Gigantische grijze bergen met besneeuwde toppen torenen hoog boven ons uit. Bloemen sieren de uitgestrekte alpenweides en turkooisblauwe meren schitteren in het zonlicht. ‘Gigigaga’, hoor ik vanaf mijn rug. Onze acht maanden oude dochter Maeve geniet van alle nieuwe indrukken vanuit de kinderdrager. Zij is voor het eerst met ons mee de bergen in: de bergen van de Zugspitz Arena in Tirol.
De Zugspitz Arena is een groen dal in het Oostenrijkse Tirol met zeven schattige dorpjes: Ehrwald, Lermoos, Berwang, Biberwier, Heiterwang, Bichlbach|Lähn-Wengle en Namlos. De vallei is omgeven door hoge bergtoppen, met de beroemde Zugspitze als letterlijk hoogtepunt. Het is een ideaal gebied voor familievakanties: in de winter kan je er skiën, rodelen, schaatsen of een fakkelwandeltocht maken, in de zomer wandelen, zwemmen en klimmen.
Met de vele kabelbanen zit je binnen no-time hoog in de bergen om te lunchen bij een berghut met uitzicht op de hoge toppen of een wandeling te maken. En dat laatste is precies wat wij hier komen doen. Best spannend, zo’n eerste keer. Want hoe doe je dat met slapen? Gaat ze zich niet vervelen tijdens het wandelen? En wat neem je allemaal mee? Dit zijn mijn tips voor een bergvakantie met een baby.
1. Neem een draagzak of kinderdrager mee
Sinds ongeveer een maand kan Maeve zelfstandig zitten en dat komt perfect uit. Vanaf nu mag ze in een kinderdrager, zodat we mooie bergwandelingen met haar kunnen maken. De drager die wij meehadden, bleek een enorm succes. Maeve vond het heerlijk om de wereld vanaf mijn rug te bekijken en als ze moe was, ging ze lekker slapen. Dat laatste was super, want dat betekende dat we langere tochten konden maken.
Een voordeel van een kinderdrager ten opzichte van een draagzak vind ik dat het een zonnescherm heeft en dat je kindje niet tegen je aangeplakt zit. Er zijn verschillende goede dragers te koop, o.a. van Deuter en Osprey. Kinderdragers zijn behoorlijk prijzig. Wil je er eerst graag eentje testen, dan kan je ze ook huren. Vind je een kinderdrager te zwaar? De Zugspitz Arena kent ook tientallen wandelpaden die geschikt zijn voor kinderwagens.
2. Wandel (in het begin) niet te lang
Hoe leuk je kindje het vindt in de kinderdrager of draagzak is even afwachten. Bouw het daarom rustig op. Bevalt het goed? Dan kan je steeds langere wandelingen maken. Maeve hield het tijdens onze eerste wandeltocht, naar de meren Mittersee en Blindsee, ongeveer 3,5 uur vol. Dat is inclusief een pauze van een half uur voor de fles, verschonen en spelen. Ze vond het heerlijk om rond te kruipen bij een meertje en kennis te maken met de natuur: lekker spelen met takjes, dennenappels en grassprieten.
Ook deed ze tijdens die tocht een slaapje in de kinderdrager van zo’n 45 minuten. Als we meerdere dagen na elkaar wandelden, merkten we dat ze het wat eerder zat werd. Plan daarom rustdagen in, waarbij je kindje even lekker de hele dag kan spelen of zwemmen. Dan kan je de volgende dag weer een mooie tocht maken.
3. Ga niet te hoog en stijg niet te snel
De luchtdruk in de bergen is anders dan op het zeeniveau waar wij leven. Daardoor moet je oppassen voor hoogteziekte. Volgens kinderartsen kan je baby’s jonger dan één jaar zorgeloos meenemen tot 2000 meter. Hoger dan dat mag je pas als je minstens vier dagen op een minimale hoogte van 1000 meter bent verbleven. Maak je een langere tocht en overnacht je in de bergen, dan is het belangrijk dat de slaapplaats niet meer dan 300 meter hoger ligt dan de slaapplek van de nacht ervoor.
Onze wandeltochten met Maeve vonden over het algemeen plaats tussen de 1.000 en 2.000 meter. Eén keer zijn we hoger met haar gegaan: naar de top van de 2.962 meter hoge Zugspitze. Om te voorkomen dat ze oorpijn krijgt door het snelle stijgen, laten we haar in de gondelbaan – die in tien minuten 1.725 meter klimt – regelmatig drinken. Hoogteziekteklachten ontstaan pas na 6 tot 12 uur. Ben je eerder weer beneden, kan je niet ziek worden. Een uitstapje van een paar uur naar een hoge top is dus geen probleem.
4. Zoek een ritme dat werkt
Thuis hebben we een redelijk vast ritme. Maeve doet meestal nog drie slaapjes op een dag en ik was erg heel benieuwd hoe ze in Oostenrijk aan haar slaap zou komen, aangezien we toch een groot deel van de dag op pad zijn. De eerste dag was het even zoeken, maar daarna vonden we een perfect ritme met haar.