Een klein buideltje, gemaakt van de keurig aan elkaar genaaide vellen van de snuit van drie vossen, bevat waarschijnlijk 's werelds oudste archeologische bewijs voor de consumptie van ayahuasca. Dit is een psychoactief middel dat door volken uit het Amazonegebied uit planten wordt bereid en dat krachtige hallucinaties veroorzaakt.
De buidel was vermoedelijk van een sjamaan die zo'n duizend jaar geleden leefde in wat nu het zuidwesten van Bolivia is. Dat stelt José Capriles die als antropoloog verbonden is aan de Amerikaanse Penn State University en die een van de auteurs is van een artikel dat onlangs over de ontdekking werd gepubliceerd in het vakblad PNAS.
Capriles vond de buidel met het bewijs van de geestverruimende inhoud tijdens een archeologische opgraving in Cueva del Chileno in 2010. In deze grot zijn sporen gevonden van menselijke activiteiten die teruggaan tot vierduizend jaar geleden.
De grot deed ooit dienst als tombe. Grafrovers namen de stoffelijke overblijfselen mee, maar lieten in hun ogen waardeloze spullen achter, zoals kralen, vlechten van mensenhaar en iets waarvan Capriles in eerste instantie dacht dat het een leren schoen was.
De ‘schoen’ bleek een archeologische schat te zijn: het was een leren rituele zak waarin het buideltje van vossensnuiten zat, een versierde hoofdband, kleine spateltjes van lamabotten, en een bewerkte pijp en kleine houten plaatjes voor het inhaleren van stoffen. Koolstofdatering van het oppervlak van de leren zak wees uit dat deze tussen ongeveer 900 en 1170 n.Chr. in gebruik was.
Allerlei psychoactieve stoffen
De zak bevatte enkele gedroogde plantenresten, maar Capriles en zijn internationale onderzoeksteam waren niet in staat om te achterhalen welke dat precies waren. De onderzoekers, die zich afvroegen welke andereplanten de sjamaan ooit in de zak bewaarde, deden een test waarmee ze de chemische eigenschappen van sporen aan de binnenkant van het buideltje vergeleken met verschillende planten.
Er bleken verschillende psychoactieve stoffen in het buideltje te hebben gezeten. Bij de analyse werden sporen gevonden van bufotenine, benzoylecgonine en cocaïne (vermoedelijk van cocabladeren), dimethyltryptamine (DMT), harmine en mogelijk psilocine, een chemische component die voorkomt in paddo's.
Uit het feit dat niet alle planten die ooit in de buidel zaten in het zuidwesten van Bolivia voorkomen, kan worden afgeleid dat de eigenaar van de buidel ofwel verre reizen maakte, of beschikte over een uitgebreid handelsnetwerk. De yage-plant, een bepaald soort liaan, is rijk aan harmine en is afkomstig uit de tropische gedeelten van het honderden kilometers verderop gelegen noorden van Zuid-Amerika. Het team denkt dat het DMT afkomstig is van chacruna, een plant die groeit in het laagland van de Amazone. “Deze persoon legde grote afstanden af, of kende mensen die dat deden,” stelt Capriles.
De vermoedelijke sjamaan kon krachtige psychedelische ervaringen oproepen door waarschijnlijk harmine en DMT te combineren. De yaga-plant die harmine bevat is het belangrijkste ingrediënt in wat wij tegenwoordig kennen als ayahuasca, en wordt vaak gecombineerd met de DMT-bevattende plant chacruna. De combinatie van deze stoffen zorgt voor krachtige hallucinaties, misselijkheid en braken.
Een diep tijdsperspectief
Hoewel ayahuasca vandaag de dag aan de man wordt gebracht als een ‘eeuwenoud’ middel, bestaat er onenigheid over de vraag hoe lang het drankje en het ritueel bestaan. De vondst van Capriles kan worden gezien als het archeologisch oudste bewijs voor het gebruik van ayahuasca, hoewel het niet aan te tonen is dat de sjamaan in de Cueva del Chileno met de ingrediënten die werden gevonden in de buidel ook daadwerkelijk ayahuasca bereidde.
Voor de bereiding van moderne ayahuasca “heeft iedereen zijn eigen recept” vertelt Dennis McKenna, een etnofarmacoloog die is gespecialiseerd in hallucinogene planten en die ayahuasca-sessies begeleidt. “Bijna elke sjamaan heeft zijn eigen drank.” Maar hij beaamt dat de stoffen die werden aangetroffen in de buidel van de sjamaan in de Cueva del Chileno kunnen zijn gebruikt voor de bereiding van ayahuasca.
“Er werd gesteld dat ayahuasca vooral iets van de laatste tijd was,” zegt Scott Fitzpatrick, een archeoloog van de Amerikaanse University of Oregon die niet betrokken was bij het onderzoek. “Nu heeft het ayahuasca-ritueel een diep tijdsperspectief gekregen.”
Ayahuasca staat inmiddels weer volop in de belangstelling. Vanwege de psychedelische effecten, en de mogelijke gunstige effecten voor mensen met stemmingsstoornissen of psychiatrische aandoeningen, is er zowel in Zuid-Amerika als in de Verenigde Staten vraag naar. In beide regio's bieden sjamanen ayahuasca-ceremonies aan voor nieuwsgierige gebruikers.
'Verbijsterende' ervaringen
Capriles erkent dat de ontdekking mogelijk gebruikt kan worden om reclame te maken voor moderne ayahuasca-rituelen onder toeristen, maar hij benadrukt de heilige aard van de activiteiten van de sjamaan. “Deze mensen maakten niet zomaar een trip voor hun lol,” stelt hij.
De rituele zak was ook niet per ongeluk in de grot achtergebleven. “Wij denken dat die daar met opzet is achtergelaten,” legt hij uit. “Dergelijk gedrag zie je vaker op plekken die ritueel van belang zijn.”
Moderne gebruikers hebben vaak geen spirituele reden voor het gebruik van de drug, aldus McKenna. “De drank wordt tegenwoordig heel anders gebruikt, niet per se slechter, maar anders.”
Maar McKenna, die al jarenlang onderzoek doet naar ayahuasca en er zelf mee experimenteert, ziet ook overeenkomsten tussen de eeuwenoude genezers en degenen die tegenwoordig op zoek zijn naar intense psychedelische ervaringen. “Als ik dit soort stoffen gebruik, ben ik meestal verbijsterd door wat ik meemaak,” vertelt hij. “Zij moeten ook verbijsterd zijn geweest.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com