Dertig jaar geleden ondertekenden de geïndustrialiseerde landen van de wereld het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken. Het was een “mijlpaal voor alle volken en voor onze planeet,” aldus de huidige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres, die op een herdenkingsbijeenkomst de positieve invloed van het Montrealprotocol op de volksgezondheid, de armoedebestrijding, de klimaatverandering en de bescherming van de voedselketen roemde.
Uit onderzoek blijkt dat de ozonlaag zonder het Montrealprotocol in 2050 zou zijn vernietigd, met rampzalige gevolgen. In een wereld die we dankzij het Protocol hebben weten te voorkomen, zou de UV-index op een zomerse dag in Washington DC of Los Angeles in 2070 minstens 30 bedragen. Alles boven de elf wordt als extreem gezien. Volgens de EPA, de federale milieudienst van de VS, zouden zich tegen die tijd alleen al in de VS 280 miljoen extra gevallen van huidkanker en 45 miljoen gevallen van staar hebben voorgedaan en anderhalf miljoen mensen méér aan huidkanker zijn overleden.
Bovendien zou de opwarming van de aarde halverwege de eeuw veel ernstiger zijn geweest, omdat de chemische stoffen die de ozon in de atmosfeer ‘opeten’ ook pure broeikasgassen zijn, die duizenden malen sterker zijn dan CO2. En dat kan betekenen dat orkanen en cyclonen driemaal zo krachtig worden, zo is uit een andere studie gebleken.
De gecombineerde invloed van hoge niveaus aan uv-straling, waarbij de menselijke huid binnen vijf minuten zou verbranden (of erger), en het stormachtigere weer is iets wat niemand wilde meemaken of aan zijn kleinkinderen wilde nalaten, zei Rolando Garcia, hoofdwetenschapper aan het National Center for Atmospheric Research (NCAR) in Boulder, Colorado.
Zonder het Protocol zou het klimaat wereldwijd minstens 25 procent warmer zijn geweest, zei Garcia, medeauteur van twee studies waarin wordt beschreven hoe de wereld er onder die omstandigheden zou uitzien. De extra warmte-energie zou ‘brandstof’ zijn geweest voor extreme weersomstandigheden als orkanen, overstromingen en droogten. Rond 2070 zou de wereld inmiddels 2,5 oC warmer zijn geweest, een niveau dat volgens de meeste experts rampzalig warm is.
“Ik denk niet dat iemand in 1987 de implicaties van de klimaatverandering al ten volle besefte,” zei Garcia. “Het Protocol heeft ons een beetje voor het ergste behoed.”
Ozonpolitiek
De ozonlaag functioneert als een schild tegen grote hoeveelheden ultraviolette straling (uv-straling) van de zon, waardoor de uv-straling op aarde op een aanvaardbaar niveau blijft. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw bewezen wetenschappers dat chemische stoffen die in koelkasten, airconditioners en spuitbussen werden gebruikt, de ozonlaag afbraken. Maar de chemische industrie beweerde dat de studies niet deugden en er meer onderzoek nodig was. In 1985 dook boven de Zuidpool een enorm gat in de ozonlaag op, waardoor gevaarlijke niveaus aan uv-straling het aardoppervlak konden bereiken. In 1987 werd het Montrealprotocol ondertekend, om het gebruik van ozonafbrekende chemicaliën terug te dringen.
De industrie bepleitte haar standpunten bij de regering van Ronald Reagan en probeerde ratificatie van het Protocol door de Amerikaanse Senaat tegen te houden met de waarschuwing dat het terugdringen van deze chemische producten enorme economische schade zou aanrichten.
“Het was toen net zo erg als wat de olie- en gassector met betrekking tot klimaatverandering heeft gedaan,” zei David Doniger, directeur van het Climate and Clean Air Program van de Natural Resources Defense Council.
En toch waren de VS een van de eersten die het Protocol ratificeerden en speelden ze een leidende rol bij het versneld terugdringen van het gebruik van ozonafbrekende chemicaliën, zei Doniger. De chemische industrie wist snel alternatieve producten te ontwikkelen en ging uiteindelijk akkoord met het geleidelijk afschaffen van de oude chemicaliën.
Inmiddels hebben 197 landen het Protocol ondertekend en is het gebruik van ozonafbrekende stoffen met 99 procent verminderd. Daarmee wordt het Protocol beschouwd als het succesvolste internationale milieuverdrag ooit.
“Dertig jaar geleden bewezen de landen van de wereld dat zij de handen ineen konden slaan en een wereldwijd probleem met wereldwijde vastbeslotenheid konden aanpakken,” zei Erik Solheim, directeur van het VN-Milieuprogramma (UNEP).
“Het Montrealprotocol is vandaag de dag net zo noodzakelijk als het in de jaren tachtig was,” zei Solheim.
Niet af
Men verwacht dat de ozonlaag in 2050 helemaal hersteld zal zijn, maar het Protocol is in twee belangrijke opzichten nog niet helemaal af. Sommige ontwikkelingslanden hebben ozonafbrekende chemicaliën als R-22, een hydrochloorfluorkoolstofverbinding (hcfk) die in veel koel- en airconditioningsystemen wordt gebruikt, nog steeds niet afgeschaft. Om dat te kunnen doen, zullen ze financiële steun nodig hebben uit het Multilaterale Fonds dat samen met het Protocol werd ingesteld.
Op de aanstaande conferentie van het Montrealprotocol in november zal het Multilaterale Fonds voor de periode van de komende drie jaar aangevuld moeten worden. De VS dragen normaal gesproken circa twintig procent van het geld bij, maar de “de regering-Trump heeft er tot nu toe in alle talen over gezwegen,” zei Doniger.
Het Fonds is van groot belang om arme landen te helpen met het afschaffen van de laatste ozonafbrekende chemicaliën, maar ook om te voorkomen dat ze hun toevlucht nemen tot goedkope vervangende chemicaliën genaamd fluorkoolwaterstoffen (hfk’s). Want hoewel hfk’s de ozonlaag niet schaden, zijn het wel zeer krachtige broeikasgassen, die duizenden malen schadelijker zijn dan CO2. Na bijna tien jaar onderhandelen spraken ruim 150 landen in 2016 af dat ze het gebruik van hfk’s de komende decennia met 85 procent zullen verminderen.
In landen die zich in een hoog tempo ontwikkelen, met name China en India, neemt de toepassing van hfk’s in de airconditioning en koeling snel toe, zei Doniger. Dat komt deels door de vaker voorkomende en langdurigere hittegolven met dodelijke slachtoffers en de stijgende zomertemperaturen als gevolg van de opwarming van de aarde.
De geleidelijke uitbanning van hfk’s is vastgelegd in het zogenaamde ‘Kigali-Amendement’ bij het Protocol en zou een grote uitwerking op de klimaatverandering hebben: volgens het UNEP zou hierdoor de opwarming van de aarde tegen het einde van de eeuw een halve graad Celsius minder kunnen bedragen.
Zelfs als de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 2 oC, zal de landbouwproductie van Afrika met veertig procent afnemen, waardoor de helft van de bevolking van het continent aan het risico van ondervoeding wordt blootgesteld. Dus zou een halve graad minder opwarming, als gevolg van de afschaffing van hfk’s, een aanzienlijke bijdrage kunnen zijn.
“Het is zeker in het belang van de VS om deze landen te helpen hun hfk’s geleidelijk af te schaffen,” zegt Doniger.