Hoewel Paaseiland voornamelijk beroemd is om zijn mysterieuze moai-beelden, heeft dit afgelegen Polynesische eiland veel meer te bieden. Rond de 42 procent van het eiland wordt ingenomen door het Nationale Park Rapa Nui, dat in 1995 tot Werelderfgoed werd uitgeroepen om de natuurlijke en culturele pracht van dit Chileense stukje grondgebied te beschermen. Kijk eens verder dan de door mensenhanden gecreëerde schatten van Paaseiland en ontdek de natuur die het volk van de Rapa Nui inspireerde tot zijn reuzenbeelden.
Rano Kau
Deze bijna één kilometer brede krater van een uitgedoofde vulkaan vormde rond tweeënhalf miljoen jaar geleden de zuidwestpunt van het eiland. Het zoetwatermeer – het grootste op het eiland – in de krater was de belangrijkste waterbron voor de inwoners van het oude Orongo, waarvan de stenen huisjes nog op de rand van de krater zijn te bewonderen. Het microklimaat binnen de steile wanden van Rano Kau zorgt voor een diverse vegetatie van ananas-, sinaasappel- en vijgenbomen en helmgrassen.
Rano Raraku
De populairste plek in het Nationale Park Rapa Nui is ongetwijfeld de voornaamste steengroeve voor moai-beelden. Van de 887 nog resterende beelden liggen ongeveer 400 her en der verspreid in en rond deze vulkaankrater. Met een lengte van 22 meter en een gewicht van 270 ton is ‘El Gigante’ (‘De reus’) de grootste moai die ooit werd gehouwen; het beeld ligt nog altijd in de rotsen op de hoger gelegen helling van de krater verankerd.
Anakenastrand
Omdat het grootste gedeelte van de kustlijn van Paaseiland uit scherpe rotsen van zwart basalt bestaat, zijn strandjes op dit eiland zeldzaam. Het strand van Anakena is de meest idyllische uitzondering. De groepjes palmbomen, het witte koraalzand en de kalme zee herinneren aan de oorspronkelijk pracht van het eiland en is een magneet voor de locals en voor toeristen. De reeks van zeven gerestaureerde moai-beelden op een platform (Ahu Nau Nau) die op loopafstand te vinden zijn, geven dit Polynesische strand zijn echte Paaseiland-aanblik.