande walvis stuit. Hij verbaast zich over de enorme hersenen van het dier en vraagt zich af hoe intelligent de walvis moet zijn geweest.
Dit is het startpunt van een reeks onderzoeken naar met name het communicatieve vermogen van dolfijnen en walvisachtigen. Zijn ultieme droom? Een taal scheppen die door mensen én dieren kan worden gesproken.
Experimenteren met LSD
Begin jaren zestig opent Lilly een groot laboratorium op Saint Thomas, een eiland van de Amerikaanse Maagdeneilanden, en laat er een complex met enorme bassins bouwen. Verschillende overheidsinstanties, waaronder NASA, tonen interesse in zijn onderzoek. Zij zien het als een testcase voor contact met intelligente niet-menselijke wezens – mogelijk vergelijkbaar met hoe communicatie met aliens zou kunnen verlopen.
Gesteund door NASA onderzoekt hij onder andere de effecten van de psychedelische drug LSD op dolfijnen. Lilly, die zelf ook graag experimenteert met het geestverruimende middel, dient de dieren een dosis van honderd microgram toe.
Leestip: Walvissen en dolfijnen sluiten bijzondere vriendschappen, blijkt uit studie
Wat blijkt? De LSD versnelt de ademhaling en verhoogt de hartslag. Daarnaast verhoogt en stabiliseert het de vocale index: het percentage tijd waarin dolfijnen actief geluiden maken. Deze respons wordt versterkt door interactie met mensen of andere dolfijnen.
Een experiment bij een getraumatiseerde en mensenschuwe dolfijn toont al na een enkele dosis LSD een opmerkelijke gedragsverandering: ze benadert Lilly en houdt langdurig oogcontact.
Non-verbale communicatie
Hoewel Lilly onderschrijft dat de communicatie met dolfijnen nog niet op het niveau van rationele uitwisseling van complexe ideeën is, interpreteert hij het wel als een doorbraak in vertrouwen.
Hij schrijft daarover: ‘We hebben een ‘stille’ taal ontwikkeld. Ze laten merken wanneer ze ons niet in het zwembad willen, en wanneer ze ons wel in het zwembad willen hebben. Ze doen dit met gebaren, door te duwen, te aaien en andere non-verbale taal.’
Praten met dolfijnen
Op een gegeven moment voegt een jonge vrouw zich bij het onderzoeksteam: Margaret Lovatt. Zij is verantwoordelijk voor het observeren van een mannetjesdolfijn met de naam Peter. Ze laat een speciaal waterdicht lab inrichten, zodat zij en de dolfijn constant met elkaar in dezelfde ruimte kunnen doorbrengen.
Leestip: Deze dolfijnen lijken hun eigen taal te hebben: onderzoekers ontdekken patronen in hun communicatie
Het doel van dit experiment is om te kijken of Peter menselijke taal kan leren tijdens twee dagelijkse taalsessies. Lovatt is er namelijk van overtuigd dat als ze bij de dolfijn zou wonen en tegen hem zou spreken alsof hij een kind was, de kans op succes het grootst is.
Zo leert ze Peter tot vier tellen (al is de uitvoering een kwestie van interpretatie) en de woorden ‘Hallo Margaret’ uit te spreken. Dat laatste lukt volgens haar niet helemaal. Peter heeft veel moeite met het uitspreken van de M-klank, vertelt ze in de documentaire The Girl Who Talked to Dolphins.
Seksuele driften
Praten met dolfijnen klinkt al onwaarschijnlijk, maar het verhaal wordt nog vreemder als de puberende Peter zijn seksuele driften niet meer onder controle kan houden en zich niet meer kan concentreren op de lessen.
Om dat probleem te verhelpen, besluit Lovatt zijn seksuele spanning zelf maar te verlichten, iets wat ze in de documentaire zelf omschrijft als iets sensueels en functioneels – niet iets seksueels. ‘Het was gewoon zoals jeuk: je krabt eraan en gaat weer verder,’ aldus Lovatt.
Volgens Lovatt mag het dan om een onschuldig ingrijpen gaan, de band met Peter wordt sterker naarmate het experiment vordert. Naar eigen zeggen genoot ze van het samenzijn en miste ze hem wanneer hij er niet was.
Einde van het experiment
Het experiment van Lilly wordt gestopt als er eind 1968 steeds meer ethische vragen worden gesteld over de toediening van psychedelica bij dieren. De financiering wordt ingetrokken en het laboratorium ontmanteld, waarop Lilly besluit zich te richten op bewustzijnsonderzoeken onder invloed van ketamine en sensorische isolatietanks als spiritueel instrument.
Leestip: Hoe in 1876 een walvis per spoor naar New York werd gebracht – en stierf
Hij blijft echter pleiten voor de rechten van dolfijnen en walvissen als intelligente wezens. Zijn werk vormt uiteindelijk de basis voor de Amerikaanse Marine Mammal Protection Act van 1972. Deze milieuwet verbiedt het doden, vangen, verstoren of importeren van alle mariene zoogdieren.
Met Peter loopt het minder goed af. Hij wordt overgebracht naar een laboratorium in Miami, waar hij in een klein, donker bassin terechtkomt. Kort daarna sterft hij.
De abrupte breuk met Lovatt luidde vermoedelijk zijn einde in. Dolfijnen moeten er namelijk bij elke ademteug bewust voor kiezen om naar lucht te happen. Doen ze dat niet, dan sterven ze. Dierenartsen denken dat hij stopte met ademen uit verdriet.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!