In 1939, twintig jaar nadat ze een pandemie had overleefd die wereldwijd enorme aantallen slachtoffers eiste, legde Katherine Anne Porter haar ervaringen vast in de novelle Pale Horse, Pale Rider, een van de bekendste verslagen van die periode.

In haar verhaal beschrijft Porter hoe talloze jonge mensen het gevoel hadden dat hun leven werd bedreigd door een dubbele dreiging, die van de Eerste Wereldoorlog en van de dodelijke Spaanse griep. Miranda, de hoofdpersoon in het boek, herstelt van de griep maar belandt vervolgens in een depressie terwijl ze haar dagelijkse leven probeert te hervatten. De novelle eindigt niettemin met een gevoel van optimisme, wanneer Miranda droomt van een wereld zonder oorlog en epidemieën, een wereld waarin ze ‘voor alles’ tijd zal hebben.

Volgens historici is het onduidelijk of de grieppandemie van 1918 in de VS eigenlijk wel is geëindigd. Die onduidelijkheid is deels te wijten aan het feit dat de Amerikanen destijds net zo ‘pandemie-moe’ waren als dat ze nu ‘corona-moe’ zijn. Hoewel er ook in 1920 en daarna nog golven van besmettingen met de Spaanse griep zouden volgen, is een groot deel van de historische gegevens over de pandemie terug te voeren op de jaren 1918 en 1919. Porters novelle is een van de weinige geschreven verslagen waarin het blijvende trauma in de periode erna wordt behandeld. Officiële pogingen om de Spaanse griep in de VS ook na 1919 goed te blijven volgen, mislukten uiteindelijk omdat de Amerikanen er simpelweg genoeg van hadden.

Nu de COVID-19-pandemie zijn derde jaar ingaat, slaat ook ditmaal de onverschilligheid in de vorm ‘coronamoeheid’ toe. Opnieuw wordt er gepleit voor het opheffen van maatregelen als het dragen van een mondkapje en verplichte vaccinaties. Maar volgens historica Nancy Bristow, die de novelle behandelt in haar boek American Pandemic: The Lost Worlds of the 1918 Influenza Epidemic, is het weliswaar aanlokkelijk om terug te keren naar een pre-pandemische wereld maar leert de geschiedenis ons dat zoiets schadelijke gevolgen kan hebben – in het geval van deze pandemie én de volgende.

‘De aanvechting om niet langer te doen wat we moeten doen, komt voort uit de behoefte om te vergeten,’ zegt zij. ‘Amerikanen denken nog steeds dat ze eigenlijk immuun zijn voor dit soort rampen. Dat Amerikaanse uitzonderingsdenken is alleen mogelijk als je heel erg goed bent in het vergeten van stukken van je eigen geschiedenis.’

Mensen hebben genoeg van regels

Historici die de Spaanse griep hebben bestudeerd, onder wie Bristow, wijzen erop dat de pandemie van 1918 en die van nu niet zomaar met elkaar vergeleken kunnen worden. Aan het begin van de twintigste eeuw zag de wereld er heel anders uit: er woedde een wereldoorlog, er bestonden geen griepvaccins en de VS beschikte niet over een robuust zorgstelsel om de talrijke zieken te verzorgen. Bovendien hield het griepvirus ook huis onder jonge mensen en werd de respons op de pandemie lang niet zo’n speelbal van de politiek als nu.

Toch zijn er ook overeenkomsten. Tijdens de eerste golven van besmettingen met de Spaanse griep bestond de respons van overheden uit een bonte lappendeken van maatregelen in afzonderlijke staten en steden. De resultaten van al die verschillende benaderingen om te voorkomen dat de pandemie te snel zou pieken en de gezondheidszorg volledig zou overweldigen, waren maar al te duidelijk. Steden als New York, waar al in een vroeg stadium maatregelen waren genomen, vertoonden lage sterftecijfers. Maar in steden als Philadelphia, waar men lang wachtte met de invoering van beperkingen, en San Francisco, waar eerder genomen maatregelen te snel weer werden opgeheven, lag het sterftecijfer duidelijk hoger.

Volgens Thomas Ewing, historicus aan de Virginia Tech universiteit, bestond er destijds net als nu veel verwarring over de vraag wanneer maatregelen aangepast of versoepeld konden worden. In Denver, Colorado, werd de mondkapjesplicht in november 1918 weer opgeheven nadat de eerste golf van influenzabesmettingen voorbij was. Maar daarna werd de stad getroffen door een tweede golf, waardoor veel mensen pleitten voor de herinvoering van de maatregel.

‘Gedurende beide pandemieën is er sprake van veel verwarring en onzekerheid, was er veel verzet en klonken er tegenstrijdige aanbevelingen,’ zegt Ewing.

Korpsleden van het US Naval Hospital dragen mondkapjes terwijl ze patinten op de griepafdeling van het marinehospitaal op Mare Island in Californi behandelen Ook gedurende de Spaanse griep van 1918 kampten ziekenhuizen met een tekort aan personeel maar dat was vooral te wijten aan de Eerste Wereldoorlog Er bestaan weinig historische bronnen over de omstandigheden waarmee artsen en verplegers destijds werden geconfronteerd
Korpsleden van het US Naval Hospital dragen mondkapjes terwijl ze patiënten op de griepafdeling van het marinehospitaal op Mare Island in Californië behandelen. Ook gedurende de Spaanse griep van 1918 kampten ziekenhuizen met een tekort aan personeel, maar dat was vooral te wijten aan de Eerste Wereldoorlog. Er bestaan weinig historische bronnen over de omstandigheden waarmee artsen en verplegers destijds werden geconfronteerd.
Alamy

Zo maakte de Amerikaanse Public Health Service – de overheidsdienst die de respons op de pandemie coördineerde – zich in december 1918 zorgen over het feit dat het brede publiek steeds achtelozer met de opgelegde beperkingen omging, ondanks herhaalde golven van nieuwe besmettingen. Om dat tegen te gaan herinnerde de Surgeon General zijn landgenoten eraan dat maatregelen als het dragen van een mondkapje en het bewaren van afstand nog steeds zeer belangrijk waren.

Destijds waren er heel wat mensen die weigerden een mondkapje te dragen, maar het verzet tegen de maatregelen was amper georganiseerd te noemen. Een uitzondering op die regel was de Anti-Mask League in San Francisco, die begin 1919 werd opgezet nadat het stadsbestuur de mondkapjesplicht weer invoerde, amper twee maanden nadat de maatregel was opgeheven. Volgens de Influenza Encyclopedia, een online-archief van het Center for the History of Medicine van de University of Michigan, organiseerde de liga minstens één bijeenkomst met zo’n tweeduizend deelnemers om tegen de maatregel te demonstreren.

Lees ook: Het coronavirus vergeleken met griep, ebola en andere grote epidemieën

Volgens Bristow was het meeste verzet tegen de gezondheidsmaatregelen niet van politieke maar economische aard. Sommige stadsfunctionarissen en -politici vielen tijdens campagnes voor tussentijdse verkiezingen het beleid van hun rivalen aan, maar de debatten gingen veeleer over details (bijvoorbeeld de vraag of bedrijven en winkels niet eerder geopend moesten worden dan kerken) dan over de maatregelen als geheel.

Naarmate de grieppandemie voortduurde, werd het landschap van maatregelen nog onoverzichtelijker. Terwijl het aantal besmettingen in de VS nog geregeld piekte, werd de mondkapjesplicht opgeheven. Vandaar ook dat meerdere steden in de VS ook in 1920 nog sterftecijfers vertoonden die vergelijkbaar waren met die van de eerste golf in 1918. Net als nu klonk er in 1920 enig verzet tegen de herinvoering van allerlei gezondheidsmaatregelen, waaronder opnieuw de mondkapjesplicht.

Tegen het einde van 1920 begon de pandemie eindelijk weg te ebben. Terwijl zich in 1922 nog een kleine piek in het aantal besmettingen en sterfgevallen voordeed, werd aan die doden veel minder aandacht besteed. Volgens historici komt dat doordat de grieppandemie in tegenstelling tot de COVID-19-pandemie ook in de beginjaren niet voortdurend in het nieuws was geweest. Ook hadden artsen en gezondheidsexperts goede hoop dat toekomstige uitbraken minder ernstig zouden zijn.

Bristow vraagt zich af of het verzet tegen de maatregelen destijds zou zijn toegenomen als de beperkingen langer van kracht waren gebleven, zoals in het geval van de COVID-19-pandemie. ‘We zien dat nu in onze tijd,’ zegt ze over de huidige pandemie. ‘Amerikanen houden er niet van als hen iets wordt voorgeschreven.’

Moeheid en verdringing

Tijdens de eerste golven van de Spaanse griep leefden mensen in de voortdurende angst dat ze de ziekte zouden oplopen, iets wat uiteindelijk zijn tol eiste in de samenleving. De rampzalige omvang en enorme gevolgen van de pandemie werden niet alleen beschreven in de novelle van Porter maar ook bezongen in Amerikaanse bluessongs. Een van de bekendste daarvan was de 1919 Influenza Blues van Essie Jenkins. In het refrein van die song wordt het feit beklaagd dat het virus ‘arm en rijk heeft gedood en het nog meer mensen zal doden, als onderdeel van Gods plan.’

Die interpretatie raakte een snaar bij mensen die het zwaarst door de pandemie waren getroffen en wier levens door deze ervaringen voorgoed waren veranderd.

Maar toen de pandemie begon weg te ebben keerde het gevoel van optimisme over de toekomst terug en wilde men het verleden achter zich laten. Volgens historici is dat een van de redenen dat pogingen om de precieze oorzaken van de Spaanse griep naderhand te onderzoeken en maatregelen te nemen om een volgende pandemie te voorkomen, uiteindelijk niet van de grond kwamen.

In 1919 laten klanten zich in Berkeley Californi knippen in een openluchtkapsalon Tijdens de Spaanse griep van 1918 werden bedrijven en winkels gedurende kortere perioden en ook minder vaak gesloten dan tijdens de coronaviruspandemie Maar ook toen werd goede ventilatie aanbevolen als een manier om besmetting met het virus tegen te gaan
In 1919 laten klanten zich in Berkeley, Californië, knippen in een openluchtkapsalon. Tijdens de Spaanse griep van 1918 werden bedrijven en winkels gedurende kortere perioden en ook minder vaak gesloten dan tijdens de coronavirus-pandemie. Maar ook toen werd goede ventilatie aanbevolen als een manier om besmetting met het virus tegen te gaan.
Alamy

In het eerste jaar van de Spaanse griep leek alles erop te wijzen dat het Amerikaanse Congres zoiets wel degelijk van plan was. Parlementariërs van de federatie en van afzonderlijke staten maakten zich zorgen over toekomstige uitbraken en in de publieke opinie werd gepleit voor maatregelen. In 1919 werd in het Congres een Griep- of Anti-Griepwet voorgesteld, waarin ter voorkoming van toekomstige uitbraken zo’n vijf miljoen dollar was gereserveerd voor onderzoek naar de oorzaken van de Spaanse griep.

Maar het wetsvoorstel verloor al snel aan urgentie. In 1920 werd het voorgenomen bedrag verlaagd naar 250.000 dollar omdat veel politici bezwaar hadden tegen het toekennen van meer fondsen aan de Public Health Service, een overheidsdienst die in de ogen van velen had gefaald. Uiteindelijk werd er helemaal geen geld vrijgemaakt, wat volgens Nichols ‘deel uitmaakt van het bredere beeld, namelijk dat de VS in de nasleep van de pandemie geen enkele betekenisvolle verandering op het gebied van de volksgezondheid heeft doorgevoerd.’

Zo ook slaagde de wetenschappelijke gemeenschap er niet in om de urgentie achter het onderzoek naar de oorzaken van de Spaanse griep in stand te houden. In 1922 werd in een hoofdredactioneel artikel in het Journal of the American Medical Association gepleit voor voortzetting van zulk onderzoek. Hoewel sommige wetenschappers zich aan deze taak bleven wijden, blijkt uit een ander hoofdredactioneel artikel, uit 1925, dat de ‘intense algemene interesse in de influenza (...) tamelijk snel is ingezakt.’

Nichols denkt dat als de VS dit onderzoek zou hebben doorgevoerd, het land had kunnen beseffen hoe belangrijk sociale voorzieningen en de aanpak van ongelijkheden op het gebied van de volksgezondheid zijn. Achtergestelde bevolkingsgroepen liepen in 1918 een hoger risico om aan de Spaanse griep te overlijden, zoals dat opnieuw geldt tijdens de COVID-19-pandemie; het huidige zorgstelsel maakt deze groepen nog altijd kwetsbaarder voor de besmetting met dit soort ziekten.

Ook Ewing denkt dat er in 1918 weinig aandacht is besteed aan dat soort kwetsbaarheden. In 2020 is het onderzoek op dat punt inmiddels overduidelijk, vooral nu de blijvende gevolgen van de COVID-19-pandemie zich manifesteren.

Terugkeer naar de normaliteit?

Het goede nieuws is volgens Bristow dat er tenminste één les is die de VS van de Spaanse griep van 1918 heeft opgestoken, en dat is het bijhouden van gegevens.

Er zijn maar weinig historische bronnen over de pandemie van 1918. Men deed geen serieuze pogingen om de slachtoffers van de Spaanse griep te gedenken omdat men het trauma achter zich wilde laten. Volgens eigen zeggen moest Bristow voor het schrijven van haar boek uit 2017 terugvallen op losse tijdschriftartikelen en krantenberichten.

Dat lijkt ditmaal anders te zijn. Vanaf het begin van de COVID-19-pandemie zijn archieven, historische instellingen en plaatselijke organisaties begonnen met het bijhouden van alle mogelijke gegevens en het verzamelen van bronnenmateriaal. Deze archieven omvatten ooggetuigenverslagen en bronnen met betrekking tot de wijze waarop gemeenschappen door de pandemie zijn getroffen, aan de hand van interviews met winkeleigenaars, vrijwillige COVID-19-testers, kinderen en hun ouders (over virtuele klassen) en anderen. Ook zijn er enkele tijdelijke gedenktekens opgericht om de slachtoffers van de pandemie te herdenken.

Lees ook: Meer over ‘flurona’: wat we kunnen verwachten van co-infecties van COVID-19 en griep

Deze aandacht voor het bewaren van bronnenmateriaal zou in de toekomst van belang kunnen zijn voor de respons op de volgende epidemie, die onvermijdelijk zal komen. Maar het is ook mogelijk dat al deze archieven op de plank blijven liggen, omdat de Amerikanen er opnieuw voor kiezen om het trauma van de pandemie tot de vergetelheid te veroordelen.

Ewing voorspelt dat het verlangen om de pandemie achter ons te laten, zal betekenen dat er maar weinig herdacht of veranderd zal worden, maar Bristows inschatting is optimistischer.

‘Niemand is er geheel zonder kleerscheuren vanaf gekomen,’ zegt zij. ‘De vraag is of we elkaar daardoor vriendelijker gaan bejegenen en beter voor elkaar gaan zorgen. Mijn hoop is dat het trauma dat we allemaal hebben ondergaan, op enig niveau tot een robuustere verwerking van de pandemie zal leiden dan in 1918.’

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com