Tenzij de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen over maximaal drie jaar zijn piek bereikt en in 2030 met bijna de helft is afgenomen, krijgt de aarde waarschijnlijk te maken met extreme klimaateffecten. Dat staat in het recente rapport van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) van de VN.
Volgens het onlangs uitgebrachte rapport, getiteld Climate Change 2022: Mitigation of Climate Change, zal de mensheid er zonder drastische maatregelen niet in slagen om de opwarming te beperken tot 1,5 graad Celsius. Dit is de limiet voor een toekomst met nog meer bosbranden, droogte en andere klimaatproblemen. Gezien de huidige toename van die uitstoot, bedraagt de opwarming naar verwachting het dubbele in het jaar 2100: circa 3,2 graden.
‘Het is nu of nooit als we de opwarming van de aarde willen beperken tot 1,5 graad,’ zei Jim Skea, medevoorzitter van de werkgroep van het IPCC die verantwoordelijk is voor het rapport tijdens een persbijeenkomst. ‘Zonder onmiddellijke en grootschalige reductie van de emissie in alle sectoren, wordt het een onmogelijke taak.’
Lees ook: Japanse monniken leggen klimaat al 700 jaar vast
Nooit eerder in de geschiedenis van de mens gingen er zoveel broeikasgassen de lucht in. De uitstoot daalde flink door de coronalockdowns in 2020, maar in 2021 was deze alweer even hoog als of zelfs hoger dan het record uit 2019. Toen was de emissie zo’n 12 procent hoger dan in 2010, en maar liefst 54 procent hoger dan in 1990, toen het eerste IPCC-rapport werd gepubliceerd.
Skea merkte echter ook op ‘dat er toenemende tekenen zijn van klimaatactie.’ De snelheid waarmee de broeikasgas-emissie toeneemt was tussen 2010 en 2019 lager dan in het decennium daarvoor. Bovendien zijn er nu technologieën en maatregelen voorhanden die de uitstoot fors kunnen verlagen – mits de politieke wil er is om die in te voeren.
‘We staan op een kruispunt,’ voegde IPCC-voorzitter Hoesung Lee toe tijdens de bijeenkomst. ‘De beslissingen die we nu nemen, kunnen ervoor zorgen dat de toekomst leefbaar is. We hebben de tools en de kennis om de opwarming te beperken.’
Hieronder staan enkele van de belangrijkste conclusies uit het rapport.
De overstap naar schone energie wordt goedkoper
Wanneer we hoop willen houden op het beperken van de opwarming tot 1,5 graad, moet in 2050 het gebruik van steenkool wereldwijd met 95 procent zijn afgenomen en de consumptie van olie en gas met respectievelijk 60 en 45 procent. Gelukkig is het voor veel mensen op veel locaties goedkoper om schone energiebronnen te installeren dan om gebruik te maken van bestaande energie uit fossiele brandstoffen en vaak ook goedkoper dan het installeren van nieuwe infrastructuur voor fossiele brandstoffen.
Lees ook: Aantal stormbandpinguïns is mogelijk meer dan gehalveerd op Antarctisch eiland
Tussen 2010 en 2019 daalden de kosten van zowel zonne-energie als lithium-ion-batterijen gemiddeld met 85 procent, terwijl de kosten van windenergie met 55 procent afnamen. Door deze kostendaling werd het mogelijk deze technologieën veel grootschaliger toe te passen: zo werd in de loop van dat decennium honderd keer meer gebruikgemaakt van elektrische voertuigen en wordt nu wereldwijd tien keer vaker zonne-energie ingezet, hoewel deze cijfers sterk verschillen van land tot land en van regio tot regio.
‘We beschikken, in ieder geval in de onderzoeks-, ontwikkelings- en demonstratiefase, inmiddels over alle technologie die we nodig hebben om onze economie CO2-vrij te maken. De innovaties die nog nodig zijn, zouden met het juiste beleid snel kunnen worden ontwikkeld,’ aldus Genevieve Guenther, oprichter en directeur van End Climate Silence en auteur van het nog te verschijnen boek The Language of Climate Politics. ‘Zoals we ook al zagen tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarin aan het begin sommigen nog paard en wagen gebruikten, terwijl anderen aan het eind het atoom konden splitsen, zijn mensen in staat wonderen te verrichten als we het echt willen.’
Politiek en weerstand tegen verandering zijn de belangrijkste obstakels
Veel landen hebben beleid ingevoerd waardoor zuiniger wordt omgesprongen met energie, ontbossing wordt tegengegaan of sneller wordt overgegaan op schone energie. Anderen hebben toegezegd hun uitstoot te verminderen door zich aan te sluiten bij het Klimaatakkoord van Parijs. De doelstellingen van veel landen zijn echter niet ambitieus genoeg, terwijl andere landen hebben beloofd om hun uitstoot drastisch te verminderen maar de daarvoor benodigde maatregelen niet lijken te nemen.
‘Sommigen in de top van het landsbestuur of het bedrijfsleven zeggen het een en doen het ander,’ stelde de secretaris-generaal van de VN Antonio Guterres naar aanleiding van de publicatie van het rapport. ‘Simpel gezegd: ze liegen. En dat zal rampzalige gevolgen hebben.’
Volgens het IPCC-rapport is het ‘wanneer alleen wordt gekeken naar kosten- en technologische overwegingen, haalbaar om de emissie te beperken tot een niveau waardoor de opwarming 1,5 graad is.’ De obstakels zijn ‘machts- en politieke verhoudingen en bestaande belangen die klimaatbeleid in de weg staan, bijvoorbeeld wanneer het gaat om het uitfaseren van fossiele brandstoffen. Dit omvat onder meer campagnes met desinformatie, die tot doel hebben om het vertrouwen in de klimaatwetenschap te ondermijnen.’
‘Dit is in mijn ogen de eerste keer dat er zo'n nadruk wordt gelegd op desinformatie in een IPCC-rapport,’ stelt Alexander Barron, die zich aan het Smith College in de Amerikaanse staat Massachusetts bezighoudt met milieuwetenschap en beleid. ‘Ik heb bij mijn werkzaamheden als wetenschapper op het gebied van klimaatbeleid gezien dat de boodschap van zogenaamde deskundigen werd versterkt door denktanks die door de olie- en gasindustrie werden gefinancierd, ik heb gezien dat er acteurs werden ingehuurd voor publieksbijeenkomsten. Vergis je niet hoezeer het nemen van de juiste stappen actief wordt tegengewerkt.’
Lees ook: India zet grootscheeps in op schone energie, duurzame verlichting en schone auto’s
Daarnaast wijst het rapport erop dat de financiering van hernieuwbare energiebronnen ‘aanzienlijk achterblijft bij wat nodig is’ en zelfs nog steeds mager afsteekt bij de financiële steun voor fossiele brandstoffen. Volgens het rapport zou alleen al het beëindigen van die steun zorgen voor een reductie van de broeikasgasemissie van tien procent in 2030.
Grootschalige, snelle vermindering van de methaanemissie is cruciaal
Hoewel methaan minder lang in de atmosfeer blijft en er minder in voorkomt dan CO2, is het wel een veel krachtiger broeikasgas. Naar verwachting is dit gas medio deze eeuw goed voor zestig procent van de broeikasgasuitstoot, wanneer CO2 niet wordt meegerekend. Omdat het echter minder lang in de atmosfeer blijft, zou door grootschalige afname van de methaanemissie de invloed daarvan op de klimaatverandering snel afnemen.
Een van de meest effectieve manier om dit te doen is door uitstoot door weglekken tegen te gaan. Hierbij gaat het om methaan dat ontsnapt bij het oppompen en transport van aardgas, of dat afkomstig is uit afgedankte oliebronnen. Volgens de berekeningen van het IPCC is dergelijke emissie goed voor zo'n 32 procent van het methaan dat jaarlijks in de atmosfeer belandt en voor 6 procent van alle broeikasgasuitstoot.
Verwijdering van CO2 wordt een belangrijke tussenoplossing – onder voorbehoud
Gezien het trage tempo waarin de broeikasgasuitstoot vermindert, is het volgens de opstellers van het rapport van groot belang om in de tussentijd een deel van de al aanwezige gassen te verwijderen. Er zijn schattingen dat er medio deze eeuw jaarlijks tien gigaton aan CO2 uit de atmosfeer moet worden gehaald, meer dan de jaarlijkse uitstoot van de VS. Bepaalde methoden om dit voor elkaar te krijgen hebben echter waarschijnlijk meer nadelen dan andere.
‘Het heeft zo lang geduurd voordat we de benodigde maatregelen namen, dat het niet vreemd is dat volgens bepaalde modellen een rol is weggelegd voor de verwijdering van CO2, met name wanneer we de temperatuurstijging onder de 1,5 graad willen houden,’ aldus Barron. ‘Het is bijna altijd eenvoudiger om die CO2 überhaupt niet in de lucht te laten belanden. Maar er worden in het rapport maatregelen genoemd, zoals herbebossing, beter bosbeheer, betere landbouwtechnieken, bescherming van de ecosystemen langs de kusten, die ervoor zorgen dat op natuurlijke wijze CO2 wordt afgevangen en die ook goed zijn voor de biodiversiteit en de lokale economie. Die maatregelen hadden we waarschijnlijk toch al wel willen nemen. Maar wat we niet moeten willen, is dat we zoek gaan naar een magische technologische ingreep die het probleem voor ons zou oplossen.’
Daarom wordt in het rapport gewaarschuwd dat bepaalde activiteiten voor het verwijderen van CO2, zoals bebossing (het aanleggen van bossen op plekken waar die er eerder niet waren) en het aanwenden van landbouwgrond voor de teelt van biobrandstof, mogelijk een negatief effect heeft op de biodiversiteit en lokale economie. Oceaanbemesting, waarbij voedingsstoffen in de bovenste lagen van de oceaan worden gebracht waardoor de hoeveelheid plankton toeneemt, zou kunnen leiden tot veranderingen in het ecosysteem en verzuring van het diepere water.
Volgens het IPCC-rapport blijkt uit de modellen dat we tussen nu en het jaar 2100 tussen de 170 en 900 miljard ton CO2 uit de atmosfeer moeten afvangen voor een kans van bijna zeventig procent dat de aarde niet meer dan 2 graden opwarmt. Daarvoor hebben we de keuze uit twee technologieën.
Bij de eerste, genaamd BECCS (Bio-Energy with Carbon Capture Storage) wordt plantaardig materiaal verbrand in energiecentrales en wordt de vrijkomende CO2 afgevangen en ondergronds opgeslagen. Dit leidt tot een nettoafname van de CO2 in de atmosfeer. Bij de tweede technologie, DAC (Direct Air Capture), zuigen apparaten letterlijk CO2 uit de lucht met behulp van een chemische reactie.
Volgens critici kleven er echter grote nadelen aan deze beide technologieën: de teelt van het benodigde plantaardige materiaal voor BECCS zou enorm veel landbouwgrond in beslag nemen, terwijl DAC nog steeds extreem veel geld kost.
De tijd dringt, maar het is niet onmogelijk
John Kerry, de speciale klimaatgezant van de Amerikaanse president, noemt de publicatie van het rapport ‘een cruciaal moment voor onze planeet'. Naar zijn zeggen blijkt eruit ‘dat we op dit moment onvoldoende doen in de strijd tegen de ernstigste gevolgen van de klimaatcrisis.’ Maar, voegt hij daar aan toe, ‘we hebben de middelen tot onze beschikking om onze doelen te bereiken, om de broeikasgasemissie in 2030 tot de helft te beperken en in 2050 helemaal te stoppen, en onze planeet gezonder en schoner te maken.’
Hoewel uit de conclusies van het rapport blijkt dat de tijd dringt, drukt Barron ons op het hart dat de strijd nog steeds niet verloren is wanneer de broeikasgassen ook na 2025 nog stijgen.
‘Zelfs als we die 1,5 graad overstijgen, betekent elke tiende graad die we onder de 2 graden blijven heel veel minder menselijk leed,’ stelt hij. ‘We moeten echt op alle fronten versnellen, en hoe langer we wachten, hoe groter de klimaatschade wordt.
De grootste onzekere factor in het IPCC-rapport is wat mensen gaan doen, en daar hebben we zelf invloed op. We kunnen ervoor kiezen om het ene pad op te gaan, of het andere. De vraag is hoezeer mensen zich gaan inzetten.’
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com