Diezelfde eeuwig warme wateren die zoveel toeristen naar de Bahama’s brengen, hebben ook gezorgd voor het in stand houden van een van de meest verwoestende orkanen die ooit in dit gebied heeft huisgehouden.

Meer dan een dag lang bleef hurricane Dorian pal boven de Bahama’s hangen, waar ze met maximale windsnelheden van bijna driehonderd kilometer per uur enorme hoeveelheden neerslag op de eilandengroep dumpte en een stormvloed op woongebieden losliet.

Wat vorige week vrijdag nog een storm van categorie 3 was, was op zondag uitgegroeid tot een monster van categorie 5. Toen de hurricane maandagavond over de Bahama’s trok, veroorzaakte dat een onderbreking van het weerssysteem dat de orkaan richting Florida stuurde, waardoor Dorian zich niet meer verplaatste en boven de Bahama’s stil kwam te liggen.

De snelle groei van de orkaan werd, in de woorden van de NASA, aangezwengeld door “storm-aandrijvende wateren” rond de zuidpunt van Florida en de Bahama’s.

Het was feitelijk een geval van “heel veel pech,” zegt Philip Klotzbach, meteoroloog aan de Colorado State University. “Je hebt tegelijkertijd een ongebruikelijk verplaatsingspatroon én een enorme orkaan.”

De link met klimaatverandering

Rampzalige en ongekende orkanen werpen veel stof tot discussie op over de rol die de klimaatverandering bij dit soort gebeurtenissen speelt.

Zowel Klotzbach als meteoroloog Brian McNoldy van de University of Miami vindt het lastig om één enkele orkaan, en dus ook hurricane Dorian, in verband te brengen met de wereldwijde klimaatverandering. In plaats daarvan kijken wetenschappers naar algemene patronen om te kunnen beoordelen hoe het optreden van dit soort stormen in de loop der tijd verandert.

In de vierde National Climate Assessment van de VS werd voorspeld dat hurricanes als gevolg van de opwarming van de aarde zwaarder en verwoestender zouden kunnen worden. In sommige studies wordt erop gewezen dat de opwarming van de atmosfeer juist tot minder hoge windsnelheden leidt. En uit steeds meer onderzoek blijkt dat warmer weer hurricanes langzamer en natter maakt.

Daarbij is het belangrijk om het verband tussen warm zeewater en hurricanes te begrijpen.

Heter en zwaarder

Wanneer een orkaan boven land blijft hangen, zoals hurricane Harvey in 2017 boven Houston en hurricane Florence in 2018 boven Noord- en Zuid-Carolina, zwakt hij doorgaans snel af omdat er geen warm water meer voorhanden is om het systeem aan te zwengelen. “Het gebied boven de Bahama’s is rond deze tijd van het jaar gewoon kokend heet,” zegt McNoldy. “En daar zijn Hurricanes dol op.”

Hij legt uit dat zowel de temperatuur van het oppervlaktewater als die van het diepere oceaanwater bijdragen aan de zwaarte van een orkaan. “Hoe sterk een hurricane wordt, hangt af van hoe warm het is,” zegt McNoldy.

Een hurricane begint als een cluster van onweersstormen boven de oceaan, vaak voor de westkust van Afrika, waar een straalstroom in westelijke richting boven de oostelijke Atlantische Oceaan blaast: de Afrikaanse Oost-Atlantische straalstroom. Afhankelijk van seizoensgebonden temperatuursveranderingen ligt deze straalstroom verder naar het noorden of het zuiden en ontstaan er ‘tropische golven’ van lagedrukgebieden die het weer boven de oostelijke Atlantische Oceaan bepalen.

De lagedrukwinden woelen het oppervlaktewater om en veroorzaken meer verdamping. Het verdampte oceaanwater stijgt op en koelt hoger in de atmosfeer weer af, waar het condenseert en stormwolken vormt. Naar schatting 85 procent van alle grote Atlantische orkanen ontstaan voor de West-Afrikaanse kust.

Wanneer er genoeg warm zeewater voorhanden is en de westenwind sterk genoeg is, kunnen deze stormen tot een tropische depressie uitgroeien, waarbij drogere en koelere lucht wordt aangetrokken door het lagedrukgebied dat door de snel opstijgende warme lucht is ontstaan.

Op het noordelijk halfrond draait een storm als gevolg van het Coriolis-effect – een term die verwijst naar de verplaatsing van roterende systemen – tegen de wijzer van de klok in.

Boven warm zeewater zuigt de tropische depressie als een slurf steeds meer warme en vochtige waterdamp aan, waardoor het systeem krachtiger wordt en de drogere lucht in het centrale lagedrukgebied tot meer stormwolken begint te condenseren. Op dat punt ontstaat er een tropische storm. En als zo’n storm nog meer waterdamp opzuigt, neemt de windkracht rond het centrum van het systeem toe, wordt er nog meer zeewater omgewoeld en waterdamp gecreëerd en ontstaat er een vicieuze cirkel van steeds sterkere winden. Als het systeem in stand blijft, vormt het lagedrukgebied in het centrum van een tropische storm uiteindelijk het oog van een orkaan.

Volgens de NASA moet de temperatuur van het oppervlaktewater minstens 26 graden Celsius bedragen om een orkaan te genereren. Een tropische storm wordt pas uitgeroepen tot orkaan (boven de Atlantische Oceaan een ‘hurricane’) als er windsnelheden van 120 kilometer per uur worden gemeten.

Zoals in het geval van Dorian boven de Bahama’s beïnvloedt het warme zeewater hoe hard een hurricane om zijn as tolt, maar het zijn atmosferische winden die bepalen hoe snel de orkaan als geheel over de oceaan trekt. Warmere stormen zijn ook in staat om meer regen te dumpen, omdat bij hogere temperaturen meer waterdamp door het systeem kan worden opgezogen.

De meeste zware orkanen die de Amerikaanse Oostkust treffen, ontstaan voor de kust van West-Afrika en steken dan de Atlantische Oceaan over. Als zo’n hurricane onderweg op een gebied van kouder oppervlaktewater stuit, kan de natuurlijke opbouw van de orkaan worden verstoord en de tropische storm zelfs geheel oplossen.

Zoals je een haardvuur aanwakkert door er meer blokken hout op te gooien, zo maakt zeewater dat door gebruikelijke zomerse temperaturen is opgewarmd (of dat nu gebeurt door natuurlijke zomerse omstandigheden of door de opwarming van de aarde als gevolg van broeikasgassen) een hurricane krachtiger.

Nu hurricane Dorian inmiddels naar het noorden is weggetrokken, schat het Rode Kruis dat er zo’n 13.000 huizen op de Bahama’s zijn verwoest of op enigerlei wijze zijn beschadigd en dat drinkwaterbronnen zijn overstroomd door een stormvloed van 5,5 tot 7 meter, waardoor de bewoners grote moeite zullen hebben om aan schoon water te komen.

Meteorologen bestuderen nu opnieuw hoe hurricane Dorian zich door de warmte van het zeewater en de heersende windrichting zal gedragen terwijl hij voorbij de Bahama’s noordwaarts langs de Amerikaanse Oostkust trekt.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com