In 2050 leeft ongeveer zeventig procent van de wereldbevolking in de stad. De inwoners zullen alle aspecten van het dagelijks leven uitoefenen. Zo zullen ze onder meer koken, van huis naar werk of school reizen, verkoeling zoeken in de hete zomers en de warmte opzoeken in de winter.

Dit alles kost heel veel energie en die energie kost momenteel veel koolstof. Stedelingen zullen uiteindelijk als groep verantwoordelijk zijn voor maar liefst drie kwart van de totale uitstoot van broeikasgassen. Maar volgens een nieuw rapport van de Coalition for Urban Transitions hoeft het niet zo te gaan. Door gebruik te maken van bestaande technologieën en beleidsregels kunnen steden hun CO2-uitstoot voor 2050 met negentig procent terugdringen.

Dat zou een sterke vermindering van de wereldwijde uitstoot inhouden. Daarmee zijn we voor zestig procent op weg naar de verminderingen die nodig zijn om de opwarming tot ruim onder de twee graden Celsius te beperken, zoals overeengekomen is in het akkoord van Parijs uit 2015.

“De meeste mensen wonen in steden en de meeste uitstoot komt van steden,” zegt Christiana Figueres, vicevoorzitter van Global Covenant of Mayors. “Het klimaat reageert op steden.”

Gebouwen, gebouwen, gebouwen

Uit het rapport blijkt dat de technologieën en beleidsregels die steden klimaatvriendelijker moeten maken al bestaan.

Het krachtigste middel? Allereerst moeten steden betere gebouwen neerzetten. Of nog beter, bestaande gebouwen moderniseren, zodat deze minder energie verbruiken.

Kopenhagen is een van de beste fietssteden van de wereld en heeft een geavanceerd vervoerssysteem In de jaren 1970 koos de stad bewust voor vervoersopties met een lage CO2uitstoot Vandaag de dag hoort het percentage autobezitters tot het laagste van alle steden in Europa
Kopenhagen is een van de beste fietssteden van de wereld en heeft een geavanceerd vervoerssysteem. In de jaren 1970 koos de stad bewust voor vervoersopties met een lage CO2-uitstoot. Vandaag de dag hoort het percentage autobezitters tot het laagste van alle steden in Europa.
Mads Claus Rasmussen, Ritzau Scanpix, AFP

Volgens berekeningen in het rapport kan ongeveer dertig procent van alle uitstoot in steden vóór 2050 worden teruggedrongen als gebouwen efficiënter worden gemaakt. Nog eens dertig procent kan worden gewonnen door grote energieslurpers die voornamelijk fossiele brandstof verbruiken, zoals verwarmings- en koelsystemen, lichtbronnen en fornuizen, te vervangen door exemplaren die bijvoorbeeld op zonne- of windenergie werken.

Ook moeten gaten en kieren in gebouwen worden gedicht, zodat er minder warmte of gekoelde lucht ontsnapt. Het zou nog beter zijn als ze werden gemoderniseerd, waardoor ze minder afhankelijk zijn van de energieslurpende technologieën die de norm zijn geworden in veel Noord-Amerikaanse en Europese ontwerpen.

“Deze gebouwen zijn gebouwd met het oog op dure HVAC- en verlichtingssystemen. Als bij het ontwerp van dezelfde gebouwen rekening was gehouden met licht- en luchtverplaatsing, wat in dit land gebeurde voordat deze technologieën bestonden, waren ze waarschijnlijk minder complex geworden,” aldus Maureen Guttman, architect en deskundige op het gebied van duurzaam bouwen.

Het verbeteren en moderniseren van gebouwen is een grote uitdaging, maar een waarvan we weten hoe het kan. Dat zegt Debbie Weyl, deskundige op het gebied van gebouwen bij het World Resources Institute. Ze schreef onlangs een afzonderlijk verslag over de toekomst van koolstofvrije gebouwen. Veel steden zoeken hulp om dat te bereiken. In Mexico City bijvoorbeeld zorgde een project om enkele gebouwen te decarboniseren voor een sneeuwbaleffect. In 2015 stonden er vier gebouwen op het programma. Dat werden er vijftien en dit jaar waren ongeveer achthonderd gebouwen in de hele stad het voorwerp van grote projecten om de uitstoot te verminderen.

Weyl benadrukt dat er nu en snel iets moet gebeuren. Volgens Weyl suggereert eerder onderzoek dat gebouwen over de hele wereld elk jaar ongeveer drie procent efficiënter moeten worden om de doelen van Parijs te halen.

Andere krachtige middelen

Door gebouwen op te knappen, kan de CO2-uitstoot in steden met maar liefst 60 procent dalen. De toepassing van betere of andere materialen bij de bouw van gebouwen en voertuigen en de aanleg van wegen en spoorwegen is goed voor ruim vijftien procent. Dat betekent minder nieuw beton, staal, glas en chroom.

“Het groenste gebouw is het gebouw dat al bestaat,” aldus Guttman.

Een verlaging van nog eens twintig procent kan worden bereikt door het vervoer van zijn koolstofverslaving af te helpen. In steden kan dat door een effectief openbaar-vervoersnetwerk te ontwikkelen of samen rijden en de auto delen te stimuleren.

Ruim tienduizend steden hebben toegezegd hun CO2-uitstoot vóór 2050 drastisch te verminderen. In het rapport staat dat ze dat voor een derde waarschijnlijk zelf kunnen bereiken. Maar ze kunnen de gewenste doelstelling, namelijk nul emissie, niet halen zonder medewerking van en samenwerking met nationale overheden.

Wat betreft een lagere uitstoot van gebouwen kunnen steden hun doelen voor de helft behalen door wijzigingen door te voeren waarop ze zelf invloed kunnen uitoefenen, zoals betere isolatie van muren. Om deze echter volledig te bereiken, moeten gebouwen van groene stroom worden voorzien. Daarvoor moet het energienetwerk worden aangepast en dat kan alleen door staten of nationale overheden.

Het windmolenpark DanTysk in de Noordzee levert CO2vrije stroom aan Mnchen
Het windmolenpark DanTysk in de Noordzee levert CO2-vrije stroom aan München.
CHRISTIAN CHARISIUS, Dpa, Alamy

“Dit kunnen stadsbesturen echt niet alleen,” zegt Sarah Colenbrander, hoofdauteur van het rapport. “We kunnen de verantwoordelijkheid niet op hen blijven afschuiven en verwachten dat ze alle problemen oplossen.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com