In de bossen van de Amerikaanse East Coast is de herfst een tijd van schitterende tinten rood en geel. De lucht is fris, het is nog niet koud en de langzaam verkleurende boomkruinen presenteren een onweerstaanbaar palet dat elk jaar zo’n miljard dollar aan inkomsten uit het toerisme in het laatje brengt.

‘De bergen hier zijn sowieso al prachtig,’ zegt Larry Deane, een professioneel fotograaf die even buiten Asheville, North Carolina, in de uitlopers van de Blue Ridge Mountains woont. ‘Als daar ook nog die intense herfstkleuren bijkomen, dan is het gewoon magisch.’ Maar door toedoen van klimaatverandering wordt ook de Amerikaanse herfst steeds warmer.

Volgens de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) was de oktober in 2021 de op drie na warmste oktober sinds het begin van betrouwbare meteorologische waarnemingen, 113 jaar geleden. Dit jaar zal dat naar verwachting niet anders zijn, in de nasleep van de heetste zomer ooit gemeten. Ook in Nederland lijkt de herfst steeds langer op zich te laten wachten, zo schrijft onder meer het KNMI. Dat het kwik ook deze oktober tot boven de twintig graden zal stijgen in Nederland, is in het huidige klimaat eerder regel dan uitzondering.

Te lang groen

In de Verenigde Staten komt de herfsttooi de afgelopen jaren steevast te laat, zo blijkt uit onderzoek dat in 2021 werd gepubliceerd. Volgens onderzoekers van de George Mason University in Virginia arriveert de jaarlijkse verkleuring van esdoornbladeren inmiddels ruim een maand later dan in de negentiende eeuw.

De temperatuur is niet de enige drijfveer van die verschuiving, want ook een gebrek aan neerslag, extreme weersomstandigheden en insectenplagen spelen een rol. Omdat al deze factoren worden beïnvloed door klimaatverandering, is het steeds moeilijker geworden om het tijdvenster te voorspellen waarin de herfstpracht op zijn hoogtepunt is. En dat probleem is niet enkel van esthetische aard.

Boom in winterslaap

Net als mensen moeten ook bomen zich voorbereiden op de koude, donkere winter. Gedurende het hele voorjaar en de zomer produceren hun bladeren het pigment chlorofyl, waarmee ze zonlicht kunnen omzetten in energie en zo de suikers en koolhydraten kunnen produceren die ze nodig hebben om te groeien en te overleven.

Als de dalende temperaturen het einde van het groeiseizoen inluiden, reageren bomen daarop door hun aanmaak van chlorofyl stop te zetten en alle resterende voedingsstoffen uit hun bladeren op te nemen. In feite leggen ze een wintervoorraad aan.

Nu de gemiddelde temperatuur gedurende langere perioden warmer blijft en het voorjaar vroeger begint, krijgen bomen misschien niet de kans om vóór de eerste wintervorst alle resterende suikers en koolhydraten te absorberen die nog in de groen getinte bladeren aanwezig zijn.

Dat zou van invloed kunnen zijn op de boomgroei in het volgende voorjaar. Met de kleurverandering van zijn bladeren zegt een boom als het ware ‘dat hij naar de kruidenier gaat en voorraden inslaat voor volgend jaar,’ zegt Forkner. ‘Als een boom dat niet doet, heeft dat gevolgen voor zijn hele levensloop.’

Vicieuze cirkel

De invloed die de klimaatverandering op bomen uitoefent, is weer van invloed op het klimaat zelf. Bomen absorberen naar schatting dertig procent van alle CO2 die jaarlijks in de atmosfeer vrijkomt. Als hun gezondheid achteruitgaat, kan ook hun positieve rol in het klimaat afnemen. Een vicieuze cirkel dus.

‘Deze herfst is geen warme uitzondering, maar maakt deel uit van de aanhoudende trend die we in de afgelopen decennia waarnamen,’ zegt Benjamin Cook, klimaatwetenschapper aan de Columbia University. ‘Dat is wat klimaatverandering betekent: afzonderlijke gebeurtenissen die deel uitmaken van een trend op lange termijn. De herfst was dit jaar in New York behoorlijk warm. Maar over dertig jaar herinneren we hem misschien als een lekker koele periode.’