Als meisje droomde Chelsea Wood ervan om zeebioloog te worden en onderzoek te doen naar haaien of dolfijnen – de grote, spannende en mooie dieren die door biologen ook wel als ‘charismatische megafauna’ worden omschreven. Maar tijdens haar studie belandde ze op een stageplek waar ze door een microscoop naar de ingewanden van een slakje zat te turen.
Die slak kende ze goed. In haar jeugd had ze op de kust van Long Island maar al te vaak alikruikjes (Littorina littorea) van de rotsen geplukt en ze in een emmer zien rondkruipen. Maar ze had nog nooit het binnenste van deze dieren bekeken. Ze brak het slakkenhuisje open, peuterde de zachte weefsels eruit en zag door haar microscoop “duizenden piepkleine witte, worstvormige beestjes uit de ingewanden van het slakje kruipen,” vertelt ze.
Die ‘worstjes’ waren de larven van de zuigworm Cryptocotyle lingua, een veel voorkomende visparasiet. Door de microscoop was te zien dat elke larve twee zwarte ocelli (oogstippen) had, wat ze er verrassend schattig en lief deed uitzien. “Ik kon niet geloven dat ik al die tijd slakjes had bekeken maar niets wist van al het interessante dat zich in hun binnenste afspeelt,” zegt Wood, inmiddels ecoloog op het gebied van parasieten aan de University of Washington. “Ik ben er gewoon helemaal verliefd op geworden. Ik zeg vaak dat ze mij onder de huid zijn gekropen.”
Wood heeft zich ontwikkeld tot een van de toonaangevende milieuactivisten die zich inzetten voor het behoud van deze helemaal niet charismatische minifauna.
Bijna de helft van alle bekende soorten op aarde zijn parasieten, zegt Wood, en volgens een recente studie is een tiende daarvan hard op weg de komende vijftig jaar voorgoed uit te sterven als gevolg van de klimaatverandering, het verdwijnen van gastheren en doelbewuste pogingen tot verdelging. Maar op dit moment lijken maar weinig mensen zich daaraan te storen of er zelfs maar acht op te slaan. Van de ruim 37.000 met uitsterving bedreigde soorten die op de bekende Rode Lijst van de IUCN staan, zijn er slechts twee parasieten: een luis en een zoetwatermossel.
Per definitie leven parasieten binnenin of op een andere soort en ontnemen hun gastheer iets. En dat maakt ze tot de paria’s van het dierenrijk. Maar niet alle parasieten richten merkbare schade aan hun gastheer aan, en slechts een klein percentage leeft in of op mensen. Wetenschappers waarschuwen voor ernstige gevolgen als we het voortbestaan van parasieten voor lief nemen. Niet alleen kunnen we veel leren van deze organismen en ze in ons eigen voordeel gebruiken (zo worden medicinale bloedzuigers nog altijd bij bepaalde chirurgische ingrepen gebruikt), maar beginnen we ook in te zien dat ze in ecosystemen een cruciale rol spelen door de vermeerdering van bepaalde populaties dieren onder controle te houden en andere populaties van voedsel te voorzien.
Volgens sommige experts is er ook nog een esthetisch argument voor het behoud van parasieten. Wie zich over zijn of haar aanvankelijke afkeer heen zet en deze organismen beter leert kennen, ontdekt dat sommige parasieten vreemd aandoenlijk en schattig kunnen zijn. Parasieten hebben tijdens hun evolutie zeer vernuftige strategieën ontwikkeld om te overleven, van de kreeftachtige die als de tong van een vis fungeert tot de kakkerlakkendoder die het brein van zijn slachtoffer deels uitschakelt en het insect dan aan zijn voelsprieten meevoert, als een aangelijnde hond.
“Mensen vinden parasieten smerig en slijmerig en week en krioelend, en dat geldt zeker voor een deel ervan,” zegt Wood. “Maar als je ze onder de microscoop bestudeert, zijn ze gewoon verbluffend mooi.”
Uiteraard hoort het bij een moderne milieubeweging niet te gaan om het uiterlijk of de ‘uitstraling’ van dieren die behouden moeten worden, zegt Kevin Lafferty, ecoloog aan de University of California in Santa Barbara. Er zijn talloze onooglijke planten en alledaagse, vormeloze of kruipende ongewervelde organismen die beschermd moeten worden. “Geen van deze beestjes is schattig of aaibaar,” zegt hij. “En het grote publiek maalt er gewoon niet om. Maar de moderne conserveringsbiologie beschouwt ze als belangrijke onderdelen van de biodiversiteit.”
Parasietenwereld
Als we een landschap bewonderen, of dat nu de Afrikaanse savanne of een Australisch koraalrif is, dan zien we daarin vooral dierlijke gastheren rondlopen of -zwemmen. Want leeuwen en zebra’s en vissen zijn allemaal omhulsels voor al het leven dat we niet zien.
Zo’n veertig procent van alle diersoorten op aarde zijn parasieten, en dat zijn nog maar de soorten die wetenschappelijk zijn beschreven. Wetenschappers vermoeden dat we nog maar tien procent van alle parasieten kennen die er op aarde bestaan, zodat er nog miljoenen andere soorten te ontdekken zijn. Alleen al de onderorde van de sluipwespen is waarschijnlijk groter dan welke andere diergroep dan ook, talrijker zelfs dan de kevers.
De meeste soorten op aarde dragen een legertje parasieten in zich mee. Neem de mens: ondanks al onze pogingen om onaardige gastheren te zijn, blijken we juist heel goed te zijn in het onderdak bieden aan parasieten. Ruim honderd verschillende parasietensoorten hebben zich gedurende hun evolutie ontwikkeld om in of op mensen te leven, waarvan vele voor hun voortbestaan geheel van de mens afhankelijk zijn.
Parasieten zijn zo alomtegenwoordig omdat andere levende wezens voor deze organismen een wandelend buffet van voedingsstoffen en energie zijn. En je hoeft dus geen toproofdier te zijn om daarvan te profiteren. Parasieten doen niet mee aan de wapenwedloop tussen roof- en prooidieren, maar kiezen voor een gemakkelijker weg. Als je erbij stilstaat, is het heel slim wat ze doen, en dat is ook precies de reden waarom ze zo succesvol zijn. “De natuur kan niet tegen ongebruikte plekken. Als er ergens plaats is, zal een soort evolueren om die plek in te nemen,” zegt Wood.
Parasitisme heeft zich in de loop van miljarden jaren telkens opnieuw ontwikkeld, van de kleinste en eenvoudigste eencelligen tot de meest complexe gewervelde dieren. Er bestaan parasitische planten, parasitische vogels, een verbijsterend aantal parasitische wormen en insecten en zelfs een parasitisch zoogdier – de vampiervleermuis, die zich voedt met het bloed van koeien en andere zoogdieren. Van de 42 hoofdgroepen van het leven op aarde, die phyla of stammen worden genoemd, bestaan er 31 grotendeels uit parasieten.
Maar we zijn nog maar pas begonnen al deze soorten te identificeren, om maar te zwijgen van het bestuderen van hun levenswijzen en het bijhouden van hun populaties. “Dat is nooit echt een prioriteit geweest,” zegt Skylar Hopkins, ecoloog aan de North Carolina State University. Dus bracht Hopkins een paar jaar geleden een groep wetenschappers bijeen die geïnteresseerd waren in het behoud van parasieten en onderling overlegden over wat er moest gebeuren. In 2018 presenteerden ze hun eerste onderzoek op een congres van de Ecological Society of America en in oktober 2020 publiceerden ze een wereldwijd plan voor het redden van parasieten, in een speciaal nummer van het tijdschrift Biological Conservation.
Een van de dingen die Hopkins en haar collega’s is opgevallen, is wat zij de ‘paradox van gezamenlijke uitsterving’ noemen. Omdat parasieten per definitie een andere soort nodig hebben, zijn ze zeer kwetsbaar voor dat verschijnsel. Neem de met uitsterving bedreigde luizensoort Haematopinus oliveri, de ‘dwergzwijnluis’, die uitsluitend op het bijna uitgestorven dwergzwijn leeft, een dier dat op grasland in de uitlopers van de Himalaya leeft maar daar snel aan het verdwijnen is.
“Er zouden miljoenen parasieten moeten zijn die met uitsterving worden bedreigd en waarschijnlijk vele die inmiddels al zijn uitgestorven,” zegt Hopkins. “Maar het vreemde is dat er bijna geen documentatie bestaat over uitgestorven parasieten.”
Wood vertelt dat ze in historische gegevens van de afgelopen tien jaar op zoek is gegaan naar studies over parasietenpopulaties in zee en op land. “Ik heb me helemaal suf gezocht,” zegt ze, maar tot nu toe heeft ze slechts twee studies met bruikbare tellingen gevonden: een onderzoek ter zee uit de late jaren veertig en laboratoriumaantekeningen die door een van haar mentoren werden bijgehouden.
Met zó weinig informatie “hebben we geen idee of parasieten tegenwoordig nog dezelfde rol in de biodiversiteit spelen als in het verleden,” zegt Wood. “En dat vind ik schandalig.”
Het schoolvoorbeeld van een parasiet die voorgoed is verdwenen, de Californische condorluis, werd ironisch genoeg het slachtoffer van de milieubeweging zelf. In de jaren zeventig begonnen biologen die wanhopig op zoek waren naar een manier om de Californische condor voor uitsterving te behoeden, met het fokken in gevangenschap van deze prachtige roofvogels. Tot het vaste protocol van de operatie behoorde het ontluizen van gevangen condors met pesticiden. Men nam aan dat de luizen schadelijk waren voor de vogels, hoewel dat niet is bewezen. Sindsdien wordt de Californische condorluis als uitgestorven beschouwd.
Zo ook is de Amerikaanse medicinale bloedzuiger al meer dan tien jaar niet meer in het wild aangetroffen en is de zuigworm Stichocotyle nephropis waarschijnlijk uitgestorven als gevolg van overbevissing op verschillende met uitsterving bedreigde roggensoorten, de gastheren die de worm nodig heeft om zijn levenscyclus te voltooien. Aangenomen wordt dat ontelbare andere parasitische wormen, protozoën en insecten samen met hun gastheren ten onder zijn gegaan.
Wereld zonder parasieten
Het verdwijnen van ’s werelds meelifters lijkt misschien niet zo’n grote ramp of wordt door sommigen misschien zelfs bepleit, maar ecologen waarschuwen ervoor dat het uitroeien van deze organismen waarschijnlijk niet goed is voor het leven op aarde. Zonder parasieten die populaties onder controle houden, zouden de aantallen van sommige diersoorten exploderen, zoals dat ook gebeurt met invasieve soorten die terechtkomen in gebied waar geen van hun natuurlijke vijanden voorkomen. Veel andere diersoorten zouden door zulke bevolkingsexplosies kunnen uitsterven.
Ook grote, charismatische roofdieren zouden worden getroffen. Veel parasieten hebben zich gedurende de evolutie ontwikkeld om op hun volgende gastheer over te springen door het gedrag van de voorgaande gastheer te beïnvloeden, waarbij die gastheer doelbewust door de parasiet in de richting van een roofdier wordt gestuurd. Zo komen paardehaarwormen binnen krekels tot wasdom, maar moeten ze daarna in het water belanden om te kunnen paren. Dus beïnvloeden ze het brein van hun gastheer en brengen de krekels ertoe in een beekje te springen, waar de insecten een belangrijke voedselbron voor forellen vormen. Via soortgelijke processen worden overal ter wereld talloze vogels, vissen, katachtigen en andere roofdieren van prooi voorzien.
Zelfs voor de menselijke gezondheid zou het niet helemaal gezond zijn om alle parasieten te verdelgen. In westerse landen zijn de meeste darmparasieten weliswaar uitgeroeid, maar daar staat tegenover dat in onze contreien vele auto-immuunziekten voorkomen die vrijwel niet bestaan in gebieden waar darmparasieten nog volop gedijen. Volgens één hypothese heeft de menselijke immuunafweer zich gedurende de evolutie samen met een heel gezelschap van parasitische wormen en protozoën ontwikkeld, wat betekent dat als deze parasieten worden uitgeschakeld, het immuunsysteem zich tegen het eigen lichaam keert. Sommige mensen met de Ziekte van Crohn zijn zelfs doelbewust met darmparasieten besmet om het ecologische evenwicht van hun darmflora te herstellen, met wisselende resultaten.
Overigens zijn wetenschappers zeker niet van plan om alle parasieten te beschermen. Zo is de Guineaworm zelfs bij de meest overtuigde milieubeschermers niet erg geliefd. De rondworm komt tot wasdom in iemands been, kan daarbij een lengte van tientallen centimeters bereiken en komt uiteindelijk tevoorschijn uit de voet van de patiënt. De stichting van ex-president Jimmy Carter heeft zich ten doel gesteld om deze worm uit te roeien, en weinig mensen zullen het erg vinden als deze parasiet van de aardbodem zal zijn verdwenen.
Als er iemand zou zijn die álle parasieten graag uitgeroeid zou zien, dan zou het Bobbi Pritt moeten zijn. Als medisch directeur van het lab voor menselijke parasitologie van de Mayo Clinic identificeert zij alle mogelijke parasieten die in de VS en in elk lichaamsdeel worden aangetroffen. Op een normale werkdag werkt ze met bloedmonsters met malariaparasieten, hersenweefsel boordevol Toxoplasma gondii of afgeknipte stukjes teennagel met daarop zandvlooitjes die iemand tijdens een blootvoetse wandeling op een zandstrand heeft opgepikt.
Maar zelfs Pritt heeft een zwakke plek voor parasieten. Ze schrijft erover in haar blog ‘Creepy Dreadful Wonderful Parasites’ en in het weekend bestudeert ze de teken rondom haar vakantiehuisje. Als arts staat ze achter het idee om parasieten uit te roeien in regio’s waar ze ziekte en ellende veroorzaken. “Maar als biologe is de gedachte dat je doelbewust op pad gaat om iets uit te roeien natuurlijk niet zo gepast,” zegt zij.
Uiteindelijk is het beschermen van parasieten niet bedoeld om iedereen tot grote fans van deze beestjes te maken. Het gaat er veeleer om dat er een wapenstilstand in de nietsontziende strijd tegen álle parasieten wordt afgekondigd, omdat we de waarde die deze organismen voor ecosystemen en misschien zelfs voor mensen kunnen hebben, nog niet goed kunnen inschatten. En wie er niet van overtuigd is dat parasieten nuttig kunnen zijn, moet misschien stilstaan bij de benadering van Kevin Lafferty.
“Als je religieus bent, zou je zeggen dat het allemaal Gods scheppingen zijn en dat we ze evengoed zouden moeten beschermen,” stelt hij. “Dat is ook de benadering die in de milieubiologie wordt gekozen, maar met één grote uitzondering: parasieten.”
Erika Engelhaupt schreef het boek Gory Details: Adventures From the Dark Side of Science.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com