In de achteruitkijkspiegel van de MGB Roadster zie ik Andrew Johnson zorgelijk kijken. Andrew is de eigenaar van de huurwagen. Ook ik voel spanning. Eén: ik reed nog niet eerder in een oldtimer. Twee: ik reed nog nooit met het stuur rechts. En drie: de enige keer dat ik aan de andere kant van de weg reed, verloor ik een spiegel omdat ik te dicht langs een muurtje reed. En hoe krijg ik met m’n linkerhand de pook van de achteruitversnelling in de één? Een schrapend geluid. De blik van Andrew wordt zorgelijker. Uiteindelijk schiet hij in de eerste versnelling en rijd ik weg, en geleidelijk verdwijnt Andrew uit de achteruitkijkspiegel.
Voor me ligt een smalle bochtige weg met zompige bermen, aan weerszijden begrensd met de voor Noord-Engeland typische drystone-muurtjes, en met struiken waar onverwachts fazanten uit schieten. Over dit soort wegen gaan fotograaf Jonathan Andrew en ik dagenlang scheuren, om de zoveel tijd stoppend bij een goed restaurant om te genieten van de Engelse keuken. Op het programma staan drie Noord-Engelse nationale parken: The North York Moors, The Yorkshire Dales en The Lake District. Een gebied met een doorsnede van ruwweg 300 kilometer van Saint Bees Head aan de Ierse Zee tot aan Whitby aan de Noordzeekust.
Overal waar je komt in Noord-Engeland raak je aan de praat, bestellen de Engelse cafégangers bier voor je en blijf je plakken. Dus het was soms flink het gaspedaal intrappen om ons hele werkterrein te doorkruisen. Overigens is het intrappen van het gaspedaal van een MG in z’n geheel geen straf. Het zalige gebrom van de motor is me na de reis nog lang bijgebleven.
Smaken uit het bos
Ik begin met een lunch bij The Black Swan in Oldstead. Het restaurant was door de eeuwen heen een pub, ooit bedoeld voor herders die te voet het vee van Noord- naar Zuid-Engeland brachten. De 25-jarige Tommy Banks is een van Engelands jongste Michelinchefs. Op ons bord bij gang numero zoveel: gerookt hert, uien gestoofd in bier en wilde kruiden. Het gerecht is veelzeggend voor de afgelegen North York Moors, vertelt Tommy losjes. ‘Vroeger stalen we sigaretten van de vader van een vriend van me. Die was altijd dronken. We zaten in het bos, rookten, dronken bier en zagen herten lopen. Die herinnering heb ik in dit gerecht willen vastleggen.’
We rijden verder over de glooiende heuvels en heide van de Moors. In de zomer ligt er een paarse gloed overheen. Ook nu terwijl het voorjaar aanvangt, schieten her en der kleurrijke heidegrassen omhoog.
Jachthonden en paarden
Anna Lupton, eigenares van de Carr House Farm waar we slapen, staat erop dat we de MG thuislaten – ‘dan kunnen jullie met Jack drinken’. We springen achter in haar Jeep.
Jack bevindt zich al in de Fairfax Arms Pub in Helmsley. ‘You’re travel journalists?’ vraagt hij vanaf een kruk als we binnenkomen, en trekt z’n wenkbrauw op. ‘Zeker vaak weg? Dat hoeft voor mij niet meer. Anna wil nog weleens op reis. Ik kom altijd tot rust als ik het witte paard van Kilburn weer zie.’
Op een heuvel op de Sutton Bank ter hoogte van Kilburn zagen we eerder vandaag een witte krijttekening ivan een paard. De tekening uit 1857 valt zo op dat hij in de Tweede Wereldoorlog werd afgedekt, anders zou het paard een te herkenbaar navigatiepunt voor vijandige bommenwerpers zijn. Veel mensen hier in de streek hebben eraan meegewerkt en ook vandaag de dag wordt het nog goed ondergehouden.
Hoeveel bier Jack ook drinkt, het gezicht blijft in de plooi. Hij behoort tot het type aan wie je de dronkenschap onmogelijk kunt aflezen. Hij blijft onbeweeglijk zitten. Zijn grote hand omklemt de pint en de arm maakt soms hefboombewegingen. Soms buigt hij naar voren en vertelt hij een anekdote om daarna in lachen uit te barsten.
Na het diner dat bestaat uit zeebrasem, lam en de hier veel geserveerde rode biet staat hij op en wil hij zijn auto instappen. Maar Anna houdt hem streng tegen. ‘Jij gaat beslist niet rijden,’ zegt ze streng. Zo zitten we uiteindelijk met z’n vieren in de Jeep waar het ruikt naar hun 32 jachthonden die ze allemaal bij naam kennen. Rijke families en lieden die van jagen houden bellen Jack als ze op jacht gaan. Jack en zijn honden gaan er dan op af om het geschoten wild en gevogelte op te rapen voor de jagers – en naar de slagers te brengen.